Voor Het Eerste Gebruik; Koffie Zetten - Unold 28722 Notice D'utilisation

DE

VOOR HET EERSTE GEBRUIK

EN
Voordat u met dit apparaat voor de eerste keer koffie zet, laat het a.u.b. eerst een tot twee keer zonder
koffiepoeder doorlopen om eventuele fabricageresten te verwijderen. Ook als u het apparaat lang niet
FR
gebruikt hebt, is het raadzaam om het een keer zonder koffiepoeder te laten doorlopen.
1. Verwijder alle verpakkingsmaterialen en transportbeveiligingen. Houd verpakkingsmateriaal uit
NL
de buurt van kinderen - gevaar voor verstikking!
IT
2. Reinig de glazen kan, het water- en bonenreservoir en het filter, zoals beschreven in het hoofd-
stuk "Reiniging en onderhoud".
ES
3. Veeg de buitenkant van het apparaat af met een vochtige doek.
4. Vul het waterreservoir tot aan de MAX-markering met kraanwater. Let op dat zich geen koffiebo-
PL
nen in het bonenreservoir bevinden.
5. Sluit het deksel van de glazen kan en zet de kan op de warmhoudplaat.
6. Steek de stekker in een stopcontact (220–240 V~, 50/60 Hz).
7. Zet de draaiknop op "koffiepoeder", druk op de knop "EIN/AUS" en wacht tot de procedure is
voltooid.
8. Schakel het apparaat uit door de draaiknop op "stop" te draaien.
9. Gooi dit water weg.
10. Reinig de glazen kan.

KOFFIE ZETTEN

Belangrijk: Maak nooit koffie als de afdekking van de kamer in het deksel
niet is aangebracht. Rondvliegende koffieresten zouden in het binnenste
van het apparaat terecht kunnen komen en schade kunnen veroorzaken.
1. Open het deksel van het koffiezetapparaat.
2. Neem het water- en bonenreservoir uit.
3. Controleer of het filter in het bonenreservoir is geplaatst.
4. Let op: Doe altijd eerst de koffiebonen of het koffiepoeder in het filter en giet pas daarna het water in
het waterreservoir.
5. Doe de koffiebonen in het bonenreservoir. Gebruik van één of twee koppen koffie drie bolletjes
koffiebonen, drie koppen vier scoops koffiebonen, vier koppen zes bolletjes koffiebonen, etc.
(max. 35 g).
6. Houd er rekening mee dat het apparaat het niet registreert als zich geen bonen in het reservoir
bevinden.
7. Maak het bonenreservoir niet te vol, omdat de molen anders beschadigd kan raken.
40 von 72
Copyright UNOLD AG | www.unold.de
Stand 19.2.2020