Télécharger Imprimer la page

Vetus MGP Instructions D'installation page 2

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
1
Inleiding
De Vetus uitlaatsysteem-onderdelen zijn uitsluitend geschikt om te
worden toegepast in watergeïnjecteerde uitlaatsystemen.
De maximale continue gebruikstemperatuur van de kunststof delen
van de uitlaat systemen is 70˚C.
De waterlocks MGP, MGS en MGL zijn verkrijgbaar met de volgende
inlaataansluitingen: 45˚ omhoog (standaard), 30˚ omhoog, 15˚
omhoog of horizontaal (op aanvraag en bij min. 10 stuks).
- Pas een temperatuuralarm toe om een te hoge uitlaat-
systeemtemperatuur te signaleren.
- Indien, om de tegendruk in het uitlaatsysteem te verlagen
de hoeveelheid geïnjecteerd koelwater wordt vermindert
dient gecontroleerd te worden dat er tijdens stationair
draaien van de motor toch voldoende water geïnjecteerd
wordt. Een te hoge temperatuur van het uitlaatsysteem
wordt hiermee voorkomen.
- Ook als de menging van het koelwater met de uitlaatgas-
sen niet optimaal is kan een te hoge temperatuur in het
uitlaatsysteem het gevolg zijn.
Over het algemeen wordt een goede menging verkregen
bij een vrijwel verticaal opgestelde uitlaat injectie-bocht
Een slechte menging komt bijvoorbeeld voor bij een statio-
nair draaiende motor; in het bijzonder in die gevallen waar-
bij de op de motor gemonteerde koelwaterinjectiebocht
vrijwel horizontaal is opgesteld.
Tref indien noodzakelijk voorzieningen, bijvoorbeeld door
het plaatsen van een waterwervelaar of een waterverdeler
in de uitlaatleiding, om de meng ing van koelwater met
uitlaatgassen te verbeteren.
Pas als uitlaatleiding bij met water geïnjecteerde uitlaatsystemen
een geschikte kwaliteit slang toe.
Deze slang moet gewapend zijn, bestand zijn tegen uitlaatgassen,
een hoge temperatuur (100°C) en olieresten. Voor het verwerken is
goede buigzaamheid een vereiste terwijl de slang bij verhitting niet
mag 'inklappen' .
Vetus uitlaatslang voldoet aan alle hiervoor gestelde eisen.
IN
MGP9090
ø 90 mm
MGP102102
ø 102 mm
MGP102127
ø 102 mm
MGP5455
ø 127 mm
MGS5455A
ø 127 mm
MGS5456A
ø 127 mm
MGS6456A
ø 152 mm
MGL6458A
ø 152 mm
MGL8458A
ø 203 mm
MGL84510A
ø 203 mm
2
030431.01
OUT
Motorvermogen tot:
ø 90 mm
77 kW (105 pk)
ø 102 mm
100 kW (136 pk)
ø 127 mm
127 kW (173 pk)
ø 127 mm
155 kW (211 pk)
ø 127 mm
155 kW (211 pk)
ø 152 mm
188 kW (256 pk)
ø 152 mm
222 kW (302 pk)
ø 203 mm
308 kW (420 pk)
ø 203 mm
396 kW (539 pk)
ø 254 mm
508 kW (691 pk)
Als tijdens stilstand van de motor water uit de waterlock in het
uitlaatsysteem van de motor terecht komt (bijvoorbeeld onder
zeil als het schip extreem rolt of stampt) zal dit onherroepelijk
tot schade aan de motor leiden.
Teveel water in de waterlock kan starten van de scheepsmotor
belemmeren; tap dan eerst het water af. Een te grote hoeveel-
heid water in de waterlock kan worden veroorzaakt als ook na
herhaaldelijke startpogingen de motor niet wil aanslaan.
2
Installatie
2.1
Opstelling waterlock MGP, MGS, MGL
Stel de waterlock zoveel mogelijk vertikaal op.
Plaats de waterlock 'achterstevoren' naast de motor als achter de mo-
tor onvoldoende ruimte beschikbaar is.
Omdat de waterlock tijdens het gebruik water bevat, neemt het ge-
wicht aanzienlijk toe. Bevestig de waterlock op een horizontaal vlak
en monteer de waterlock met bouten M8 en 3 sluitringen.
Zorg ervoor dat onder alle vaarcondities (b.v. varend onder hel-
ling) aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
• de 'IN'-aansluiting van de waterlock bevindt zich onder het
niveau van de uitlaatinjectiebocht.
• de afstand tussen de onderkant van de koelwateruitgang van
de motor en het hoogste punt van de waterlock bedraagt mi-
nimaal 5 cm.
Zie hoofdstuk 3 voor aanvullende informatie over het uitlaatsysteem.
2.2
Opstelling uitlaatspiegeldoorvoer
Monteer de uitlaatspiegeldoorvoer op een zodanige plaats in de
spiegel dat bij een beladen schip de spiegeldoorvoer zich nog ten-
minste 5 cm boven de waterlijn bevindt.
2.3
Uitlaatleiding
Om een goede afvoer van het in de uitlaatleiding geïnjecteerde
koelwater te verzekeren dient de uitlaatleiding, vanaf het waterin-
jectiepunt tot aan de waterlock, over de volledige lengte op afschot
te worden geïnstalleerd.
De uitlaatleiding bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt hier-
door aanzienlijk toe, ondersteun daarom de uitlaatleiding.
De uitlaatleiding van de waterlock naar de spiegeldoorvoer moet zo
worden geïnstalleerd dat:
- Het hoogste punt in de uitlaatleiding zich niet meer dan 150 cm
boven de onderzijde van de waterlock bevindt.
- De lengte van dat deel uitlaatleiding, tussen de waterlock en het
hoogste punt, niet meer dan 300 cm bedraagt.
W
aarschuWing
L
et op
vetus® Waterlock MGP, MGS, MGL

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

MgsMgl