Anleitung_E_EAS_620_SPK7:_
Ketting, zoals in de figuur voorgesteld, de
omlopende groef van het zwaard in leggen (fig. 3,
pos. A).
Zwaard en ketting, zoals in de figuur getoond, de
opname van de kettingzaag in leggen (fig. 4).
Daarbij de ketting rond het rondsel (fig. 4, pos. B)
leiden en het zwaard de kettingspanbout (fig. 4,
pos. C) in haken.
Kettingwielafdekking aanbrengen en handvast
aanhalen d.m.v. de bevestigingsschroef.
Let op! Bevestigingsschroef pas na het afstellen van
de kettingspanning (zie punt 4.2) definitief
vastschroeven.
4.2 Spannen van de zaagketting
Let op! Voor controles en afstelwerkzaamheden
altijd de netstekker uit het stopcontact verwijderen.
Draag altijd veiligheidshandschoenen als u
werkzaamheden op de kettingzaag verricht om letsel
te voorkomen.
Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
met enkele slagen losdraaien (fig. 2).
Kettingspanning afstellen m.b.v. de
kettingspanschroef (fig. 5, pos. D). Door draaien
met de wijzers van de klok mee (naar rechts)
verhoogt u de kettingspanning, door draaien
tegen de richting van de wijzers van de klok in
(naar links) verlaagt u de kettingspanning. De
zaagketting is correct gespannen als ze in het
midden van het zwaard ca. 2 mm kan worden
opgeheven (fig. 6).
Bevestigingsschroef voor kettingwielafdekking
vastdraaien (fig. 7).
Let op! Alle kettingschakels moeten naar behoren in
de geleidegroef van het zwaard liggen.
Aanwijzing omtrent het spannen van de ketting:
De zaagketting dient omwille van de
bedrijfszekerheid en veiligheid altijd correct te zijn
gespannen. De zaagketting is optimaal gespannen
als ze in het midden van het zwaard ca.2 mm kan
worden opgeheven. Aangezien de zaagketting bij het
zagen warm wordt en bijgevolg van lengte verandert,
dient u de kettingspanning ten laatste om de 10
minuten te controleren en, indien nodig, bij te regelen.
Dit geldt vooral voor nieuwe zaagkettingen. Ontspan
de zaagketting aan het einde van het werk omdat de
ketting bij het afkoelen korter wordt. Daardoor
voorkomt u dat schade aan de ketting wordt
berokkend.
11.12.2009
9:52 Uhr
Seite 65
4.3 Smering van de zaagketting
Let op! Voor controles en afstelwerkzaamheden
altijd de netstekker uit het stopcontact verwijderen.
Draag altijd veiligheidshandschoenen als u
werkzaamheden op de kettingzaag verricht om letsel
te voorkomen.
Let op! Stel de ketting nooit zonder zaagkettingolie in
werking! Het gebruik van de zaagketting zonder
zaagkettingolie of bij een oliepeil beneden het
minimummerk heeft een beschadiging van de
kettingzaag tot gevolg!
Let op! Hou rekening met de
temperatuuromstandigheden: verschillende
omgevingstemperaturen eisen smeermiddelen van
zeer verschillende viscositeit. Bij lage temperaturen
hebt u dunvloeibare oliën (lage viscositeit) nodig om
een voldoende smeerfilm te doen ontstaan. Als u
dezelfde olie in de zomer gebruikt, zou de olie alleen
door de hogere temperaturen nog meer vloeibaar
worden gemaakt. Een onderbreking van de smeerfilm
zou het gevolg kunnen zijn, de ketting zou kunnen
worden oververhit en zou kunnen worden
beschadigd. Bovendien zou de smeerolie
verbranden, waardoor het milieu onnodig met
schadelijke stoffen zou worden belast.
Olietank vullen (fig. 8):
Kettingzaag op een effen plaats neerzetten.
Het gebied rond de olietankdop (pos. 11)
schoonmaken en daarna de tank openen.
Tank (pos. 10) vullen met zaagkettingolie. Let er
goed op dat geen vuil in de tank terechtkomt om
te voorkomen dat de oliesproeier verstopt
geraakt.
Olietankdop (pos. 11) dichtdraaien.
Extra handgreep monteren
(Fig. 9) De extra handgreep bestaat uit handgreep
(E), pashuls (F), zeskantbout (G) en vleugelmoer (H).
1. Duw de pashuls (F) de handgreep (E) in (fig. 10).
2. Duw de op die manier voorgemonteerde
handgreep op de onderste telescoopbuis (fig.
11).
3. Duw de zeskantbout de handgreep in, richt hem
uit conform fig. 1 en schroef de handgreep op de
onderste telescoopbuis vast (fig. 12).
NL
65