Effecten Genereren; Achteruit Afspelen; Scratcheffecten; Effecten Flanger, Filter, Echo, Pan, Chop - IMG STAGELINE CD-82USB Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
3) De beats kunnen ook door draaien met draai-
NL
plateau (12) verschoven worden. Daarbij
B
mag de led SEARCH noch de led SCRATCH
boven de toets JOG MODE (11) oplichten.
Mocht dit wel zo zijn, druk dan een of twee
keer op de toets JOG MODE.

5.11 Effecten genereren

Om het muziekprogramma creatief vorm te
geven, beschikt u over een waaier van effecten.

5.11.1 Achteruit afspelen

Druk op de toets REVERSE (22) om achteruit af
te spelen. In mp3-bedrijf stopt het achteruit
afspelen telkens als het begin van de track is
bereikt. Om terug te keren naar Vooruit afspelen,
drukt u opnieuw op toets REVERSE.

5.11.2 Scratcheffecten

Om scratcheffecten (komt overeen met manueel
draaien met een draaiplateau) te genereren,
drukt u een of twee keer op de toets JOG MODE
(11), zodat de led SCRATCH boven de toets
oplicht. Draai het draaiplateau (12) overeenkom-
stig vooruit of achteruit. Daarbij moet het ge -
ruwde oppervlak van het plateau aangeraakt
worden, anders ontstaat er alleen een liereffect.
Om het effect uit te schakelen, drukt u opnieuw
op de toets SCRATCH.
Opmerking: Als u na het inschakelen van de scratch-
functie het afspelen van de huidige track wilt stoppen,
of stopt het afspelen niet bij aanraken van het draaipla-
teau, dan moet de aanraakgevoeligheid van het draai-
plateau worden gewijzigd.
De contactgevoeligheid van het draaiplateau instellen
1) Schakel het apparaat uit met de schakelaar
POWER (33).
2) Houd de toets SINGLE / REM (21) ingedrukt
en schakel de cd- / mp3-speler opnieuw in.
Als
op het display verschijnt, laat u
de toets SINGLE / REM opnieuw los.
3) Lees de waarde af, die door de cijfers (A)
links naast de balkweergave worden aange-
geven. Als u met de hand over het draaipla-
teau glijdt, moet de weergegeven waarde
vergroten.
4) Links naast het displaybericht
de cijfers (B) de ingestelde waarde voor de
gevoeligheid aan. Stel de gevoeligheid in op
de afgelezen waarde plus 2; gebruik hiervoor
de knop TRACK / TRIM (4).
5) Om de instelling op te slaan, drukt u op de
toets MEMO (8).
6) Schakel het apparaat uit en opnieuw in.
7) Als de scratchfunctie met de gewijzigde in -
stelling nog niet correct functioneren, blijft u
de waarde voor de gevoeligheid verhogen.
5.11.3 Effecten Flanger, Filter,
Echo, Pan, Chop
1) Selecteer het gewenste effect met de toets
SELECT (18) [onderaan het display licht de
naam van het effect op] en schakel in met de
toets ON / OFF (17). De tekstregel (Q) geeft
de basisinstelling van de twee instelbare
effectparameters aan:
FLANGER: 16 ⁄ 1 G070
FILTER:
+60
G075
ECHO:
2 ⁄ 1
G075
PAN:
1 ⁄ 1
G100
CHOP:
1 ⁄ 1
G100
32
2) Tijdens het afspelen van een track kunt u met
het draaiplateau (12) de parameter wijzigen,
waarvan de waarde in de tekstregel knippert.
3) Om de andere parameter in te stellen, drukt u
eerst op de toets RELAY (9). Volgende para-
meters zijn instelbaar:
bij FLANGER, PAN en CHOP de lengte van
een effectcyclus van
16
play
) en de effectintensiteit van 0 – 100
1
bij FILTER het frequentiebereik, dat uitgefil-
terd wordt (instelbereik -60 tot +60: hoe ver-
der de waarde van de neutrale stand 00 ver-
wijderd is, hoe groter het uitgefilterde bereik;
in het positieve bereik uitgaand van de lage
tonen, in het negatieve bereik uitgaand van
de hoge tonen) en de graad van de demping
van 0 – 100
bij ECHO de echotijd van
2
(display
) en het volume van de echoʼs van
1
0 – 100 en daarmee hun aantal
4) Om het effect uit te schakelen, drukt u
opnieuw op de toets ON / OFF. De gewijzigde
effectparameters blijven na het uitschakelen
van een effect opgeslagen, en worden pas bij
het uitschakelen van het apparaat opnieuw
gereset.

5.11.4 Aanloop- en remeffect

Met dit effect kunt u een langzame aanloop en
uitloop van de platenspeler simuleren.
1) Druk op de toets BRAKE (10). In de tekstre-
gel (Q) verschijnt kort
betekent dat de aanloop- en remtijd 6 secon-
den bedraagt (basisinstelling).
2) Om de tijd (0,5 – 6 s) te wijzigen, houdt u de
toets BRAKE ingedrukt en draait u tegelijk
met het draaiplateau (12).
3) Als de functie voor constante toonhoogte met
de toets MT (27) ingeschakeld is (de toets
licht op), schakelt u de functie uit.
4) Bij het starten van het afspelen met de toets
(14) loopt de track overeenkomstig de
ingestelde aanlooptijd langzaam aan.
Als u in het midden van de afgespeelde
track met de toets
het afspelen niet onmiddellijk, maar wordt
volgens de ingestelde remtijd tot stilstand
afgeremd.
geven
5) Om het effect uit te schakelen, drukt u
opnieuw op de toets BRAKE.

5.11.5 Liereffecten

1) Daarbij mag de led SEARCH noch de led
SCRATCH boven de toets JOG MODE (11)
oplichten. Mocht dit wel zo zijn, druk dan een
of twee keer op de toets JOG MODE.
2) Als de functie voor constante toonhoogte met
de toets MT (27) ingeschakeld is (de toets
licht op), schakelt u de functie uit.
3) Door het draaiplateau (12) heen en weer te
draaien, neemt de afspeelsnelheid afwisse-
lend toe en af. Zo ontstaat een liereffect.
5.11.6 Stottereffect
De Cue-punten die met de toetsen CUE (13) en
CUE / LOOP 1 – 4 (6) zijn opgeslagen (
stuk 5.8) kunnen ook gebruikt worden om inte-
ressante stottereffecten te genereren: Door
meerdere keren kort na elkaar op een van de
toetsen te drukken, ontstaat een stottereffect. Dit
effect wordt nog sterker naarmate het Cue-punt
hiervoor geschikt is (b.v. inzetten van een instru-
ment, begin van een woord).

5.11.7 Naadloze loop afspelen

U kunt een bepaald fragment van een track als
naadloze loop afspelen zo lang u wenst.
1) Start het afspelen met de toets
het gewenste beginpunt van de loop is bereikt
(punt a in figuur 4), tip dan op de toets A (24).
1
cycli tot 16 cycli (dis-
32
Figuur 4 Naadloze loop afspelen
Tip: Om het beginpunt op 1 frame nauwkeurig vast
te leggen, schakelt u met de toets
met het draaiplateau (12) stelt u het punt exact in en
vervolgens drukt u op toets A.
1
cycli tot 2 cycli
32
2) Als bij het verder afspelen het gewenste eind-
punt van het fragment is bereikt (punt b in
figuur 4), druk dan op toets B / EDIT (24). Het
fragment tussen de punten wordt continu her-
haald. Zolang een naadloze loop wordt afge-
speeld, wordt het displaybericht RELOOP (S)
weergegeven.
3) Om het eindpunt te verschuiven of om dit tot
op één frame nauwkeurig in te stellen, drukt
u tijdens het afspelen van de loop op de toets
B / EDIT. De tijdsweergave (R) duidt nu de
tijdindex van het eindpunt weer. Verschuif
met de draaiplateau (12) het eindpunt en
bevestig het eindpunt met de toets B / EDIT.
BRAKE: 6.0
, dit
4) De loop kan ook gedeeld of met een veelvoud
verlengd worden. Tijdens het afspelen van de
loop, selecteert u met de instelknop TRACK /
TRIM (4) de wijziging van de lengte. In de teks-
tregel (Q) wordt de instelling weergegeven:
TRIM:
5) Om de loop te verlaten en de track verder af
te spelen, drukt u op de toets RE LOOP / EXIT
(24). Om de loop te herstarten, drukt u op-
nieuw op de toets RELOOP / EXIT.
in pauze schakelt, stopt
Figuur 5 De loop beëindigen en opnieuw starten
Opmerking: Zolang de drie toetsen A, B / EDIT en
RELOOP/ EXIT oplichten, kunt u de loop opnieuw star-
ten. Ze wordt gewist bv. bij het omschakelen tussen cd
en USB of bij het uitschakelen van het apparaat.
A – Fragment met een fractie of
veelvoud van een beatlengte
De lengte van een fragment voor afspelen van
een loop kan ook bij de tracks in
op een fractie of een veelvoud van een beat-
lengte worden ingesteld:
1
,
32
1) Houd de toets MEMO (8) ingedrukt en stel
met het draaiplateau (12) de lengte in. De
lengte wordt in de tekstregel (Q) weergege-
hoofd-
ven, bv.
deze instelling licht de toets MEMO op, om
aan te geven dat het eindpunt van een frag-
ment ingesteld wordt.
2) Bepaal het beginpunt met de toets A (24). Zo
wordt tegelijk het afspelen van de naadloze
loop gestart en het eindpunt volgens de inge-
stelde lengte ingesteld.
3) U kunt de lengte van het fragment ook ach-
teraf wijzigen, zoals hierboven beschreven
(bedieningsstap 3 of 4).
A
B / EDIT
1.
2.
a
b
PLAY
PLAY
LOOP
1
1
1
1
1
1
2
4
,
,
,
,
,
,
,
,
32
16
8
4
2
1
1
1
RELOOP /EXIT
RELOOP/EXIT
1.
2.
PLAY
LOOP
4
1
1
1
1
1
2
4
8
16
32
,
,
,
,
,
,
,
,
,
16
8
4
2
1
1
1
1
1
1
AUTO 2 / 1
= twee beatlengten. Na
(14). Als
eerst in pauze;
8
16
32
,
,
1
1
1
c
-ritme exact
4

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières