De Fabriekskalibratie Herstellen; Temperatuur Instellen - Hach sensION+ DL Manuel D'utilisation

Compteur portatif
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 59
1. Druk op
.
2. Gebruik de pijltoetsen om, indien nodig, de parameter te wijzigen en
druk op
.
3. Druk tegelijkertijd op
en
weergegeven:
• pH — de flank en de offsetwaarden worden afwisselend
weergegeven samen met de afwijking (in %) en de
kalibratietemperatuur.
• ORP — de gemeten mV-waarde en de kalibratietemperatuur
worden weergegeven.
• Geleidbaarheid — de celconstante en de kalibratietemperatuur
voor elke standaard worden weergegeven.

De fabriekskalibratie herstellen

De kalibratie door de gebruiker kan worden gewist en de
fabriekskalibratie voor pH, ORP en geleidbaarheid kan worden hersteld.
1. Druk op
. De parameter knippert.
2. Gebruik de pijltoetsen om, indien nodig, de parameter te wijzigen.
3. Houd
ingedrukt tot er OFF wordt weergegeven.
De fabriekskalibratie voor de betreffende parameter is opgeslagen.
Kalibratie instellen
Het instrument kan worden ingesteld op het uitlezen van een
gespecificeerde oplossingswaarde voor pH, ORP en geleidbaarheid.
1. Spoel de elektrode. Plaats de elektrode in de oplossing.
2. Druk op
om de waarde van de oplossing uit te lezen.
3. Druk op
. De parameter knippert.
4. Gebruik de pijltoetsen om, indien nodig, de parameter te selecteren.
5. Houd
ingedrukt en druk vervolgens op
De meetwaarde knippert.
6. Gebruik de pijltoetsen om de waarde te wijzigen.
7. Druk op
. Op het display wordt OK weergegeven.
. De kalibratiegegevens worden
.

Temperatuur instellen

De temperatuurmeting kan worden ingesteld op 25 °C (77 °F) en/of
85 °C (185 °F), om de nauwkeurigheid voor pH, ORP en geleidbaarheid
te vergroten.
Opmerking: Raadpleeg de documentatie van de elektrode om de
temperatuurgrenzen voor de gebruikte elektrode te vinden.
1. Plaats de elektrode en een referentiethermometer in een bak met
water van circa 25 °C en laat de temperatuur stabiliseren.
2. Vergelijk de op de meter uitgelezen temperatuur met die van de
referentiethermometer. Het verschil is de afstelwaarde voor de
meter.
Voorbeeld: referentiethermometer: 24,5 °C; meter: 24,3 °C.
Afstelwaarde: 0,2 °C.
3. Voer de afstelwaarde voor de uitlezing van 25 °C in:
a. Druk op
. De parameter knippert.
b. Gebruik de pijltoetsen om tEn te selecteren.
c. Druk op
. 25 °C wordt weergegeven.
d. Druk op
en gebruik vervolgens de pijltoetsen om de
afstelwaarde voor 25 °C in te voeren. Druk op
weergegeven.
4. Plaats de elektrode en een referentiethermometer in een bak met
water van circa 85 °C en laat de temperatuur stabiliseren.
5. Vergelijk de temperatuur van de meter met die van de
referentiethermometer. Het verschil is de afstelwaarde voor de
meter.
6. Druk op
en gebruik vervolgens de pijltoetsen om de afstelwaarde
voor de uitlezing van 85 °C in te voeren. Druk op
Monstername
Elke elektrode heeft bepaalde voorbereidende stappen en procedures
voor monstername. Raadpleeg voor stapsgewijze instructies de
documenten die bij de elektrode meegeleverd worden.
Druk op
om een monstermeting uit te voeren. Gedurende de
metingen knippert de parameter en geeft de timer de stabilisatietijd aan.
. 85 °C wordt
.
Nederlands 163

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières