•
De heparineoplossing moet uit elk lumen worden verwijderd voorafgaand
aan de behandeling om systeemheparinisatie van de patiënt te voorkomen.
Aanzuiging moet gebaseerd zijn op het protocol van de dialyse-eenheid.
•
Alvorens met dialyse te beginnen moeten alle verbindingen naar de katheter en
circuits buiten het lichaam nagekeken worden.
•
Er dienen geregelde visuele inspecties te worden uitgevoerd om lekken waar te
nemen en bloedverlies of luchtembolie te voorkomen.
•
Als een lek wordt gevonden, moet de katheter onmiddellijk worden afgeklemd.
Opgelet: De katheter uitsluitend met de meegeleverde in-lijn klemmen afklemmen.
•
De noodzakelijke herstelactie moet worden ondernomen voordat de behandeling
kan worden voortgezet.
Opmerking: Door bovenmatig bloedverlies kan de patiënt in shock raken.
•
Hemodialyse moet uitgevoerd worden onder toezicht van een arts.
•
Volg indien de katheter niet onmiddellijk wordt gebruikt voor behandeling, de
gesuggereerde richtlijnen voor katheterdoorlaatbaarheid.
•
Om de doorlaatbaarheid tussen behandelingen door te handhaven moet er een
heparineafsluiting in elk lumen van de katheter worden gecreëerd.
•
Volg het ziekenhuisprotocol voor de heparineconcentratie.
1.
Trek heparine op twee spuiten, in overeenstemming met de hoeveelheid aangegeven
op de arteriële en aderextensies. Zorg dat er geen lucht is in de spuiten.
2.
Verwijder het afsluitdopje van de verlengstukken.
3.
Bevestig een spuit met heparineoplossing aan de vrouwelijke luer van elk
verlengstuk.
4.
Open de klemmen op de verlengingstukken.
5.
Aspireer om er zeker van te zijn dat er geen lucht in de patiënt zal worden
geforceerd.
6.
Injecteer heparine in elk lumen volgens de snelle bolustechniek.
Opmerking: Elk lumen dient volledig met heparine gevuld te worden om doeltref-
fendheid te garanderen.
7.
Sluit de klemmen op de verlengingstukken.
Let op: Klemmen dienen alleen open te zijn voor aspiratie, spoelen en
dialysebehandeling.
8.
Verwijder de spuiten.
9.
Bevestig een steriel afsluitdopje op de vrouwelijke luers van de verlengstukken.
•
In de meeste gevallen is er geen verdere heparine nodig voor 48-72 uur, mits
de lumina niet geaspireerd of gespoeld zijn.
VERZORGING VAN DE INBRENG- EN UITGANGSPLAATSEN
•
De katheter kan gebruikt worden met zalf.
•
Reinig de huid rond de katheter. Chlorhexidinegluconaatoplossingen worden
aanbevolen; desalniettemin kunnen ook oplossingen op basis van iodine
gebruikt worden.
•
Dek de uitgangsplaats af met een afsluitend verband en laat de verlengstukken,
klemmen en doppen onbedekt zodat het personeel erbij kan.
•
Het wondverband moet schoon- en drooggehouden worden.
Let op: Patiënten mogen niet zwemmen, douchen of het verband doorweken tijdens
het nemen van een bad.
•
Indien overmatig transpireren of per ongeluk nat worden de hechting van het
verband aantast, moet het medische of verpleegkundige personeel het verband
onder steriele omstandigheden verwisselen.
Opgelet: Kijk altijd het ziekenhuis- of afdelingsprotocol na, eventuele complicaties
en de behandeling ervan, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen alvorens enige
soort mechanische of chemische ingreep te ondernemen als reactie op problemen
met de katheterprestatie.
Waarschuwing: Alleen een arts die vertrouwd is met de toepasselijke technieken
mag de volgende procedures proberen.
HEMODIALYSEBEHANDELING
HEPARINISATIE
KATHETERPRESTATIE
-54-