Handmatige Bediening - Hach SD900 Manuel D'utilisation De Base

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 80
Optie
Start over (Opnieuw starten)
End program (Programma
beëindigen)

Handmatige bediening

Gebruik de handmatige bediening om een momentaan monster te nemen, de verdelerarm te
verplaatsen of de pomp te bedienen. Raadpleeg voor meer informatie de uitgebreide versie van deze
handleiding.
Volumekalibratie
Het monstervolume kan automatisch met de vloeistofsensor of handmatig worden gekalibreerd.
Indien de vloeistofsensor wordt gebruikt voor volumekalibratie, wordt de sensor aangepast om
nauwkeurig alle geprogrammeerde volumes te meten. Indien de vloeistofsensor is uitgeschakeld,
moet het volume voor monstername, spoeling en stormwater handmatig worden gekalibreerd.
Voor normale toepassingen kan kraanwater worden gebruikt voor het kalibreren van volume. Indien
de samenstelling van het monster aanzienlijk verschilt van normale watermonsters, kunt u de
sampler kalibreren met de vloeistof waarvan de monsters moeten worden genomen. Alle
programma's moeten vóór de kalibratie worden gestopt.
Vloeistofsensor kalibreren
De nauwkeurigheid van de vloeistofsensor verschilt al naar gelang het type vloeistof waarvan een
monster wordt genomen. Het volume van een bijzonder drabbig monster is mogelijk niet zo
nauwkeurig als dat van helder water. De vloeistofsensor kan met monsterwater worden gekalibreerd
voor een betere volumenauwkeurigheid.
1. Plaats de inlaatslang in het monsterwater.
2. Druk op MENU.
3. Ga naar PROGRAM SETUP (Programma-instellingen)>MODIFY SELECTED (Selectie
wijzigen)>LIQUID SENSOR (Vloeistofsensor)>ENABLE (Inschakelen) om na te gaan of de
vloeistofsensor is ingeschakeld.
4. Ga naar SYSTEM SETUP (Systeeminstellingen)>LIQ SENSOR CAL (Vloeistofsensor-kalibratie).
5. Selecteer PERFORM CAL (Kalibratie uitvoeren).
6. Selecteer START (Starten). De pomp draait omgekeerd om de inlaatslang door te spoelen. De
pomp draait vervolgens in de juiste richting.
7. Let op de monsterstroming in de inlaatslang om te controleren of het monster door de
vloeistofsensor stroomt.
8. Wanneer het monster door de vloeistofsensor stroomt en er geen bellen aanwezig zijn, drukt u op
STOP (Stoppen). De inlaatslang wordt automatisch doorgespoeld. De kalibratie van de
vloeistofsensor is voltooid.
9. Selecteer DONE (Gereed) om te sluiten of REPEAT (Herhalen) om de kalibratie te herhalen.
De standaardkalibratie herstellen
De volumekalibratie voor de vloeistofsensor kan opnieuw worden ingesteld op de fabriekswaarden.
1. Selecteer PROGRAM SETUP (Programma-instellingen)>MODIFY SELECTED (Selectie
wijzigen)>LIQUID SENSOR (Vloeistofsensor)>ENABLE (Inschakelen) om na te gaan of de
vloeistofsensor is ingeschakeld.
2. Druk op VOLUME CALIBRATION (Volumekalibratie) en selecteer RESET CAL (Kalibratie
opnieuw instellen). De volumekalibratie is ingesteld op de standaardinstellingen. Het bericht
"value has been reset to 0" (waarde teruggezet op 0) wordt weergegeven.
202 Nederlands
Omschrijving
Het programma wordt gestart vanaf het begin. De status wordt gewijzigd in
RUNNING (Wordt uitgevoerd).
Het huidige uitgevoerde programma wordt beëindigd. De status wordt
gewijzigd in COMPLETE (Voltooid).

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières