IMG STAGELINE GAT-1250R Mode D'emploi page 13

Table des Matières

Publicité

Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon
vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichamelijke
schade.
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf genomen
wordt, bezorg het dan voor milieuvriendelijke ver-
werking aan een plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen en uitrusting
De GAT-1250R is een krachtige gitaarversterker
(50 W) in buizentechnologie voor het gebruik op het
podium. De twee omschakelbare kanalen bieden de
muzikant de mogelijkheid tussen de vervormde
sound (Overdrive-kanaal) en onvervormde sound
(Normal-kanaal) te kiezen. Het Normal-kanaal en
het Overdrive-kanaal beschikken over een 3-bands
equalizer.
Via twee onafhankelijke regelaars GAIN in het
Overdrive-kanaal kunt u verschillende vervormklan-
ken instellen. Het Normal-kanaal beschikt over een
Boost-functie om het niveau eventueel te verhogen.
De versterker is uitgerust met een nagalmspiraal.
Het nagalmeffect kan op beide kanalen aan het sig-
naal worden toegevoegd.
Para limpiar el aparato, utilice únicamente un
trapo seco y suave, en ningún caso productos
químicos o agua.
Declinamos toda responsabilidad en caso de
daños materiales o corporales resultantes si el
aparato se utiliza en un objetivo distinto para el
cual se concibió, si no se conecta o se utiliza cor-
rectamente o se repara por un técnico habilitado;
además el aparato carecería de garantía.
Cuando el aparato se retira definitivamente del
servicio, deben depositarlo en una fábrica de re-
ciclaje de proximidad para contribuir a su elimina-
ción no contaminante.
3 Posibilidades de conexión e equipa-
miento
El GAT-1250R es un amplificador de guitarra poten-
cia (50 W) que dispone de una tecnología de tubo y
puede utilizarse en escenario. Los dos canales con-
mutables ofrecen a los músicos la posibilidad de
elegir entre sonido distorsionado (Overdrive Chan-
nel) y sonido no distorsionado (Normal Channel);
los canales Normal Channel y Overdrive Channel
disponen de un ecualizador 3 vías.
Vía dos reglajes de ganancia distintos en el
Overdrive Channel, puede regular diversos tipos de
sonidos distorsionados. El Normal Channel dispone
de una posibilidad Boost para aumentar el nivel si
es necesario.
El amplificador dispone de una espiral de rever-
beración; la mezcla de efecto Reverb en los dos
canales es posible.
4 Het toestel aansluiten
De in- en uitgangen mogen uitsluitend worden aan-
gesloten, wanneer de versterker is uitgeschakeld.
1) Sluit de elektrische gitaar aan op de ingangsjack
INPUT HIGH (1) resp. INPUT LOW (2).
2) Indien het omschakelen van kanalen en van de
gainregeling voor het Overdrive-kanaal via een
voetschakelaar moet gebeuren, sluit deze dan
aan op de jack CHANNEL/GAIN (25). Indien u
via een voetschakelaar het nagalmeffect wilt kun-
nen in- en uitschakelen en het niveau voor het
Normal-kanaal selecteren, sluit deze dan aan op
de jack REVERB/BOOST (24).
Per aansluitjack hebt u een dubbele voetscha-
kelaar nodig, b.v. FS-202 van "img Stage Line".
Reverb Off
Reverb On
Clean
Boost
REVERB/BOOST, jack (24)
CHANNEL/GAIN, jack (25)
3) Een extern effectenapparaat kan via de jacks
SEND (23) en RETURN (22) worden tussenge-
voegd (verbind SEND met de ingang en
RETURN met de uitgang van het externe effec-
tenapparaat).
Een
eventueel
niveauaanpassing voor het Return-signaal kan
gebeuren met de schakelaar LOOP LEVEL (21).
4) U kunt een externe luidspreker van 8 Ω aanslui-
ten op de jack EXTERNAL SPEAKER min. 8 Ω
(19) of
een externe luidspreker van 4 Ω op de jack
EXTERNAL SPEAKER min. 4 Ω (20).
Houd in elk geval rekening met de noodzake-
lijke minimumimpedantie, zodat u de versterker
niet overbelast. Bij aansluiting van een externe
luidspreker op de jack (19) wordt de interne luid-
spreker parallel gebruikt, terwijl het gebruik van
de jack (20) de interne luidspreker uitschakelt.
4 Conexiones
Las conexiones deben efectuarse solo cuando el
amplificador de guitarra está desconectado.
1) Conecte la guitarra eléctrica con la toma de en-
trada INPUT HIGH (1) o INPUT LOW (2).
2) Si la conmutación de los canales y de ganancia
debe efectuarse para el Overdrive Channel vía
un pedal, conecte este último con la toma CHAN-
NEL/GAIN (25). Para poder conectar o des-
conectar el efecto Reverb, y efectuar la conmuta-
ción de nivel para el Normal Channel vía el pedal,
conectelo a la toma REVERB/BOOST (24).
Para cada toma de conexión, un pedal doble
es necesario, por ejemplo en la gama "img Stage
Line" FS-202.
Reverb Off
Reverb On
Clean
Boost
REVERB/BOOST, toma (24)
CHANNEL/GAIN, toma (25)
3) Un aparato externo con efectos especiales puede
insertarse vía las tomas SEND (23) y RETURN
(22) [conecte SEND con la entrada y RETURN
con la salida del aparato externo con efectos
especiales]. Una adaptación de nivel eventual-
mente necesaria para la señal return puede efec-
tuarse con el selector LOOP LEVEL (21).
4) Un altavoz externo de 8 Ω puede conectarse con
la toma EXTERNAL SPEAKER min. 8 Ω (19) o
un altavoz externo de 4 Ω con la toma EXTER-
NAL SPEAKER min. 4 Ω (20).
Tenga cuidado con la impedancia necesaria
mínima para evitar la sobrecarga del amplifica-
dor. Si un altavoz externo está conectado con la
toma (19), el altavoz interno funciona en paralelo
mientras que la utilización de la toma (20) con-
duce a la desconexión del altavoz interno.
5) U kunt een hoofdtelefoon (impedantie ≥ 8 Ω) op
de jack PHONES (14) aansluiten. Bij aansluiting
van de hoofdtelefoon wordt de luidspreker uitge-
schakeld.
Opgelet:
Stel het volume nooit te hoog in als u een hoofd-
telefoon gebruikt. Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor beschadigen! Het
gehoor raakt aangepast aan hoge volumes die
na een tijdje niet meer zo hoog lijken. Verhoog
daarom het volume niet nog meer, nadat u er
gewoon aan bent geraakt.
6) Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de jack (17) en plugt u het in een stop-
contact (230 V~/50 Hz).
Normal
Overdrive
5 Bediening
Gain 2
1) Om inschakelploppen te vermijden is het aanbe-
Gain 1
volen de volumeregelaar VOLUME (13) in de
minimumstand te plaatsen. Schakel vervolgens
met de POWER-schakelaar (16) de gitaarver-
sterker in.
Als de stand-by-modus is ingeschakeld (zie
hoofdstuk 5.4), plaatst u de schakelaar STAND-
BY (15) in de stand "0", anders wordt de verster-
ker gedempt.
2) Selecteer eerst het gewenste kanaal met de
noodzakelijke
kanaal-keuzetoets CHANNEL SELECT (8) of
doe dit met een voetschakelaar die op de jack
CHANNEL/GAIN (25) is aangesloten (de voet-
schakelaar is de bovengeschikt aan de bedie-
ningselementen op het toestel).
Als de keuzetoets niet is ingedrukt, is het Normal-
kanaal (onvervormde sound) geselecteerd. De
groene LED rechts boven de keuzetoets licht op.
Als de keuzetoets is ingedrukt, is het Overdrive-
kanaal (vervormde sound) geselecteerd. De rode
LED links boven de keuzetoets licht op.
5) Un auricular (impedancia ≥ 8 Ω) puede conec-
tarse con la toma PHONES (14). El altavoz está
desconectado si el auricular está conectado.
Atención:
Si utiliza un auricular, no regule nunca el volu-
men muy fuerte. Un volumen demasiado fuerte
puede, a lo largo, generar problemas de audi-
ción. La oreja humana se acostumbra a volú-
menes fuertes y acaba por no percibirlos como
tal, al cabo de un tiempo. Le aconsejamos
entonces de regular el auricular y de no modifi-
carlo.
6) Por fin, conecte el cable de conexión entregado
con la toma (17) y la otra extremidad a una toma
de 230 V~/50 Hz.
Normal
Overdrive
5 Funcionamiento
Gain 2
Gain 1
1) Antes de conectar, es recomendable poner el
potenciómetro VOLUME (13) en el mínimo para
evitar todo ruido fuerte durante la conexión.
Conecte después el amplificador con el inter-
ruptor POWER (16).
Si el modo Standby está activado, (vea capí-
tulo 5.4), ponga el interruptor STANDBY (15) en
la posición "0" si no el amplificador se queda
mudo.
2) Antes de todo, seleccione el canal deseado con
la tecla de selección de canal CHANNEL SE-
LECT (8) o con un pedal conectado con la toma
CHANNEL/GAIN (25) [el pedal es prioritario
sobre el funcionamiento del aparato]:
Si la tecla de conmutación no está pulsada, el
Normal Channel (sonido no distorsionado) está
seleccionado. El LED verde a la derecha, encima
del conmutador brilla.
Si la tecla está pulsada, el Overdrive Channel
(sonido distorsionado) está seleccionado; el LED
rojo a la izquierda encima del conmutador brilla.
NL
B
E
13

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

24.3170

Table des Matières