3.
Haal de schroef aan de linkerzijde van de stan-
daard los.
4.
Bevestig het andere uiteinde van de schoor met de
kruiskopschroef en moer op de beschermplaat, lijn
alles uit en haal de schroeven goed aan.
5.
Leid nu het open uiteinde van de schoor (N) tus-
sen de schroef en de standaardhouder, haal de
schroef licht aan.
6.
Herhaal deze werkwijze aan de andere zijde.
7.
Lijn de beide tafels onderling uit en fixeer deze met
de kruiskopschroeven en moeren (e).
9.5 Montage veiligheidsvoorziening (E - J)
(accessoiretas f) (afb. 11 + 12)
1.
Verbind de veiligheidsvoorzieningen (H) en (I) met
elkaar, fixeer deze met twee kruiskopschroeven,
spanklemmen en moeren.
2.
Bevestig de veiligheidsvoorzieningen (H, I, J) aan
de daarvoor aanwezige boorgaten. Deze bevinden
zich zijdelings op de tafel en de beschermplaat.
Fixeer de veiligheidsvoorziening met zeven kruis-
kopschroeven, spanklemmen en moeren. Monteer
de veiligheidsvoorziening (G) op de bescherming
van de bedieningshendel (11) en fixeer deze met
een kruiskopschroef en moer.
3.
Bevestig nu de veiligheidsvoorzieningen (E + F)
op de bovenzijde. Fixeer deze met acht kruiskop-
schroeven, spanklemmen en moeren.
4.
Fixeer de veiligheidsvoorzieningen (E + F) met
elkaar en gebruik daarvoor twee kruiskopschroe-
ven, spanklemmen en moeren.
m LET OP!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
10. Ingebruikname
Controleer of de machine volledig en conform de voor-
schriften is gemonteerd. Controleer vóór elk gebruik:
• de aansluitingen op defecte punten (scheuren, sne-
den en dergelijke),
• de machine op eventuele beschadigingen,
• of alle schroeven goed zijn aangehaald,
• de hydraulica op lekkage en
• het oliepeil
• de veiligheidsvoorzieningen
10.1 Oliepeil controleren (afb. 17)
De hydraulische installatie is een gesloten systeem
met olietank, oliepomp en stuurventiel. Controleer re-
gelmatig voor elk gebruik het oliepeil. Te laag oliepeil
kan de oliepomp beschadigen. Het oliepeil moet binnen
de middelste markering op de oliepeilstok staan. De ma-
chine moet op effen ondergrond staan. Draai de oliepeil-
stok volledig in om het oliepeil te meten.
10.2 Ontluchtingsschroef
Voor aanvang van de werkzaamheden moet de ont-
luchtingsschroef (7) absoluut met enkele omwente-
lingen worden losgemaakt zodat de luchtcirculatie in
de olietank wordt gewaarborgd. Blijft deze tijdens de
werkzaamheden aangetrokken, leidt de hydraulische
beweging tot een overdruk, die uw machine kan be-
schadigen! Voor elk transport van het apparaat moet
deze schroef absoluut goed worden vastgeschroefd
om olielekkage te vermijden.
10.3 Hout splijten
Splijt alleen houtblokken die recht zijn afgezaagd. Ga
hierbij als volgt te werk:
1.
Leg het te splijten hout recht op het oplegopper-
vlak (9)
2.
Uw machine is uitgerust voor tweehandenbedie-
ning, de linkerhand bedient de bedieningshendel
(12) en de rechterhand de ontgrendelingsknop (6).
3.
Druk de bedieningshendel overeenkomstig de
beschreven wijze omlaag en activeer het splijten
door het indrukken van de activeringsknop (6).
Het loslaten van een van de bedieningsonderdelen
leidt tot een direct stoppen van de machine. Het losla-
ten van de beide bedieningsonderdelen leidt ertoe dat
de drukplaat wordt teruggeschoven.
Als een stuk hout niet binnen 5 seconden kan worden ge-
spleten, moet u direct de werkwijze stoppen. Het te splij-
ten hout is waarschijnlijk te hard voor de capaciteit van
uw machine. Draai het te splijten hout met 90° en probeer
het nogmaals. Voorzichtig:Er bestaat gevaar voor over-
verhitting als het apparaat langer dan 5 seconden continu
wordt gebruikt. Uw apparaat kan beschadigd raken.
10.4 Hefbegrenzing
Bij een kort stuk te splijten hout, is het praktisch, de slag
van de drukplaat (10) te begrenzen. Hiertoe drukt u de
bedieningshendel (12) en de activeringsknop (6) in en
brengt u de drukplaat (10) tot kort voor het te splijten hout.
www.scheppach.com
NL | 59