Télécharger Imprimer la page

Invacare Colibri Manuel D'utilisation page 59

Masquer les pouces Voir aussi pour Colibri:

Publicité

6 Gebruik
6.1 Op- en afstappen
De armsteunen kunnen naar boven worden
gedraaid om beter op of af te kunnen stappen.
De zitting kan ook worden gedraaid om het
op- en afstappen te vereenvoudigen.
1. Trek de hendel A naar boven om de
stoel los te koppelen.
2. Draai de gehele zitting B naar de
zijkant.
De vergrendelingshendel van de stoel
klikt automatisch weer vast na acht
keer draaien.
6.2 Voordat u voor het eerst gaat rijden
Voordat u de eerste rit maakt, moet u goed kunnen omgaan met de
scootmobiel en alle bedieningselementen. Neem uw tijd om alle
functies en rijmodi uit te proberen.
Als een bekkengordel is geïnstalleerd, moet deze op de juiste
wijze worden afgesteld. U dient deze altijd te dragen wanneer
u de scootmobiel gebruikt.
Comfortabel zitten = veilig rijden
Zorg er voor elke rit voor dat:
Alle bedieningsconsoles binnen handbereik zijn.
l
de accu voldoende is opgeladen voor de afstand die u wilt
l
afleggen;
de bekkengordel (als deze is geïnstalleerd) perfect in orde is en
l
de achteruitkijkspiegel (indien geïnstalleerd) op de juiste wijze is
l
afgesteld, zodat u altijd achteruit kunt kijken zonder voorover te
buigen of uw zithouding aan te passen.
6.3 Obstakels
6.3.1 Maximale obstakelhoogte
De maximale obstakelhoogte bedraagt:
45 mm (bandtype 200 x 50)
l
50 mm (bandtype 210 x 65)
l
Voor meer informatie raadpleegt u 12.1 Technische specificaties,
pagina 68.
6.3.2 Veiligheidsinformatie als u obstakels oprijdt
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
— Nader obstakels nooit diagonaal, maar altijd in een
rechte hoek zoals hieronder wordt aangegeven.
— Zet de rugleuning altijd rechtop voordat u een obstakel
oprijdt.
1675751-C
6.3.3 De juiste manier om obstakels te nemen
Goed
Oprijden
1. Benader de stoeprand of het obstakel langzaam frontaal.
Verhoog de snelheid kort voordat de voorwielen de hindernis
raken en verlaag de snelheid pas nadat de achterwielen ook over
de hindernis zijn geklommen.
Afrijden
1. Benader de stoeprand of het obstakel langzaam frontaal.
Verminder snelheid voordat de voorwielen het obstakel raken en
houd deze aan totdat ook de achterwielen van het obstakel zijn
afgekomen.
6.4 Hellingen op- en afrijden
B
A
het nominale hellingspercentage is 6° (10,5%). Voor informatie over
het nominale hellingspercentage raadpleegt u 12.1 Technische
specificaties, pagina 68.
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
— Rijd nooit met meer dan 2/3 van de maximumsnelheid
bergafwaarts.
— Vermijd plotseling remmen of versnellen op hellingen.
— Rijd indien mogelijk niet op natte, gladde, bevroren of
olieachtige oppervlakken (zoals sneeuw, grind, ijs
enzovoort) waar de kans bestaat dat u de controle over
het voertuig verliest, vooral op een helling. Dit kan ook
het geval zijn op geverfde of anderszins behandelde
houten oppervlakken. Rijd zeer langzaam en uitermate
voorzichtig als u dit soort oppervlakken niet kunt
vermijden.
— Stap niet uit uw scootmobiel als u zich op een hellend
vlak of op een helling bevindt.
— Volg de straat of het pad waarop u rijdt altijd in een
rechte lijn in plaats van zigzaggend te rijden.
— Draai nooit om op een hellend vlak of een helling.
VOORZICHTIG!
De remweg is heuvelafwaarts veel langer dan op een
gelijkmatig terrein
— Rijd nooit een helling af die de nominale helling
overschrijdt (raadpleeg 12.1 Technische specificaties,
pagina 68).
6.5 Parkeren en stilstaan
Als u uw voertuig parkeert of het gedurende een langere periode
zonder toezicht laat staan:
1. Zet met de sleutel de stroomvoorziening uit en verwijder deze uit
het sleutelgat.
6.6 De scootmobiel met de hand duwen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor lichamelijk letsel
Tijdens het duwen van de scootmobiel kan de rugleuning
onverwacht naar voren klappen.
— Duw de scootmobiel niet vooruit aan de rugleuning.
6 Gebruik
Fout
59

Publicité

loading