vergroten de kans dat de zaag vastloopt en de zaag niet goed
recht uitkomt (draait).
7. HET OPnIEUW sTaRTEn Van EEn ZaaGsnEDE TERWIJL
DE TanDEn Van DE ZaaG VasTsTaan TEGEn HET
MaTERIaaL
a. De zaag moet eerst op volle bedrijfssnelheid worden
gebracht en pas daarna mag een zaagsnede worden gestart
of opnieuw worden gestart, nadat de unit is gestopt met het
zaagblad in de zaagsnede. Als u de zaag niet eerst op volle
snelheid laat komen, kan dat leiden tot vastlopen en terugslag.
Alle andere omstandigheden die knellen, vastlopen, buigen of
een verkeerde uitlijning tot gevolg kunnen hebben, kunnen
leiden tot een terugslag. Raadpleeg de hoofdstukken Nadere
veiligheidsinstructies voor alle zagen en Zaagbladen voor
procedures en technieken die het optreden van terugslag
zoveel mogelijk voorkomen.
Zaagdiepteafstelling (Afb. E, F)
1. Maak de hendel voor de diepteafstelling
hendel omhoog te halen.
2. Zet voor het verkrijgen van de juiste zaagdiepte het juiste
merkteken op de strook voor de diepteafstelling
uitsparing
30
op de bovenste zaagbladbeschermkap.
3. Zet de diepteafstellingshendel vast.
4. Zet voor de meest efficiënte werking met een zaagblad met
een carbide tip de diepteafstelling zo, dat ongeveer de helft van
een tand onder het oppervlak van het te zagen hout uitsteekt.
5. In Afbeelding F wordt een methode getoond voor het
controleren van de juiste zaagdiepte. Leg een stuk van het
materiaal dat u wilt gaan zagen langs het zaagblad, zoals in de
Afbeelding wordt getoond, en kijk hoeveel van een tand buiten
het materiaal steekt.
Afstelling van de hendel voor de
zaagdiepteafstelling (Afb. E)
Misschien wilt u de stand van de hendel voor de
zaagdiepteafstelling
4
wijzigen. De hendel kan na verloop van
tijd losraken en voor het vastzetten de grondplaat raken.
De hendel vastzetten:
1. Houd de hendel voor de diepteafstelling
moer
18
los.
2. Stel de hendel voor de diepteafstelling af door de hendel
ongeveer 1/8 slag in de gewenste richting te draaien.
3. Moer weer vastzetten.
Afstelling afschuinhoek (Afb. A, G)
U kunt het mechanisme voor de afschuinhoek afstellen tussen
0° en 57°.
U kunt door gebruik te maken van de markeringen voor
de fijnafstelling op de draaibeugel
zaagresultaten bereiken.
1. Maak de hendel voor de aanpassing van de afschuinhoek
los door de hendel omhoog te halen.
2. Kantel de grondplaat in de gewenste hoek door de
nauwkeurige aanwijzer voor de afschuinhoek
het merkteken van de gewenste hoek op de draaibeugel
te zetten.
3. Zet de hendel voor de aanpassing van de afschuinhoek vast
door de hendel omlaag te brengen.
Vast punt schuine zaagsnede (Afb. A, G)
De DCS570 is uitgerust met een functie voor de instelling van
een vaste punt voor de afschuinhoek. Wanneer u de grondplaat
4
los door de
tegenover
20
vast en draai de
4
21
nauwkeurige
10
22
tegenover
21
kantelt
5
, hoort u een klik en voelt u dat de grondplaat vastklikt
op 22,5 graad en op 45 graden. Zet, als één van deze standen
de gewenste hoek is, de hendel
omlaag te brengen. Als u een andere hoek wilt instellen, kantelt
u de grondplaat verder totdat de grove aanwijzer
afschuinhoek of de fijne aanwijzer
tegenover het gewenste merkteken staat.
Indicator zaaglengte (Afb. A)
De markeringen aan de zijkant van de grondplaat
de lengte van de sleuf die in het materiaal wordt gezaagd bij
de volledige zaagdiepte. De markeringen geven stappen van
5 mm aan.
Zaagsnede-indicator (Afb. I)
De voorzijde van de zaagschoen heeft een indicator voor de
zaagsnede
voor verticaal zagen en onder een schuine hoek
9
zagen. Met deze indicator kunt u de zaag langs zaaglijnen
geleiden, die u op het te zagen materiaal hebt afgetekend. De
zaagsnede-indicator wijst naar de linker (buiten)zijde van
het zaagblad, waardoor de sleuf of "zaagsnede" die door het
draaiende zaagblad wordt gezaagd, rechts van de indicator
uitkomt. Leid de zaag langs de afgetekende zaaglijn zodat de
zaagsnede uitkomt op het restmateriaal.
De Parallelle Langsgeleiding monteren en
afstellen (Afb. N)
De parallelle langsgeleiding
parallel aan de rand van het werkstuk.
Monteren
1. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
zodat de parallelle langsgeleiding kan passeren.
2. Steek de parallelle langsgeleiding
wordt afgebeeld.
3. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
Afstellen
1. Draai de afstellingsknop van de langsgeleiding
zet de parallelle langsgeleiding
U kunt de afstelling aflezen van de schaalverdeling van
de langsgeleiding.
2. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
Het mondstuk van de stofafzuiging
monteren (Afb. A, P)
Uw cirkelzaag wordt geleverd met een mondstuk voor
de stofafzuiging
.
29
De poort voor stofafzuiging installeren
1. Maak de hendel voor de afstelling van de zaagdiepte
helemaal los.
2. Plaats de grondplaat
5
3. Houd de linkerhelft van de poort voor de stofafzuiging
tegenover de bovenste zaagbladbeschermkap
afgebeeld. Het is belangrijk dat u de nok in de uitsparing op
het gereedschap steekt. Wanneer u dit op juiste wijze uitvoert,
zal het mondstuk geheel over de oorspronkelijke diepte van de
zaagsnedeaanwijzer klikken.
4. Zet het rechtergedeelte
5. Plaats de schroeven en draai ze stevig vast.
Voor ingebruikneming
• Controleer dat de beschermkappen goed zijn gemonteerd. De
zaagbladbeschermkap moet gesloten zijn.
nEDERLanDs
10
vast door de hendel
23
22
van de afschuinhoek
5
tonen
wordt gebruikt voor het zagen
28
wat losser
27
28
in de grondplaat, zoals
vast.
27
27
op de gewenste breedte.
28
27
vast.
in de laagste positie.
32
, zoals wordt
29
tegenover het linker.
van de
los en
4
29
75