Relatieve O 2 -meting:
1.
Druk op
tijdens een O
aanwezige waarde en trekt ze automatisch af van alle volgende
metingen. Dit wordt aangegeven door een knipperende [r] in de
aflezing en men kan het zo dikwijls herhalen als men wil.
2.
Druk op MODE om weer de normale waarden af te lezen.
∗ U kan ook de verzadigingsstroom (nA) en het verzadigingspunt
(ppm) controleren door achtereenvolgens
[Cur=67.9] & [Sat=8.73]. Zie ook GLP-protocol.
∗ Het apparaat weigert automatisch te standaardiseren wanneer de
elektrode onstabiel is. Onvoldoende roeren of een versleten
elektrode kan hier de oorzaak van zijn. Kies een lagere resolutie voor
een snellere standaardisatie of vervang het membraan en het
elektrolyt van de elektrode!
∗ De polarisatietijd van de elektrode kan oplopen tot ±15 minuten na
het vervangen of hervullen van de meetkop.
∗ Druk op RES om de O
ppm of tussen 1 en 0,1 %.
Meting:
1.
Lees de temperatuur af door op °C te drukken.
Ijking:
1.
Druk op CAL om de °C-schaal te verschuiven t.o.v. een referentie-
temperatuur. Dompel de elektrode in een oplossing van gekende
temperatuur.
2.
Op de aflezing verschijnt b.v. [°C =22.3]. IJk met
waarde en druk terug op CAL of druk op RES om naar absolute
aflezingen terug te keren.
GEGEVENS-UITWISSELING
Aan de (+) en (-) klemmen kan een schrijver gekoppeld worden. De
uitgang van 0 tot 2 V komt overeen met 0 tot 60 ppm of 600 %. Gebruik
enkel laboratorium schrijvers met een hoge ingangsimpedantie!
1.
Kies het O
-bereik (ppm of %) met MODE.
2
2.
Controleer de verzadigingsstroom (nA) en het verzadigingspunt
(ppm) door achtereenvolgens op
[Sat=8.73].
3.
Druk op PRINT om een volledig calibratierapport af te drukken, b.v.:
-meting. Het toestel onthoudt dan de
2
-resolutie te veranderen tussen 0,1 en 0,01
2
te drukken: b.v. [Cur=67.9] &
te drukken: b.v.
of
de juiste
Relatieve
meting
Temperatuur
meting
Analoge
uitgang
GLP-protocol
21