Bosch RD 50153-B Manuel D'utilisation page 10

10 Safety valves
Handleiding voor veiligheidskleppen
Conform Richtlijn 2014/68/EU
Bedienend personeel
Drukapparaten mogen alleen door hydraulisch geschoold personeel
gemonteerd en in bedrijf genomen worden.
Betekenis van de symbolen (volgens ANSI Z535.6)
Geeft een gevaarlijke situatie aan die,
indien deze niet wordt vermeden, de dood
GEVAARRD
of ernstig letsel tot gevolg heeft.
Geeft een gevaarlijke situatie aan die,
indien deze niet wordt vermeden, de dood
WAARSCHUWING
of ernstig letsel tot gevolg heeft.
Schade aan eigendommen: Het product of
AANWIJZING
het milieu kan beschadigd raken.
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAARRD
Drukapparaat (veiligheidsklep) niet demonteren voordat het systeem
drukloos is gemaakt. Restdruk moet met manometer gecontroleerd
worden.
WAARSCHUWING
Het gebruik van het veiligheidsventiel buiten de toegestane grenzen
leidt tot gevaar en is niet toegestaan. Het veiligheidsventiel alleen in
afgekoelde toestand aanraken. Veiligheids ventielen mogen niet als
regelventielen gebruikt worden.
Uittredende bedrijfsmedia door defecten, verkeerd gemonteerde
ventielen of bij het ontluchten niet inademen of inslikken.
Toegestane afblaasstroom mag niet overschreden worden
(zie TÜV-certificaat).
AANWIJZING
Het veiligheidsventiel mag alleen conform de handleiding van de
machine c.q. de installatie gebruikt worden.
De op de plaats van opstelling geldende voorschriften voor
ingebruikneming en tijdens het bedrijf moeten in acht genomen
worden.
Voor het aanhouden van de bestaande voorschriften is uitsluitend
de exploitant verantwoordelijk.
Het veiligheidsventiel mag niet uit elkaar gehaald worden. Het
ventiel is niet geschikt voor gebruik met corrosieve bedrijfs middelen
of corrosieve atmosferen. De ingestelde openingsdruk is door een
expert gecontroleerd en verzegeld. Het loodje mag niet verwijderd
of beschadigd worden.
Technische gegevens
Model
Aansluitsoort
Max. bedrijfsdruk
Max. doorstroom
Omgevingstemperatuurbereik
Bedrijfstemperatuurbereik
Bedrijfsvloeistof
EU-Conformiteitsverklaring zie pagina 18.
Bosch Rexroth Oil Control S.p.A., RD 50153-B/2021-06-30
NL
Aanwijzingen bij de ingebruikneming
Typecertificaat en conformiteitsverklaring met de gegevens op het
ventiel checken en zorgvuldig bewaren.
Montage
Het veiligheidsventiel op volledigheid van alle onderdelen
controleren. Het ventiel moet toegankelijk geplaatst zijn, zodat
bediening gegarandeerd is.
Bij het blokinbouwventiel de in de catalogus RDEF 50153.
Ventiel in de daarvoor voorziene opening plaatsen en met het
aangegeven draaimoment aantrekken.
Bij het buisleidingventiel moeten ook de buisaansluitingen zo
aangelegd worden dat de reactiekrachten bij ontlasting opgenomen
worden. Zie voor aantrekmomenten de volgende tabel.
Schroefdraad
M35 x 1,5
M18 x 1,5
G1/2
Ingebruikneming
Na de montage moet het correcte buizennet gecontroleerd worden.
De afvoer van de oliestroom in de tank moet daarbij door een
drukvaste, voldoende gedimensioneerde leiding plaatsvinden. Na
controle van de insteldruk kan het ventiel in gebruik genomen
worden.
Onderhoud / Functiecontrole
Een functiecontrole wordt elk half jaar aangeraden. Het ventiel moet
daarbij als volgt ontlast worden: vastzetting instelspil losmaken
door de knevel naar links te draaien. Instelspil er via handwiel tot de
aanslag uitdraaien. Volledige ontlasting met manometer controleren.
Insteldruk instellen:
Instelspil via handwiel naar rechts tot de plaats van de contraknevel
op de ventielschouder naar binnen draaien. Contraknevel naar
binnen trekken, dan insteldruk controleren.
Demontage
Totale systeem drukloos maken. Veiligheidsventiel op temperatuur
controleren.
Ventiel met geschikt gereedschap van de buisleidingen losmaken
c.q. uit het inschroefgat draaien.
Milieu / verwijderen
Niet meer te gebruiken ventielen en het eventueel in het ventiel
achtergebleven bedrijfsmedium moeten op milieuvriendelijke wijze
verwijderd worden.
Direct gestuurde afsluiter
Leidingsaansluiting of blokinbouw
360 bar
150 l/min (drukafhankelijk zie verklaring)
–15 °C...+65 °C
–10 °C...+80 °C
Minerale olie (andere vloeistoffen op aanvraag)
Aantrekmoment Type
70 +30 Nm Blokinbouw
90 +10 Nm Buisleiding
115 +10 Nm Buisleiding