Benning CM 1-1 Notice D'emploi page 67

Masquer les pouces Voir aussi pour CM 1-1:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23
8.4 Weerstandsmeting
-
Kies met de draaiknop 2 van de BENNING CM 1-3 de gewenste instelling
(Ω).
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING CM 1-3.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω 7 van de
BENNING CM 1-3.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display 3 van de
BENNING CM 1-3.
Opmerking:
-
Voor een juiste meting mag er geen spanning staan op de meetpunten.
-
Bij kleine weerstanden kan het meetresultaat worden verbeterd door de
weerstand van het veiligheidsmeetsnoer vast te stellen door de meet-
pennen even kort te sluiten en de aldus vastgestelde waarde af te trekken
van de totaal vastgestelde weerstand.
Zie fig. 5:
8.5 Diodencontrole
-
Kies met de draaiknop 2 de gewenste instelling (
ling) HOLD-
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING CM 1-3.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω 7 van de
BENNING CM 1-3.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpunten
van de diode en lees de gemeten waarde af in het display 3 van de
BENNING CM 1-3.
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode wordt een
stroomspanning tussen 0,400 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding
"000" wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding "OL" geeft een
onderbreking in de diode aan.
-
Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt "OL" aangegeven. Bij een
defecte diode wordt "000" of een andere waarde aangegeven.
Zie fig. 6:
8.6 Doorgangstest met akoestisch signaal
-
Kies met de draaiknop 2 de gewenste instelling (
ling) HOLD-
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING CM 1-3.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω 7 van de
BENNING CM 1-3.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit. Indien de gemeten weerstand in het circuit tussen de COM-
contactbus 6 en de contactbus voor V, Ω 7 50 Ω kleiner is, wordt een
akoestisch signaal afgegeven.
Zie fig. 6:
8.7 Spanningsindicator
De spanningsindicatorfunctie is vanuit alle posities van de draaiknop mogelijk.
Bij de spanningindicator zijn geen meetsnoeren nodig (contactloze registratie
van een wisselveld). Aan de bovenkant achter het LED bevind zich de opna-
mesensor. Bij het in werking stellen van de "VoltSensor"-toets 5 dooft de
verlichting in het display (foutief ingeschakeld). Indien er een fasenspanning
gelokaliseerd wordt, wordt er een akoestisch en rood ledsignaal J afgegeven.
Alleen in het geaarde wisselstroomnet verschijnt een melding! Met een één-
polig meetsnoer kan ook de fase vastgesteld worden.
Praktijktip:
onderbrekingen (kabelbruggen) in openliggende kabels, bijv. kabelhaspels,
lichtslang, etc. zijn van de voedingsbron (fase) tot de onderbrekingsplek te
volgen.
Functiebereik: ≥ 230 V
Zie fig. 7:
8.7.1
Fasentest
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING CM 1-3.
-
Het veiligheidsmeetsnoer inpluggen met het meetpunt en de toets 5
("VoltSensor") in werking stellen.
-
Het oplichten van het rode led J en het weerklinken van een akoestisch
signaal betekent dat dit meetpunt de fase van een geaarde wisselspanning
is.
04/ 2019
weerstandsmeting
„diodentest" van de BENNING CM 1-3.
diodecontrole/ doorgangstest met akoestisch signaal
„doorgangstest" van de BENNING CM 1-3.
diodecontrole/ doorgangstest met akoestisch signaal
spanningsindicator met zoemer
BENNING CM 1-3
) en toets (omschake-
) en toets (omschake-
61

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Cm 1-2Cm 1-3044061044062044063

Table des Matières