Ventilatie Van Het Lokaal; Installatie; Voorbereiding; Plaatsing Van Het Toestel - Dovre 2530GA P Installation Et Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

3.2.

Ventilatie van het lokaal

Verbranding van hout, kolen, mazout of gas verbruikt zuurstof. Het is dus van groot
belang dat de ruimte waar het toestel geïnstalleerd wordt, voldoende verlucht of
geventileerd wordt.
Bij een onvoldoende verluchting kan de verbranding verstoord worden, en kan de
feilloze afvoer van de rookgassen door de schoorsteen niet meer gegarandeerd wor-
den, met mogelijk rookgasuitwasemingen in de woonkamer tot gevolg.
Plaats desnoods in de kamer een verluchtingsrooster die toevoer van verse lucht
garandeert. Deze voorziening is zeker nodig bij goed geïsoleerde ruimtes, wanneer
er mechanische ventilatie aanwezig is. Voor minimum verluchtingsopeningen wordt
verwezen naar de van toepassing zijnde norm.
Let ook op andere luchtverbruikers die in dezelfde ruimte of in de woning aanwezig
zijn, zoals een ander verwarmingstoestel, een dampkap, een droogkast of een bad-
kamerventilator. Gebruik deze toestellen niet als de haard brandt, of zorg voor een
extra luchttoevoer in functie van deze toestellen.
4.

Installatie

4.1.

Voorbereiding

Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op transportschade en/of zichtbare
schade en breng desgevallend de leverancier op de hoogte. Stel het ondertussen
niet in werking.
Ga na of de gegevens op de kenplaat overeenkomen met de lokale gassoort en de
druk, en met de aard van uw installatie.
Teneinde beschadiging van het toestel te vermijden tijdens de plaatsing, is het
aangeraden vooraf alle losse onderdelen en accessoires die zich in het toestel
bevinden, te verwijderen.
Met behulp van een schroevendraaier kan de glasdeur geopend worden.
4.2.

Plaatsing van het toestel

Het toestel moet worden geplaatst in een nis uit onbrandbaar materiaal. De afmetin-
gen van de nis moeten zodanig worden gekozen dat de haard vlot kan geplaatst
worden en voorzien van de nodige isolatie. De ruimte tussen de buitenafmetingen
van het toestel en de randen van de nis, wordt afge sloten door de afwerkingskader
van het toestel.
Let erop dat het toestel op de juiste diepte in de nis geplaatst wordt, zodat de kader
perfect op de muur aansluit (zie bijlage 2 : afmetingen).
4.3.

Aansluiting op het schoorsteenkanaal

De aansluitkraag moet hermetisch met de schoorsteen worden verbonden.
Gebruik eventueel het "Dovre bajonet"-systeem (in optie): Monteer eerst op de
schroeven op de topplaat van het toestel een moer, een rondel en dan weer een
moer (links en rechts van de aansluitkraag). Onde r deze rondellen komt later de
sleutel vast zitten. De aansluitbuis diameter 100 mm, eventueel een
flexibele, wordt op het gietijzeren kraagje gemonteerd met een
klemring,
met
daartussen
inbouwhoogte kan men nadat het toestel in de nis geschoven wordt,
met de sleutel de buis in de aansluitkraag van het toestel brengen
met behulp van een lange schroevendraiaer of stang. Door de
sleutel naar rechts te draaien wordt het geheel gefixeerd.
2530GA(P)
de
sleutel.
Met
- 7 -
een
minimale
03.27603.000

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières