Télécharger Imprimer la page

KRATOS SAFETY MULTISAFEWAY Mode D'emploi page 18

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
Deze handleiding dient te worden vertaald door de doorverkoper in de taal van het land waar de uitrusting wordt gebruikt, tenzij de vertaling wordt
geleverd door de fabrikant. Voor uw veiligheid dient u de gebruiksinstructies, controle-instructies en instructies voor onderhoud en opslag strikt in acht
te nemen.
De maatschappij KRATOS SAFETY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor elk direct of indirect ongeluk dat zich voordoet als gevolg van
een gebruik anders dan het gebruik bedoeld in deze handleiding, gebruik deze uitrusting niet buiten haar grenzen!
GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN: De MULTISAFEWAY is een verankeringspunt conform de norm EN 795:2012
Type A, de platen (FA 60 022 01 en FA 60 022 02) moeten worden bevestigd in/op een structuur, terwijl de arm en de stuteenheid tijdelijk kunnen worden
geïnstalleerd. De arm en de stuteenheid kunnen worden vervoerd en kunnen in verschillende platen worden geïnstalleerd. De MULTISAFEWAY kan
slechts door één persoon per keer worden gebruikt en is bedoeld om beperkte ruimtes zoals bassins, silo's, riolen, putten enz. te kunnen bereiken of voor
gevelwerken.
De MULTISAFEWAY-verankering is een combinatie van minstens drie elementen: Stutarmen + stuteenheid + bevestigingsplaat. Biedt optioneel het
gebruik van aanpassingsplaten. Elk onderdeel is hieronder beschreven. Het is cruciaal dat ALLEEN ORIGINELE ELEMENTEN VAN KRATOS
SAFETY worden gebruikt.
MULTISAFEWAY is ook conform de Machinerichtlijn 2006/42 EEG voor het hijsen van een gewicht van max. 300 kg.
Alle elementen (katrollen, kappen , veiligheidspennen, enz.) zijn onmogelijk te verliezen.
Drie mogelijke gebruiksposities:
A= hoge positie
B= tussenliggende positie
C= lage positie
De verschillende elementen van MULTISAFEWAY:
De stutarmen (1): uitgerust met twee verankeringsringen aan het uiteinde van de armen waarmee een antivalsysteem EN363 kan worden bevestigd
(antival met automatische rappel of een flexibele glijdende antival op verankeringsbasis ...) en een hulpinstrument hangend aan een kabel.
Het uiteinde van de stutarm is voorzien van 2 eindkatrollen voor het het doorsteken van kabels, beschermd door een kap.
Het andere uiteinde van de arm is geschikt voor hijsmiddelen voor reddingsdoeleinden EN1496 Klasse A (type reddingshaspel – ref. FA 60 003 20 (20 m)
of FA 60 003 30 (30 m). De bevestigingen (draadbouten met moeren) van de reddingshaspel op de stutarmen worden geleverd met de MULTISAFEWAY.
De stutarm is tot slot uitgerust met een geleidingskatrol, geplaatst op de as van de arm.
De stutarm is indexeerbaar in 3 posities (hoog, tussenliggend, laag).
De stuteenheid (2): Biedt plaats voor een aanpassingsplaat - ref. FA 60 022 03 / FA 60 022 04 / FA 60 022 05, voor installatie van een antival met
automatische rappel met geïntegreerde hijsmiddelen voor reddingsdoeleinden EN1496 klasse B - ref. FA 20 401 10/S (10 m) / FA 20 401 20/R/S (20
m) / FA 20 401 30/S (30 m).
De vloerbevestigingsplaat (3): deze wordt bevestigd op een perfect horizontaal oppervlak en is voorzien voor het plaatsen van de stuteenheid. Het
geheel moet perfect stabiel zijn.
De muurbevestigingsplaat (4): deze wordt bevestigd op een perfect verticaal oppervlak en is voorzien voor het plaatsen van de stuteenheid. Het geheel
moet perfect stabiel zijn.
Deze twee platen zijn uitgerust met een indexeringsvinges (knop) waarmee de stut 360° kan draaien. Tijdens het gebruik is het aanbevolen de stut vast
te zetten op een vaste positie.
De stut (armen + eenheid) kan worden vervoerd en kan op verschillende sites worden gebruikt. De bevestigingsplaten zelf (muur of vloer), moeten
absoluut op permanente wijze worden geïnstalleerd in de structuur.
INSTALLATION:
De basisstructuur moet in bestand zijn tegen belastingen die equivalent zijn met 22,1 MPa of 22,1N/mm2. De structurele bevestigingselementen/
ankers moeten worden gekozen op basis van deze inspanning. Ze moeten bovendien in roestvrij staal zijn en de afmeting M16, klasse A470 (mini-
mum) hebben.
De bepaling van de afmetingen van de structurele ankers (lengte), het bevestigingstype (chemische, mechanische of andere bevestiging), de positie
van de structurele ankers en bijgevolg de plaat, moeten worden gevalideerd door de berekening door een ingenieur in functie van de basisstructuur
en de configuratie van de site.
Zodra de bevestigingsplaat is geïnstalleerd: trek de indexeringsvinger die erop is geplaatst en draai 90°, installeer de stuteenheid en duw de
indexeringsvinger terug. Installeer de stutarm en stop de veiligheidspen erin en lijn deze uit op de stuteenheid. Kies vervolgens de positie van de arm
(hoog, tussenliggend, laag) op basis van afbeelding 1 in het schema en stop de tweede veiligheidspen naar binnen. De stut is klaar voor gebruik.
èAls u een reddingshaspel installeert (A) – ref. FA 60 003 20 (20 m) of FA 60 003 30 (30 m): gebruik de bevestigingen die hiervoor zijn geleverd
(M12x105 + moer nylon ring) (Fig. 2 & 3, p. 3), rol de kabel uit tot het uiteinde van de stutarm, verwijder de veiligheidspen (Fig. 4) en til de kap op.
Stop vervolgens de kabel zorgvuldig door de eindkatrol (Fig. 5), sluit de kap en stop de veiligheidspen erin.
Ref
FA 60 022 00
FA 60 022 01, FA 60 022 11
FA 60 022 02, FA 60 022 12
FA 60 022 13
Beschrijving
Stutarmen + stuteenheid
Bevestigingsplaat vloer
Bevestigingsplaat muur
Bevestigingsplaat vloer, te plaatsen/storten in beton
Abb. 1
(A)
18
(1)
(B)
(2)
(3)
(4)
NL

Publicité

loading