Scheppach SG1000 Traduction Des Instructions D'origine page 53

13. Reduceer het vermogen bij hogere temperaturen,
grote hoogtes en vochtigheid als volgt.
• Max. werktemperatuur: 40 °C
• Max. hoogte: 1000 m
• Max. vochtigheid: 90 %
14. Gebruik de motor niet in gesloten ruimtes, waar-
in zich gevaarlijke koolmonoxidedampen kunnen
verzamelen.
15. Houd de generator vrij van olie, vuil en andere ver-
ontreinigingen.
16. Plaats het apparaat altijd op een effen en stabiele
ondergrond. Generator niet op bosgrond gebrui-
ken, generator straalt tijdens het bedrijf en in de
afkoelfase hitte af en kan brandbare materialen
ontsteken!
17. Gebruik het apparaat nooit in gebouwen of in een
omgeving zonder correcte ventilator, bijvoorbeeld
in mijnen, grotten, uitgravingen en kielruimtes. Let
op de luchtstroom en de temperatuur.
18. Zorg ervoor dat het verlengsnoer, de voedingska-
bel en alle elektrische componenten in een goede
staat verkeren. Gebruik elektrisch gereedschap
nooit met een beschadigde of defecte voedings-
kabel.
19. Het apparaat niet in vochtige of natte omgevingen
of op sterk geleidende oppervlakken gebruiken of
bewaren, zoals bijvoorbeeld metalen coatingen of
staalconstructies.
20. Controleer of de geluidsdemper en het luchtfilter
conform de voorschriften functioneren. Deze on-
derdelen dienen als vlamvertrager bij een vlamin-
slag.
21. Voordat er elektrische leidingen worden aangeslo-
ten, dient het apparaat zijn volledige toerental te
hebben bereikt. Maak de klemmen van de leidin-
gen los, voordat u de motor uitschakelt.
22. Om letsel door stroomslag te voorkomen, dient u
erop te letten dat de brandstoftank niet helemaal
leeg is als de elektrische leidingen worden aan-
gesloten.
23. De belasting mag niet hoger zijn dan aangegeven
op het typeplaatje van de generator. Overbelasting
kan tot een beschadiging of een kortere levens-
duur van de machine leiden.
24. Om verbrandingen te voorkomen, mag u het uit-
laatgassysteem of andere onderdelen van de mo-
tor of generator niet aanraken, omdat deze heet
worden tijdens het bedrijf. Let op de waarschuwin-
gen aan de generatorgroep.
25. Sluit het apparaat niet aan op huishoudelijke stop-
contacten. De generatorgroep mag niet met an-
dere stroombronnen worden verbonden, bijvoor-
beeld het stroomnet van het elektriciteitsbedrijf.
In speciale gevallen, als een stand-by-verbinding
met aanwezige elektrische installaties wenselijk
is, mogen deze uitsluitend door een bevoegd elek-
trotechnicus worden uitgevoerd, die daarbij reke-
ning dient te houden met de verschillen tussen
het gebruik van de apparatuur op het openbare
stroomnet, of op de generatorgroep.
26. De motor mag niet worden gebruikt met een te
hoog toerental. Als u de motor met een te hoog
toerental laat draaien, vormt dit gevaar voor letsel.
Delen, die het toerental beïnvloeden, mogen niet
gewijzigd of vervangen worden.
27. Er dient regelmatig op lekken of slijtdeeltjes in het
brandstofsysteem gecontroleerd te worden, die
kunnen optreden door poreuze slangen, losse of
ontbrekende klemmen en schade aan de tank of
het tankdeksel. Voor gebruik moeten alle defecten
zijn verholpen.
28. Werk alleen bij daglicht of bij geschikt kunstlicht.
29. Transporteer nooit een machine waarvan de motor
nog draait.
30. Schakel de motor uit:
• Altijd, als u de machine verlaat
• Voordat u brandstof bijvult
31. Voordat u de generator of de motor controleert of
instelt, moet de bougie c.q. de ontstekingskabel
worden verwijderd, om onwillekeurig inschakelen
te voorkomen.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
1. Er mogen geen veranderingen aan de generator
worden aangebracht.
2. Er mogen voor het onderhoud en als accessoires
uitsluitend originele onderdelen worden gebruikt.
3. Let op: Gevaar voor vergiftiging, uitlaatgassen,
brandstoffen en smeermiddelen zijn giftig. Uitlaat-
gassen mogen niet worden ingeademd.
4. Kinderen uit de buurt houden van de generator
5. Let op: Gevaar voor brandwonden, uitlaatsysteem
en aandrijfaggregaat niet aanraken
6. Gebruik een geschikte gehoorbescherming, in-
dien u zich in de buurt van het apparaat bevindt.
7. Let op: Benzine en benzinedampen zijn licht ont-
vlambaar resp. explosief.
www.scheppach.com NL | 53