Onderhoud Van De Sensor; Opmerkingen Voor De Zuurstofmeting - Lovibond SD 310 Oxi Mode D'emploi

7.3 Onderhoud van de sensor

Wanneer de elektrode niet meer gekalibreerd kan worden of geeft het alleen nog maar
onstabiele meetwaarden, dan moet deze worden onderhouden resp. de membraankap moet
worden vervangen.
Voor onderhoud kunt u in principe dezelfde procedure aanhouden als bij de eerste vulling.
Maar eerst wordt de membraankop losgeschroefd en de oude elektrolyt verwijderd.
Schroef de membraankop eraf en met een papieren doek de elektrolytoplossing afvegen.
Let op: Oude elektrolyt komt vrij!
Als de membraan onbeschadigd is dan kan de membraankop opnieuw worden gebruikt.
Anders moet de membraankop worden vervangen. Het vullen van de sensors gaat als volgt:

8. Opmerkingen voor de zuurstofmeting

Bij de meting van opgeloste zuurstof moet met het volgende rekening worden gehouden:
• Vóór de meting moet de opslagfles worden verwijderd
• De sensor moet gekalibreerd zijn.
• Sensor en de te meten vloeistof moeten dezelfde temperatuur hebben
(temperatuur laten aanpassen)
• De sensor moet minstens 3 cm in de te meten vloeistof worden ondergedompeld
• Metingen zijn alleen met een minimale aanstroomsnelheid van ca. 30 cm/sec
voldoende nauwkeurig: Deze wordt door permanent roeren of door het gebruik van een
desbetreffende roervoorziening bereikt!
• De meting is gevoelig voor schokken!
Let er daarom absoluut op, dat bij het roeren in de meetvloeistof de sensor het reservoir niet
raakt, omdat dit tot een duidelijke beïnvloeding van de meetwaarde kan leiden.
- De optimale gebruikspositie wordt bereikt, als de sensoropening naar beneden wijst.
Uit het sensorsignaal en de temperatuur worden de partiële druk van de zuurstof, de
zuurstofconcentratie [mg/l] en de zuurstofverzadiging [%] berekend. De meting is volgens
DIN38408-C22 op waterdampverzadigde lucht gebaseerd.
184 SD_310_2 07/2018