Wat U Weten Moet; Aanbevolen Accessoires; Reiniging En Ontsmetting; Reizen - Taema FREELOX Manuel D'utilisation

Taema FREELOX

1. Aanbevolen accessoires

De met FREELOX gebruikte accessoires dienen:
- geschikt te zijn voor zuurstof,
- biocompatibel te zijn
- en voldoen aan de algemene eisen van de EN 60601-1 en
de richtlijn EEG 93/42,
en mogen niet antistatisch of elektrisch geleidend zijn.
De verbindingen, buizen, maskers en sonden dienen
speciaal geschikt te zijn voor zuurstofbehandelingen.
De lengte van de slang die de patiënt met het FREELOX -
magazijn verbindt, dient niet langer dan 15 meter te zijn,
teneinde te zorgen voor de juiste hoeveelheid aangevoerde
zuurstof.
Het gebruik van accessoires die niet voldoen aan de voor-
geschreven normen ontslaat de fabrikant van iedere
aansprakelijkheid.
De door Taema vermelde en bij het apparaat meegeleverde
accessoires voldoen aan deze eisen.
Raadpleeg uw tussenhandelaar indien u nieuwe accessoi-
res nodig heeft.

2. Reiniging en ontsmetting

2.1. Reiniging
Het reinigen beperkt zich tot de uitwendige onderdelen van
het FREELOX -systeem.
Belangrijk
Het gebruik van aceton, oplosmiddelen of andere licht
ontvlambare producten is verboden.
- De onderdelen van kunststof kunt u met een droge doek
afnemen en, indien nodig, met een zachte, iets vochtig
gemaakte spons (geen schuurpoeder gebruiken), of met
een wattenstaafje dat in een alcoholhoudende oplossing is
gedompeld.
Het gebruik van een alcoholhoudende oplossing is alleen
toegestaan wanneer het apparaat niet door een patiënt
gebruikt wordt (regelknop op stand 0).
- het roestvrijstalen magazijn kan gereinigd worden met een
huishoud reinigingsmiddel (vloeibaar schuurmiddel) en een
zachte spons. Vervolgens afnemen met een schone,
vochtige doek en afdrogen voor gebruik.
2.2. Ontsmetten
• Bij de patiënt:
Het ontsmetten beperkt zich tot de uitwendige accessoires
(bevochtiger,...).
Houd u voor wat betreft de zuurstofinname (masker, enz...)
aan de aanwijzingen van de fabrikant.
6 code YL004000
III. WAT U WETEN MOET
De fles van de bevochtiger en de waterverzamelbak dienen
regelmatig geleegd te worden, met zeepwater gereinigd,
afgespoeld en afgedroogd te worden.
N.B.: Indien het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, zorg
dan dat de bevochtiger en de waterverzamelbak leeg en
droog zijn.
• Voor iedere nieuwe patiënt:
De bevochtiger dient zo mogelijk gesteriliseerd te worden
(in het geval van de bij de FREELOX meegeleverde NE-
BAL ), of anders vervangen te worden.
Het vilt van het draagbare apparaat dient vervangen te
worden. De verzamelbakken voor het condenswater (plas-
tic fles voor het magazijn en afdekplaatje voor het draagbare
apparaat) dienen ontsmet te worden met een
desinfecteermiddel (bijvoorbeeld op basis van alcohol).

3. Reizen

3.1. Autonomie
Het draagbare apparaat biedt een ware reisautonomie van
enkele uren.
De hierna aangegeven autonomieën betreffen een gebruik
van 24 uur per dag waarbij de reservoirs optimaal gevuld
zijn.
(draagbaar apparaat en magazijn 100% gevuld)
Hoeveelheid
zuurstof
l/min
0,5
1
1,5
2
3
4
5
3.2. Aanbevelingen
Wanneer het apparaat niet gebruikt wordt, verdampt de
zuurstof in het draagbare apparaat vanzelf. Indien er na een
reis nog zuurstof in het draagbare apparaat zit, is het aan te
raden deze te gebruiken, teneinde geen zuurstof te
verspillen.
Tijdens de reis dient het draagbare apparaat goed
geventileerd te worden; het is derhalve belangrijk dit niet
onder uw kleding te stoppen (jack, mantel...).
3.3. Autoreizen
Bij een autoreis mag alleen het draagbare apparaat gebruikt
worden, zelfs voor kleine afstanden.
Zet het draagbare apparaat in vertikale stand en hang hem
aan de hoofdsteun of gesp vast, aan de rugleuning met een
riem. Nimmer in de kofferbak of in een afgesloten ruimte
plaatsen. Houd het raam open en verbied de passagiers te
roken.
Version 3.1 09/97.
Autonomie
Draagbaar Draagbaar
a p p a r a a t apparaat
44l
1.2 l 0.5l
50T
22u 9u
25T
13u 5u
17T
9u 4u
12T
7u 3u
8T
5u 2u
6T
4u 1u30
5T
3u 1u
NL
Magazijnen
32l 20l
36T 22T
18T 11T
12T 7T
8T 5T
6T 3T
4T 2.5T
3T 2T