Eerste Inbedrijfstelling; Bediening; Verpakking, Transport En Opslag; Transportschade - ABNOX AXDV-P1 Instructions De Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
NL

Eerste inbedrijfstelling

• De smeermiddel-toevoerslang moet voor aansluiten
van een pulsventiel worden gevuld met smeermid-
del (ontluchtingsprocedure).
• Daarna de toevoerslang aan de mediumingang
(afbeelding A/nr.3) aansluiten
• Stuurlucht voor 4/2-wegventiel verbinden via de
pneumatische aansluiting (afbeelding B/nr.8).
• bedrading van elektrisch stuursignaal volgens sche-
ma (afbeelding C) aansluiten
• Bij de eerste inbedrijfname moet de maximale
stroomsnelheid worden ingesteld. Daartoe moet de
borgschroef (afbeelding A/nr.5) worden losgedraaid
en de doseerschroef (afbeelding B/nr.7) tot aan
de achterste aanslag worden gedraaid (weergave:
100%).
• Aan te brengen dosis instellen door verandering van
- debiet via instelschroef
- mediumdruk (event. met optionele materiaaldruk-
regelaar of direct met de pompdruk)
- stuurluchtdruk
- openingstijd magneetventiel
tot het opbrengresultaat correct is.
VOORZICHTIG
De straal niet op personen richten.
Het dragen van oogbescherming
wordt sterk aangeraden. Het
spuitproces kan afhankelijk van de
aanvoerdruk van het materiaal ook
gepaard gaan met geluiden. Gehoor-
bescherming moet zo nodig worden
gedragen.
• Borgschroef (afbeelding A/nr.5) weer vastdraaien.

Bediening

• De puls wordt door bediening van de direct ge-
koppelde elektrische magneetklep opgestart. De
haalbare takttijd is afhankelijk van de viscositeit van
het smeermiddel, van de materiaal- en pneuma-
tische druk en van de gebruikte aansturing van
de magneetklep, respectievelijk van de minimale
openings- en sluittijden ervan.
62
• Het pulsventiel werkt gewoonlijk met een stuur-
luchtdruk van 5-6 bar en materiaaldrukwaarden
tot 100 bar. Om een gelijk opbrengresultaat te
verkrijgen moet worden gelet op een constante
lucht- en smeermiddeltoevoer zonder fluctuaties en
constante viscositeit van het smeermiddel.
• Afhankelijk van de toepassing moet de stuurlucht-
druk enerzijds aan de gebruikte schakelfrequentie
en anderzijds aan de hogere of lagere materiaal-
drukwaarden worden aangepast. Onder geschikte
omstandigheden (materiaaldruk, stuurluchtdruk,
naaldslag, korte leidingen) kunnen tot wel 100 cycli
per seconde worden gehaald.
VOORZICHTIG
De straal niet op personen richten.
Het dragen van oogbescherming
wordt sterk aangeraden. Het
spuitproces kan afhankelijk van de
aanvoerdruk van het materiaal ook
gepaard gaan met geluiden. Gehoor-
bescherming moet zo nodig worden
gedragen.

Verpakking, transport en opslag

Het product wordt door ABNOX voor het vervoer
naar de eerste plaats van bestemming voorbereid.
De verpakkingseenheid mag niet worden overbe-
last. De verpakking en zijn inhoud moeten tegen de
invloed van vochtigheid worden beschut. Het product
moet binnen een temperatuurbereik van – 20 °C tot
+ 40 °C worden vervoerd.

Transportschade

Wanneer bij ontvangst transportschade wordt vastge-
steld, moet de volgende procedure worden gevolgd:
• Besteller op de hoogte brengen (expediteur enz...)
• Schadeverslag opstellen
• Leverancier op de hoogte brengen

Opslag

Opslag en tijdelijke opslag van het product in een
agressieve, vochtige omgeving of in de open lucht
kunnen tot schade ten gevolge van corrosie of an-
dere oorzaken leiden. Het product moet binnen een
temperatuurbereik van – 20 °C tot + 40 °C worden
opgeslagen.

Opleiding van het personeel

Alleen opgeleid personeel dat de nodige instructies
heeft ontvangen en alle punten van de gebruiksa-
anwijzing heeft gelezen en begrepen, mag aan het
product werken. Daarnaast moeten de afzonderlijke
werkingstoestanden worden beheerst en moeten de
daarmee samenhangende veiligheidsaspecten be-
kend zijn en in de praktijk kunnen worden omgezet.
Personeel dat de opleiding nog niet heeft gevolgd,
mag alleen onder toezicht van gekwalificeerd per-
soneel aan het product werken.
Zoeken naar oorzaken van storingen
en storingen oplossen
OPGELET
Alle hierna beschreven storingen
mogen uitsluitend door een getrain-
de vakman worden opgelost.
Storing
Mogelijke oorzaak
Het pulsventiel schakelt, maar er
De toevoerpomp voert geen
komt geen smeermiddel uit
smeermiddel aan
Het pulsventiel schakelt, maar er
Materiaaldruk te laag
komt geen smeermiddel uit
De doseerklep lekt
Stuurluchtdruk / tegendruk van de
veer is te laag
De doseerklep lekt
Dichtingen defect
Luchtbellen in de vetcontainer
Lucht in het systeem
Luchtbellen in de slangen
Ventiel lekt
Dichtingen defect
Onregelmatige dosering
Geen constante vet- en luchtdruk.
NL
Oplossing
Gebruiksaanwijzing van de
toevoerpomp bekijken
Pompdruk verhogen
Stuurluchtdruk verhogen
Sterkere veer inbouwen
Dichtingen vervangen
Toevoerslang losmaken. Systeem
ontluchten. Daarna toevoerslang
weer monteren.
Dichtingen vervangen
Een optionele drukregelklep
voorschakelen
63

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

0005755

Table des Matières