Montage / Inbouw; Eerste Inbedrijfstelling; Bediening; Verpakking, Transport En Opslag - ABNOX AXDV-C1 Instructions De Service

Masquer les pouces Voir aussi pour AXDV-C1:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
NL

Montage / Inbouw

Het product moet op de daarvoor voorziene plaats
worden opgesteld of ingebouwd met inachtneming
van de onderstaande voorschriften.
• Ter plaatse moet de naleving van alle wettelijke
bepalingen worden gegarandeerd.
• Voordat het product wordt opgesteld/ingebouwd,
moet men een duidelijk zicht hebben op de vloer-
en de plaatsomstandigheden, zodat een langdurige
veilige werking voor personeel en product kan
worden gewaarborgd. Het product moet zo worden
opgesteld/ingebouwd, dat een veilig en duurzaam
gebruik wordt gewaarborgd.
• Het product mag alleen door speciaal daarvoor
opgeleide vakmensen worden opgesteld en in
bedrijf gesteld.
• Het product werd ontworpen voor gebruik op
plaatsen waar het tegen de weersinvloeden be-
schut is (industriële standaard).
• Bediening en opslag in een agressieve en te voch-
tige omgeving of in de open lucht kunnen leiden tot
schade ten gevolge van corrosie.

Eerste inbedrijfstelling

• De toevoerslang voor het smeermiddel moet vóór
de aansluiting van een doseerklep met smeermid-
del worden gevuld (ontluchtingsprocedure).
• Daarna moeten de toevoerslang aan de toevoerzi-
jde van het medium (nr. 3) en de stuurlucht/extern
5/2-wegklep aan de aansluiting van het pneumati-
sche gedeelte (nr. 5) worden aangesloten.
• Bij de eerste inbedrijfstelling moet de maximale
doseerhoeveelheid worden ingesteld. Daarvoor
moet de blokkeerschroef (nr. 4) worden losgedraaid
en moet de doseerschroef (nr. 6) tot aan de aanslag
worden gedraaid (aanduiding: 100 %).
• Wanneer de doseerschroef (nr. 6) niet kan worden
ingesteld, moet de keerkoppelklep worden bediend
en vastgehouden. Vanaf dat moment kan de ge-
wenste doseerhoeveelheid via de doseerschroef
(nr. 6) worden ingesteld.
• Draai blokkeerschroef (nr. 4) aan.
• Houd de afstand tussen de doseerklep/sproeier en
het smeerpunt van de doseerhoeveelheid zo klein
mogelijk. Op die manier verbetert u respectievelijk
de nauwkeurigheid en de herhaalbaarheid van de
dosering.
• De haalbare pulstijd is afhankelijk van de viscositeit
van het smeermiddel, de materiaal- en de pneuma-
tische druk en de luchthoeveelheid.
62

Bediening

Dosering in werking stellen:
AXDV C1 – C4:
De dosering kan door middel van een externe 5/2-weg-
klep in werking worden gesteld (niet meegeleverd).
AXDV C3 – C4 / SV:
De dosering wordt in werking gesteld wanneer de
doseerinitiator (afbeelding B, nr. 7) in de richting van
de pijl wordt ingedrukt.
AXDV C1 – C2 / PN:
De dosering wordt in werking gesteld wanneer de
doseerinitiator (afbeelding C, nr. 8) in de richting van
de pijl wordt ingedrukt.
AXDV C3 – C4 / HG:
De dosering wordt in werking gesteld wanneer de
doseerinitiator (afbeelding D, nr. 10) in de richting van
de pijl wordt ingedrukt.
Doseerhoeveelheid instellen:
• Draai de blokkeerschroef (nr. 4) los.
• Activeer de externe 5/2-wegklep en houd ze in die
stand.
• Stel met behulp van de doseerschroef (nr. 6) het
gewenste volume in (aanduiding: 0-100 %).
• Laat de doseerinitiator los.
• Draai de blokkeerschroef (nr. 4) opnieuw dicht.

Verpakking, transport en opslag

Het product wordt door ABNOX voor het vervoer
naar de eerste plaats van bestemming voorbereid.
De verpakkingseenheid mag niet worden overbe-
last. De verpakking en zijn inhoud moeten tegen de
invloed van vochtigheid worden beschut. Het product
moet binnen een temperatuurbereik van – 20 °C tot
+ 40 °C worden vervoerd.

Transportschade

Wanneer bij ontvangst transportschade wordt
vastgesteld, moet de volgende procedure worden
gevolgd:
• Besteller op de hoogte brengen (expediteur enz...)
• Schadeverslag opstellen
• Leverancier op de hoogte brengen

Opslag

Opslag en tijdelijke opslag van het product in een
agressieve, vochtige omgeving of in de open lucht
kunnen tot schade ten gevolge van corrosie of an-
dere oorzaken leiden. Het product moet binnen een
temperatuurbereik van – 20 °C tot + 40 °C worden
opgeslagen.
Zoeken naar oorzaken van storingen
en storingen oplossen
OPGELET
Alle hierna beschreven storingen
mogen uitsluitend door een
getrainde vakman worden opgelost.
Storing
Mogelijke oorzaak
De klep schakelt, maar er komt
De toevoerpomp voert geen
geen smeermiddel vrij
smeermiddel aan
Sensor defect
Doseervolume te klein
Permanent signaal van de
sensor*
Druk aan de toevoerzijde te hoog
Kabelbreuk
Sensor defect
Geen signaal van de sensor*
Druk aan de toevoerzijde te laag
Ingesloten luchtbellen in het vet
Lucht in het systeem
Ingesloten luchtbellen in de
slangen
Klep lekt
Dichtingen lekken
Onregelmatige dosering
De stuurlucht wordt te vroeg
omgeschakeld
*Sensor als optie verkrijgbaar
NL
Oplossing
Bekijk de gebruiksaanwijzing van de
toevoerpomp
Vervang de sensor
Controleer de instelling van het
doseervolume en stel deze waarde
indien nodig hoger in
Controleer de stand van de sensor
Verlaag de druk tot op het maxi-
maal toegelaten niveau
Vervang de kabel
Vervang de sensor
Verhoog de druk tot op het mini-
maal toegelaten niveau
Maak de toevoerslang los en ont-
lucht het systeem. Monteer daarna
de toevoerslang terug
Vervang de dichtingen
De omschakeling mag pas gebeu-
ren wanneer er geen materiaal meer
wordt uitgestoten
63

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières