Hach PAH500 Manuel De L'utilisateur page 193

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 79
4. Configureer de 4-20mA-uitgangsinstellingen. Raadpleeg het hoofdstuk Instelmenu uitgang in de
gebruikershandleiding van de SC1000-controller voor beschrijvingen van de instellingen.
Opmerking: Wijzig de instelling SELECT SOURCE (KIES) niet. Dit is de naam van de formule voor
troebelheidscompensatie voor PAK.
4.4 PAK aanpassen voor troebelheid met Profibus (optioneel)
Als de SC1000-controller over de optionele 4-20 mA uitvoerkaart beschikt, de optionele Profibus-
module is geïnstalleerd en er een troebelheidsmeter is aangesloten op de SC1000-controller, is de
voor troebelheid gecorrigeerde PAK-waarde beschikbaar via de Profibus-uitgang wanneer de
volgende stappen zijn uitgevoerd.
1. Voer de stappen
PAK aanpassen voor troebelheid met 4-20mA-uitgang (optioneel)
uit.
2. Selecteer SC1000 SETUP (SETUP SC1000) > NETWORK MODULES (NETWERK MODULES)
> PROFIBUS-DP > TELEGRAM > INPUT VALUE (INVOERWAARDE) > INPUT VALUE
1 (INVOERWAARDE 1).
4.5 Een controle van de kalibratie uitvoeren
Meet als volgt een kalibratiestandaard met intervallen van 1 jaar om te bepalen of de sensor nog
steeds is gekalibreerd:
1. Reinig de sensor. Raadpleeg
losgekoppeld.
2. Plaats het meegeleverde ventiel in de fitting aan de onderkant van de sensor. Zorg ervoor dat het
ventiel gesloten is.
3. Spoel de sensor als volgt met gedeïoniseerd water:
a. Vul de sensor met gedeïoniseerd water.
b. Open het ventiel om het gedeïoniseerde water uit de sensor te verwijderen en sluit het ventiel
vervolgens weer.
4. Meet de fenantreen-equivalentstandaard als volgt:
a. Plaats de inhoud van de ampul in de lege kuvet. Houd de bovenste rand van de ampul tegen
de bovenste rand van de kuvet om de vloeistof in de kuvet te laten trekken.
b. Gebruik een pipet om de sensor de vullen met de kalibratiestandaard.
c. Open het ventiel om de fenantreen-equivalentstandaard uit de sensor te verwijderen en sluit
het ventiel vervolgens weer.
d. Gebruik de pipet om de sensor de vullen met de kalibratiestandaard.
e. Breng een stop aan in de fitting aan de bovenkant van de sensor.
f. Wacht ongeveer 20 seconden en noteer de meting.
5. Als de gemeten waarde meer dan ± 5 % verschilt van de waarde van de fenantreen-
equivalentstandaard, kalibreer de sensor dan met de optionele kalibratiekit. Raadpleeg
punts kalibratie uitvoeren
Opmerking: PAK = gekalibreerde PAK × SCALE FACTOR (SCHAALFACTOR). De instelling SCALE FACTOR
(SCHAALFACTOR) past de PAK-meetwaarde aan met een vermenigvuldigingsfactor (0,01 tot 9,99, standaard:
1,00). Raadpleeg
De sensoreenheid configureren
6. Gooi de open ampul weg.
7. Gooi de inhoud van de kuvet weg.
4.6 Een 1-punts kalibratie uitvoeren
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het laboratorium op en draag alle
persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de gehanteerde chemicaliën. Raadpleeg de huidige
veiligheidsinformatiebladen (MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
De sensor reinigen
op pagina 195.
op pagina 190.
W A A R S C H U W I N G
op pagina 199. Houd de monsterslang
op pagina 191
Een 2-
Nederlands 193

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières