Tips Voor De Werkzaamheden - Bosch GCM 12 GDL Professional Notice Originale

OBJ_BUCH-1360-005.book Page 120 Wednesday, December 21, 2016 1:10 PM
120 | Nederlands
– Houd de glijarm in deze stand vast en draai de spangreep
17 weer stevig vast.
De klemkracht van de spangreep moet de stand van de glij-
arm bij elke willekeurige verticale verstekhoek stabiel vast-
houden.
Standaardverstekhoek 0°
Om de standaardverstekhoek 0° gemakkelijk weer te kunnen
instellen, klikt de draaiknop 39 in het bereik van de verstek-
hoek vast.
– Zwenk de glijarm van rechts over de 0°-stand.
Volledige verstekhoekbereik instellen
(–47° tot +47°)
– Trek beide aanslagrailverlengingen 9 hele-
maal naar buiten. (zie „Aanslagrail verlengen",
pagina 119).
– Maak de spangreep 17 los.
– Kantel de glijarm aan de handgreep 4 uit de 0°-stand iets
naar links en draai de knop 39 tot het gewenste bereik van
de verstekhoek wordt weergegeven.
– Zwenk de glijarm aan de handgreep 4 naar links of naar
rechts tot de hoekaanduiding 33 of 24 de gewenste ver-
stekhoek aangeeft.
– Houd de glijarm in deze stand vast en draai de spangreep
17 weer stevig vast.
De klemkracht van de spangreep moet de stand van de glij-
arm bij elke willekeurige verticale verstekhoek stabiel vast-
houden.
Standaardverstekhoek 22,5° (zie afbeelding K)
– Trek de instelknop 34 volledig naar buiten en draai deze
90°. Vervolgens zwenkt u de glijarm aan de handgreep 4
tot de glijarm hoorbaar vastklikt.
Ingebruikneming
 Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
van het elektrische gereedschap.
Inschakelen (zie afbeelding L)
– Als u het gereedschap wilt inschakelen trekt u de aan/uit-
schakelaar 60 in de richting van de handgreep 4.
Opmerking: Om veiligheidsredenen kan de aan/uit-schake-
laar 60 van de machine niet worden vergrendeld, maar moet
deze tijdens het gebruik voortdurend ingedrukt blijven.
Alleen door het indrukken van de vergrendelingshendel 5
kunt u de glijarm omlaag bewegen.
– Als u wilt zagen, moet u daarom de blokkeerhendel 5 in-
drukken terwijl u aan de aan/uit-schakelaar trekt.
Om energie te besparen, schakelt u het elektrische gereed-
schap alleen in wanneer u het gebruikt.
Uitschakelen
– Als u het gereedschap wilt uitschakelen laat u de aan/uit-
schakelaar 60 los.
Aanloopstroombegrenzing
De elektronische aanloopstroombegrenzing begrenst het ver-
mogen bij het inschakelen van het elektrische gereedschap
en maakt het gebruik met een zekering van 16 A mogelijk.
1 609 92A 2P3 | (21.12.16)
Opmerking: Als het elektrische gereedschap onmiddellijk na
het inschakelen met volledig toerental loopt, is de aanloop-
stroombegrenzing uitgevallen. Het elektrische gereedschap
moet zo spoedig mogelijk aan de klantenservice worden ver-
zonden. Zie voor adressen „Klantenservice en gebruiksadvie-
zen" op pagina 125.

Tips voor de werkzaamheden

Algemene aanwijzingen voor het zagen
 Draai de vastzetknop 15 en de spangreep 17 voor het
zagen altijd stevig vast. Het zaagblad kan anders in het
werkstuk schuin wegdraaien.
 Elke keer wanneer u zaagt, moet u eerst controleren
dat het zaagblad op geen enkel moment de aanslagrail,
lijmklemmen of andere gereedschapdelen kan aanra-
ken. Verwijder eventueel gemonteerde hulpgeleiders
of pas deze op de juiste wijze aan.
Bescherm het zaagblad tegen schokken en stoten. Oefen
geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk
moet altijd een rechte rand hebben om tegen de aanslagrail te
leggen.
Ondersteun het vrije einde van een lang werkstuk, bijvoor-
beeld door er iets onder te leggen.
Zaaglijn markeren (zie afbeelding M)
Twee laserstralen geven de zaagbreedte van het zaagblad
aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig
positioneren zonder de pendelbeschermkap te openen.
– Schakel de laserstralen met de schakelaar 61 in.
– Stel uw markering op het werkstuk af langs de beide laser-
stralen.
Opmerking: Controleer vóór het zagen of de zaagbreedte nog
correct wordt aangegeven (zie „Laser instellen", pagina 123).
De laserstralen kunnen worden versteld, bijvoorbeeld door
de trillingen bij intensief gebruik.
Positie van de bediener (zie afbeelding N)
 Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het zaag-
blad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een mogelijke te-
rugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Houd uw armen niet gekruist voor de glijarm.
Inlegplaten vervangen (zie afbeelding O)
De rode inlegplaten 13 kunnen na langdurig gebruik van het
elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de schroeven 62 met de binnenzeskantsleutel
(4 mm) 20 uit en verwijder de oude inlegplaten.
– Leg de nieuwe rechter inlegplaat in.
– Draai de inlegplaat met de schroeven 62 zo ver mogelijk
naar rechts vast, zodat het zaagblad over de hele lengte
van de mogelijke afkortbeweging niet met de inlegplaat in
aanraking komt.
– Herhaal deze stappen voor de nieuwe linker inlegplaat.
Bosch Power Tools