Geluidsniveaumeting - VOLTCRAFT UM 5/1 100 Mode D'emploi

8. GELUIDSNIVEAUMETING

Wees voorzichtig bij luid omgevingsgeluid Uw gehoor kan schade oplopen. Gebruik altijd gehoor-
bescherming in luide omgevingen! Zorg ervoor, dat zich geen voorwerpen of personen tussen
microfoon en geluidsbron bevinden.
Het meten van een geluidsbron moet altijd onmiddellijk gebeuren. Richt de geluidsniveaumeter met de
microfoon rechtstreeks op de geluidsbron.
Om de geluidsgolven zelf niet te beïnvloeden, houdt u het meetapparaat met de arm zo ver mogelijk van uw
lichaam of bevestigt u het op het meegeleverde statief. Verwijdert u zich indien mogelijk ongeveer 2 m van de
meetplaats. Op de achterkant van de behuizing bevindt zich een statiefbevestiging (17).
Vermijd trillingen of bewegingen.
Gebruik bij wind (>10m/s) de meegeleverde windbescherming, om de meetwaarde niet te vervalsen met
windgeluiden. Het windscherm vervalst de meetwaarde niet.
Om een zo groot mogelijke meetnauwkeurigheid te bereiken, moet voor elke geluidsdrukmeting een geluids-
drukkalibrering met een externe geluidskalibrator (niet inbegrepen) worden uitgevoerd.
Voor de geluidsdrukkalibrering gaat u als volgt te werk:
- Schakel de geluidsdrukmeter in.
- Schakel evt. de functies "MAX/MIN" en "HOLD" uit.
- Steek de microfoon van de geluidsdrukmeter zonder windbescherming in de opening
van de geluidskalibrator. Zorg er voor dat hij vast zit, zodat de kalibratiekamer van de
kalibrator is afgedicht.
- Stel op de geluidskalibrator de volgende parameters in: 94 dB bij 1 kHz
- Het meetapparaat moet nu een geluidsniveau van 94 dBA aangeven. Als dat niet zo is
moet het meetapparaat worden afgeregeld.
- Open het zijdelings deksel (16) aan het meetapparaat.
- Draai voorzichtig met de meegeleverde instelschroevendraaier aan het kalibreerpunt
op de zijkant (CAL-instelpotmeter 12), tot de indicatie op het scherm exact op 94,0 dBA
staat.
- Het meetapparaat is klaar voor gebruik. Sluit het deksel en verwijder de kalibrator.
69