Opstelling/Montage; Inbedrijfname; Elektrische Aansluiting - Wilo Jet WJ Série Notice De Montage Et De Mise En Service

Masquer les pouces Voir aussi pour Jet WJ Série:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 26

5. Opstelling/Montage

5.1 Montage
De pompen dienen volgens de voorschriften van
de plaatselijke watervoorzieningsbedrijven te
worden aangesloten.
Eisen aan de opstellingsruimte:
– goed toegankelijk
– goed geventileerd, droog en vorstvrij
– montage op een beton-sokkel of direct op een
gladde vlakke ondergrond.
Vervolgschade die door uitval van de pomp kan
ontstaan, zoals overstroming van ruimtes, dient
door de gebruiker door het uitvoeren van pas-
sende maatregelen (bijv. aanbrengen van een
alarminstallatie, reservepomp etc.) worden voor-
komen.
– Zuig- en drukleiding behoren niet tot de levering
– Bij het aansluiten van een vaste zuig- en dru-
kleiding dient de pomp aan de vloer te worden
bevestigd.
– Bij een niet vaste opstelling dient de pomp met
een flexibele slang of slangovergangstukken aan
de zuig- en drukleiding te worden aangesloten.
– De zuigleiding dient stijgend, vacuumdicht en
spanningsvrij worden aangebracht.
– Bij een zuighoogte van meer dan 5 meter moet
de diameter van de zuigleiding minimaal 1
bedragen.
– De drukleiding moet spanningsvrij op de bevesti-
gingspunten worden aangesloten.
OPGELET! Om een goede werking van de pom-
pen te kunnen waarborgen dient het aansluitstuk
van de drukleiding op de pomp minstens 30 cm
omhoog of stijgend te worden aangebracht.
– Aan de zuigleiding moet een voetklep worden
gemonteerd. Deze moet minimaal 30 cm onder
het laagste waterpeil liggen. In principe is de
toepassing van een zuigslangset (toebehoren),
bestaande uiteen zuigslang, zuigkorf en voetklep
aan te raden.

5.2 Elektrische aansluiting

OPGELET! De elektrische aansluiting dient door
een plaatselijk erkend elektrotechnisch instal-
latiebedrijf, overeenkomstig de geldende voor-
schriften te worden uitgevoerd.
De pompen moeten via een foutstroom-beveili-
gingsschakellaar van 30 mA aangesloten
Als een kabel of connector beschadigd is, moet
deze worden vervangen door een overeenkom-
stig deel van de fabrikant of de servicedienst van
de fabrikant.
– Zie het typeplaatje van de motor voor zijn ele-
ktrische karakteristieken (frequentie, spanning,
stroom).
– Middelen voor uitschakeling moeten in de vaste
bedrading in overeenstemming zijn met de
bedrading regels.
– 1-fase-motor
De 1-fase-motor van deze pomp heeft een geïn-
tegreerde motorbeveiligingsschakelaar. Als er een
verlenging wordt toegevoegd aan het meege-
WILO SE 08/2017
leverde snoer, moet het voldoen aan de geldende
normen: 3 conductors (2 kernen + aarde).
– 3-fase-motor
De elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door de montagetekening te
volgen voor de snelverbinder (afb. 3). Gebruik
een kabel die voldoet aan de geldende normen
(H07 RNF 4 G1 mm² - 10 mm max): 4 conductors
(3 kernen + aarde).
– De motoren moeten met een veiligheidsschake-
laar uitgerust zijn die op de stroom ingesteld is
die op het typeplaatje van de motor staat. Om
de stroomvoorziening te garanderen, moet een
veiligheidsschakelaar geactiveerd zijn (type aM).
OPGELET! NIET VERGETEN TE AARDEN!
De stroomkabel mag nooit de leiding of de pomp
aanraken; zorg ervoor dat bescherming tegen
elke vorm van vocht is

6. Inbedrijfname

– Controleer de waterstand in het open voor-
loopvat of bron. Drooglopen van de pomp moet
absoluut worden vermeden. Het zal de asafdich-
ting beschadigen.
– Pomp en zuigleiding via de vulschoef vullen.
Alleen een gevulde pomp is zelfaanzuigend.
"
1/4
- Evt. aanwezige afsluitarmaturen in de persleiding
operen, zodat evt. lucht in de aanzuigleiding kan
ontsnappen.
– Bij DM-motoren de draairichting controleren.
Door kortstondig inschakelen controleren of de
draairichting van de pomp overeenkomt met de
pijl op de ventilatorkap. Indien de draairichting
verkeerd is, twee willekeurige fasen wisselen.
– De pomp nooit aan de netaansluitkabel optillen,
vervoeren of vastmaken.
– De pomp mag niet blootstaan aan een directe
waterstraal.
7. Onderhoud
Voor de controle- en onderhoudswerkzaamhe-
den de pomp resp. installatie spanningsvrij scha-
kelen. Schade aan de aansluitkabel mag alleen
door een gekwalificeerde elektro-installateur
worden verholpen.
Om de hoogste bedrijfszekerheid tegen geringe
bedrijfskosten te kunnen waarborgen, worden de
worden.
volgende periodieke controles aanbevolen:
– controle van de druk in het membraandrukvat
(minimaal 1,4 bar bij een standaardinstelling van
de drukschakelaar),
– Controleren of de pomp dicht is.
Bij vorstgevaar moet de pomp (incl. membraan-
drukvat) geheel geleegd worden. De aftappluggen
bevinden zich aan de onderkant van de pomp.
Voor langere stilstandperioden (bijv. overwin-
tering) moet de pomp grondig gespoeld, geheel
geleegd en dan droog bewaard worden.
Voordat de pomp weer inbedrijfgenomen wordt
moet door een kort in- en uitschakelen gecon-
troleerd worden of de pomp vrij draait. Daarna
weer met water vullen.
gewaarborgd.
Nederlands

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Jet wj 201 x em h.t.Wj 204 em

Table des Matières