Tips Voor De Braadautomaat - Siemens HB 56 M 550 Mode D'emploi Et Instructions De Montage

Tips voor de
braadautomaat
Het gewicht van het vlees of
gevogelte ligt boven het
aangegeven gewichtsbereik
Het vlees is goed, maar de jus
is te donker
Het vlees is goed, maar de jus
is te licht en te waterig
Het vlees is te droog aan de
bovenkant
Tijdens het braden ruikt het
aangebrand, maar het vlees
ziet er goed uit
U wilt diepvriesvlees
klaarmaken
U wilt meerdere kippen- of
gevogeltebouten tegelijkertijd
braden
U wilt meerdere vissen
tegelijkertijd stoven of braden
U wilt gevuld gevogelte
klaarmaken
Het vlees in het eenpansgerecht
is niet bruin genoeg geworden
De groente in het
eenpansgerecht is te hard
Het gewichtsbereik is bewust beperkt gehouden. Voor zeer grote
stukken vlees is dikwijls geen voldoende groot ovengerei
voorhanden. Maak grote stukken klaar met boven- en onderwarmte
of circulatiegrillen.
t ˆ
Neem kleiner braadgerei en voeg meer vloeistof toe.
Neem groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Gebruik braadgerei met een goed sluitend deksel. Mager vlees blijft
malser door er spekreepjes op te leggen.
Het deksel van het braadgerei sluit niet goed. Of het vlees is
opgekomen en heeft het deksel een beetje opgetild. Gebruik
daarom altijd een goed sluitend deksel. Zorg ervoor dat er tussen
het vlees en het deksel minstens 3 cm afstand zit.
Kruid het diepvriesvlees op dezelfde manier als vers vlees.
Let op: Bij bevroren vlees kan de eindtijd niet naar later worden
verschoven. In de tussentijd zou het vlees ontdooien.
De bouten moeten ongeveer dezelfde grootte hebben. Stel het
gewicht van de zwaarste bout in. Voorbeeld: twee kalkoenbouten
van 1,4 en 1,5 kg. Stel 1,5 kg in.
De vissen moeten ongeveer dezelfde grootte hebben. Stel het
totaalgewicht in. Voorbeeld: twee forellen van 0,6 en 0,5 kg.
Stel 1,1 kg in.
Gevuld gevogelte is niet geschikt. Dit lukt het best op het rooster.
Zie de tabel voor gevogelte.
Leg de stukjes vlees de volgende keer aan de rand van het
braadgerei. Doe de groente in het midden.
Stel bij een eenpansgerecht het gewicht van het vlees in. Dan is de
groente knapperig. Als de groente zachter moet zijn, stelt u het
gewicht van de groente en het vlees samen in.
93