Buitenbedrijfstelling/Afvoer; Tijdelijke Buitenbedrijfstelling; Definitieve Buitenbedrijfstelling Voor Onder- Houdswerkzaamheden Of Opslag; Heringebruikname - Wilo EMU FA 10.34-278E+T Notice De Montage Et De Mise En Service

BUITENBEDRIJFSTELLING/AFVOER

aan een hoge slijtage en daardoor een hoger
uitvalrisico bestaat!
7. Buitenbedrijfstelling/afvoer
• Alle werkzaamheden moeten zeer zorgvuldig
worden uitgevoerd.
• De nodige veiligheidskleding moet worden ge-
dragen.
• Bij werkzaamheden in bekkens en/of reservoirs
moeten de geldende plaatselijke veiligheidsmaat-
regelen worden getroffen. Er moet voor de veilig-
heid altijd een tweede persoon aanwezig zijn.
• Voor het optillen en neerlaten van de pomp moe-
ten hijsmiddelen en goedgekeurde hijswerktuigen
worden gebruikt die technisch in orde zijn.
LEVENSGEVAAR door defecten!
Hijsmiddelen en hijswerktuigen moeten
technisch in orde zijn. Pas als het hijswerk-
tuig technisch in orde is, mag met de werk-
zaamheden worden begonnen. Zonder deze
controles bestaat levensgevaar!

7.1. Tijdelijke buitenbedrijfstelling

Bij dit type uitschakeling blijft de pomp in-
gebouwd en wordt de machine niet van het
elektriciteitsnet gescheiden. Bij de voorlopige
buitenbedrijfstelling moet de pomp volledig
ondergedompeld blijven, zodat deze is beschermd
tegen vorst en ijs. Er moet voor gezorgd worden
dat de temperatuur in de bedrijfsruimte en van
het transportmedium niet onder +3 °C daalt.
Op die manier is de pomp altijd klaar voor ge-
bruik. Bij langere stilstandtijden moet regelmatig
(maandelijks tot driemaandelijks) 5 minuten
worden proefgedraaid.
LET op!
Proefdraaien mag alleen onder de geldige
bedrijfs- en gebruiksvoorwaarden plaatsvin-
den. De machine mag niet droog draaien! Het
niet naleven daarvan kan de machine volledig
vernielen!
7.2. Definitieve buitenbedrijfstelling voor onder-
houdswerkzaamheden of opslag
De installatie moet worden uitgeschakeld en de
pomp moet door een gekwalificeerd elektrotech-
nicus van het elektriciteitsnet worden gescheiden
en tegen onbevoegd herinschakelen worden
beveiligd. Bij pompen met stekkers moeten de
stekkers eruit worden getrokken (niet aan de ka-
bel trekken!). Daarna kan met de werkzaamheden
voor demontage, onderhoud en opslag worden
begonnen.
GEVAAR door giftige stoffen!
Pompen die media transporteren die schade-
lijk zijn voor de gezondheid moeten voor alle
andere werkzaamheden worden ontsmet! An-
ders bestaat er levensgevaar! Draag de nodige
veiligheidskleding!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU FA+T-Motor
LET op voor verbrandingen!
De behuizingsdelen kunnen veel warmer dan
40 °C worden. Er bestaat verbrandingsgevaar!
Laat de pomp na het uitschakelen eerst tot op
de omgevingstemperatuur afkoelen.
7.2.1. Demontage
Transporteerbare natte opstelling
Bij transporteerbare natte opstelling kan de pomp
na het scheiden van het elektriciteitsnet en het
legen van de drukleiding, uit de put getild worden.
Eventueel moet eerst de slang worden gedemon-
teerd. Eventueel moet een geschikte hijsinrich-
ting worden gebruikt.
Stationaire natte opstelling
Bij een stationaire natte opstelling met bevesti-
gingssysteem wordt de pomp met behulp van het
hijsmiddel uit de schacht getild. Houd tijdens het
hijsen de stroomkabel altijd licht gespannen om
beschadiging van de stroomkabel te voorkomen.
De bedrijfsruimte hoeft hiervoor niet te worden
geleegd. De schuifafsluiters voor toevoer en
drukbuisleiding moeten worden gesloten om
overstromen van de bedrijfsruimte resp. leeglo-
pen van de drukbuisleiding te voorkomen.
Stationaire droge opstelling
Bij stationaire droge opstelling moeten voor de
demontage de schuifkleppen aan zuig- en druk-
zijde worden gesloten. Bij de demontage moet er
rekening mee worden gehouden dat het medium
in de behuizing van het hydraulisch systeem tij-
dens de demontage uitloopt. Er moeten geschikte
opvangvaten worden geplaatst om de hoeveelhe-
den volledig op te vangen!
Na het losdraaien van de schroefverbindingen aan
de zuig- en drukaansluiting kan de pomp met een
geschikt hijswerktuig worden gedemonteerd. De
bedrijfsruimte moet na de demontage grondig
worden gereinigd en eventuele druppelhoeveel-
heden moeten worden opgenomen.
7.2.2. Terugsturen/opslag
Voor het versturen moeten de onderdelen met
scheurbestendige en voldoende grote kunststof-
zakken dicht afgesloten en uitloopveilig worden
verpakt.
Neem voor het terugsturen en opslaan ook het
hoofdstuk "Transport en opslag" in acht!

7.3. Heringebruikname

Voor de heringebruikname moeten stof en
olieafzettingen van de pomp worden verwijderd.
Daarna moeten alle onderhoudsmaatregelen en
-werkzaamheden volgens het hoofdstuk "Onder-
houd" worden uitgevoerd.
Na deze werkzaamheden kan de pomp worden
ingebouwd en door een elektrotechnicus op
het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze
Nederlands
181