Elektrische Aansluiting - Wilo EMU FA 10.34-278E+T Notice De Montage Et De Mise En Service

Nederlands

5.5. Elektrische aansluiting

LEVENSGEVAAR door elektrische spanning!
Bij een onjuiste elektrische aansluiting be-
staat levensgevaar door elektrische schok.
Elektrische aansluiting alleen door een door
het plaatselijke energiebedrijf goedgekeurde
elektrotechnicus en volgens de plaatselijk
geldende voorschriften laten uitvoeren.
GEVAAR door explosieve atmosfeer!
Bij pompen met Ex-certificering moet de
stroomkabel buiten de explosiegevaarlijke
zone of in een behuizing die met een ontste-
kingsbeveiliging conform NEN EN 60079-0
uitgevoerd is, worden aangesloten! Wanneer
dit niet in acht wordt genomen bestaat er
levensgevaar door explosie!
• Laat de aansluiting altijd door een elektro-
technicus uitvoeren.
• Neem ook de andere informatie in bijlage in
acht.
• Stroom en spanning van de netaansluiting
moeten overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje.
• Stroomkabels volgens de geldende normen/
voorschriften leggen en volgens de aderbezetting
aansluiten.
• Beschikbare bewakingsinrichtingen, bijv. voor
de thermische motorbewaking, moeten worden
aangesloten en de werking ervan moet worden
gecontroleerd.
• Voor de correcte werking van driefasige motoren
moet er een rechtsdraaiend draaiveld aanwezig
zijn.
• Pomp aarden volgens de voorschriften.
Vast geïnstalleerde pompen moeten volgens de
nationaal geldende normen worden geaard. Als er
een aarddraadaansluiting aanwezig is, moet deze
op de gemarkeerde boring of aardingsklem (;)
worden aangesloten met een geschikte schroef,
moer, getande borgring en sluitring. Voor de
aarddraadaansluiting moet een kabeldoorsnede
worden gebruikt die voldoet aan de plaatselijke
voorschriften.
• Voor motoren met vrij kabeluiteinde moet een
contactor worden gebruikt. Het gebruik van een
aardlekschakelaar (RCD) wordt aanbevolen.
• Schakelapparaten moeten als toebehoren worden
aangeschaft.
5.5.1. Beveiliging aan de netzijde
De benodigde voorzekering moet in overeen-
stemming met de opstartstroom worden beme-
ten. De opstartstroom vindt u op het typeplaatje.
Als voorzekering dienen alleen trage zekeringen
of installatieautomaten met K-karakteristiek te
worden gebruikt.
5.5.2. Driefasige motor
De driefasige uitvoering wordt met vrije kabelui-
teinden geleverd. Het aansluiten op het elektri-
176
citeitsnet gebeurt door het vastklemmen in het
schakeltoestel.
De onderstaande lijst met verschillende aansluit-
schema's bestaat uitsluitend uit de standaard
beschikbare kabeltoewijzingen. Voor opdracht-
specifieke uitvoeringen wordt per opdracht een
apart schakelschema bijgevoegd.
U dient erop te letten dat de afzonderlijke
draden op basis van de aansluiting gekenmerkt
zijn. Snij deze niet af! Anders ontbreekt de
toewijzing tussen de aanduidingen van draad en
aansluiting!
De elektrische aansluiting moet worden uitge-
voerd door een elektrotechnicus!
Afb. 7.: Aansluitschema motor in directe inschakeling
U
V Netaansluiting
W
Afb. 8.: Aansluitschema motor in ster-driehoek-inschakeling
U1
Netaansluiting, wik-
V1
kelingsbegin
W1
PE Aarde
5.5.3. Aansluiting van de bewakingsinrichtingen
De onderstaande lijst met verschillende aansluit-
schema's bestaat uitsluitend uit de standaard
beschikbare kabeltoewijzingen. Voor opdracht-
specifieke uitvoeringen wordt per opdracht een
apart schakelschema bijgevoegd.
Alle bewakingsinrichtingen moeten altijd worden
aangesloten!
LEVENSGEVAAR door explosieve atmosfeer!
Als de bewakingsinrichtingen niet correct
aangesloten zijn, is er bij het gebruik in
Ex-zones levensgevaar door explosie! Laat
de aansluiting altijd door een elektrotechni-
cus uitvoeren. Bij het gebruik van de pomp in
Ex-zones geldt:
• De temperatuurbewaking moet via een eva-
luatierelais worden aangesloten! Wij raden
hiervoor het relais „CM-MSS" aan. De drem-
pelwaarde is hierbij al vooraf ingesteld.
• De uitschakeling door de temperatuurbewa-
king moet met een herinschakelblokkering
plaatsvinden! D.w.z. dat een herinschakeling
pas mogelijk mag zijn, wanneer de „ontgren-
delingstoets" met de hand is ingedrukt!
• De elektrode voor de bewaking van de afdich-
tingsruimte moet via een beveiligde stroom-
kring met een evaluatierelais worden aange-
sloten! Wij raden hiervoor het relais „ER 143"
aan. De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
• Neem ook de andere informatie in bijlage in
acht!
OPSTELLING
Dichtheidsbewaking
DK
motorruimte
PE Aarde
U2
Netaansluiting, wikke-
V2
lingseinde
W2
Dichtheidsbewaking
DK
motorruimte
WILO SE 05/2014 v05 DIN A4