Opdrachten - Christopeit Sport TRAMPOLIN T300 Notice De Montage Et D'utilisation

OPDRACHTEN

Zet uw lievelingsmuziek op en
SPRING U FIT!!!
De bewegingen beschreven in het oefenprogramma zijn enkel in de
eerste plaats als een stimulans bedoeld en niet als een programma dat
u moet volgen.
1. Opwarming
Spring ontspannen en rustig ter plaatse, zodat uw lichaam goed op-
gewarmd raakt en goed doorbloed voor het volgende programma-
punt
2. Voetoefeningen
Ga op de trampoline staan en spring enkel op uw enkels. Deze oe-
fening is zeer aan te raden voor zwakke en oudere personen.
3. Lopen/joggen
Loop eerst aan een matig tempo en dan sneller. Loop daaarna af-
wisselend snel en langzaam. Zwaai tegelijkertijd met uw armen.
4. Knieën hoog optrekken
Een variante op de loopoefening. U loopt eerst normaal, maar in
plaats van uw tempo op te drijven moet u uw knie zo hoog moge-
lijk optrekken in de richting uw kin. Begin geleidelijk en trek dan uw
knie steeds hoger tot de maximale hoogte.
5. Touwtje springen.
Met of zonder touw. Deze oefening is zeer efficiënt. U kunt afwisse-
lend met de beide voeten tegelijkertijd springen of telkens op een
voet. Belangrijk is wel dat u uw armen goed beweegt.
6. Hielen aantikken
Spring op de trampoline. Til telkens uw onderbeen zo hoog op naar
achterenbuiten, dat u uw enkel kunt aantikken.
7. Twisten
Spring met de beide voeten op de trampoline terwijl u uw heupen
naar rechts en links draait. Begin met bijna gestrekte knieën. Ver-
hoog dan de moeilijkheidsgraad, terwijl u uw knieën steeds meer
buigt.
8. Been naar voren bewegen
Steek al springend afwisselend uw rechter- en uw linkerbeen naar
voren. Probeer uw been zo hoog mogelijk optillen, zonder dat u
zich daarmee verrekt.
9. Been zijwaarts bewegen
Doe hetzelfde als in oefening 8, maar zwaai uw been zijwaarts.
Houd uw been gestrekt terwijl u het zo hoog mogelijk zijdelings op-
tilt. Als u de oefening goed uitvoert, zult u dit voelen aan de bin-
nenkant van uw dijen.
10. Been naar achteren bewegen
Een andere variante op de oefeningen 8 en 9. Zwaai al springend
op uw trampoline uw benen naar achteren. Natuurlijk moet u zich
goed „inspannen", maar ga niet te snel dat u zich kan kwetsen.
2
4
6
8-10
32
NL
3
5
7