Télécharger Imprimer la page

Kongskilde TRL 20 Instructions De Service page 28

Masquer les pouces Voir aussi pour TRL 20:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
dat de luchtsnelheid is aangepast
aan het transport, en het vermindert
de belasting van de motor.
In bedrijf moet de motor altijd in
driehoek lopen. Als de motor in ster
loopt, is het risico groot hem te be-
schadigen, omdat hij niet be-
schermd wordt door een eventuele
motorbeveiligingsschakelaar als hij
in ster loopt.
Graansluis
Start eerst de blazer zoals hierbo-
ven beschreven. Controleer dat de
invoerklep van de graansluis geslo-
ten is. Start de graansluis, als de
blazer helemaal op toeren is, en
doe de klep langzaam open. (De
blazers TRL 100/150/200/300/500
kunnen worden geleverd met auto-
matisch startende graansluis).
De capaciteit wordt geregeld met de
invoerklep. Voor blazers met regule-
ringsklep vindt men de grootste ca-
paciteit door de invoerklep van de
graansluis te openen, totdat de wij-
zer van de reguleringsklep ca. 10
mm van de linker stop staat. Voor
blazers zonder reguleringsklep mo-
et men het zelf onderzoeken.
Injector
Als de injector voorzien is van een
invoerklep, wordt deze geheel ge-
opend als de blazer is gestart. De
injector is zelfregulerend. Hij neemt
niet meer materiaal in dan de blazer
kan verwerken. De invoerklep moet
weer gesloten worden vóór de bla-
zer wordt afgezet.
Onderhoud
TRL 500: De lagers aan de drij-
friemkant van de blazer moeten na
200 arbeidsuren worden gesmeerd.
Gebruik een middel op lithiumbasis
van de kwaliteit van b.v. Mobil Mo-
bilux EP2 of Esso Beacon EP2.
Smeer na met ca. 20 cm³ = 20 g
per keer. Smeer de lagers nooit te
veel. Als er te veel vet in de lagers
zit, lopen ze warm.
28
Alle andere lagers zijn vooraf door
de fabriek gesmeerd en behoeven
verder niet meer gesmeerd te wor-
den.
Het is niet verontrustend wanneer
bij een nieuwe blazer het lagerhuis
60-70°C wordt.
De motor mag niet worden afge-
dekt, en moet schoon gehouden
worden, daar vuil de koeling kan
verminderen.
Controleer regelmatig of de drijfrie-
men strak zijn, vooral als ze nieuw
zijn. Een nieuwe drijfriem moet nor-
maal de eerste keer aangespannen
worden na 1-2 uur werken. De drij-
friemen kunnen gecontroleerd wor-
den, als de zijdeksel van het riem-
scherm eraf genomen wordt. Druk
op de riemen, ze moeten strak
staan.
De drijfriemen worden aangespan-
nen door de motor in de sleufgaten
te schuiven. Pas op dat de poelie's
gespoord blijven. Controleer dat b.v.
door een rechte plank tegen de po-
elie's te houden.
Na de eerste dag draaien moeten
alle bouten worden aangedraaid.
Opstellen van de
buizen
Gebruik OK 160 buizen van Kongs-
kilde voor de leiding. Die zijn mak-
kelijk hanteerbaar en de dichte en
gladde pakkingen zorgen voor een
omzichtig transport en een hoog
rendement.
De leiding moet zo kort mogelijk zijn
en er moeten niet meer bochten en
vertakkingen in zitten dan nodig is.
Dat geeft het hoogste rendement.
De leiding moet zo dicht mogelijk
zijn, omdat een lek het rendement
verlaagt. Lekken in het eerste deel
van de leiding na de blazer geven
de grootste rendementsverlaging.
Zet daarom oude buizen en koppe-
lingen aan het eind van de leiding.
Gebruik altijd dezelfde maat buizen
voor de hele leiding, zelfs een klein
stukje met grotere of kleinere dia-
meter geeft een groot rendements-
verlies.
Bij horizontale leidingen moeten de
OK-buizen zodanig gemonteerd
worden dat de lengtenaden naar
boven of opzij wijzen, omdat dat de
slijtage van de buizen vermindert.
Bij vaste buizenopstellingen moeten
er OK-koppelingen worden gebruikt
die met een bout worden vastgezet,
omdat die een sterkere verbinding
geven dan OK-snelkoppelingen.
De graansluis of de injector kan da-
ar worden tussengeschakeld in de
leiding waar dat gewenst wordt.
Bochten vóór het toevoerapparaat
verminderen het rendement
nauwelijks.
Aanbevolen wordt om minstens
twee meter rechte buis tussen het
toevoerapparaat en de eerste bocht
te monteren. Het wordt ook aanbe-
volen om minstens twee meter
rechte buis tussen twee bochten in
de leiding te monteren. Dat geeft
het hoogste transportrendement.
Vermijdt liefst schuine buizen, om-
dat dat het transportrendement me-
er verlaagt dan verticale buizen.
Gebruik in plaats daarvan horizon-
tale en verticale buizen.
Sluit de leiding af met een cycloon
of een uitblaasmondstuk.

Publicité

loading