Waarschuwing:
Reinig als u suiker morst het apparaat onmiddellijk om inbranden van het oppervlak te voorkomen. Pas
op, de kookzones kunnen heet zijn.
Voorzichtig:
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen, spuitbussen, schuursponsjes of scherpe objecten.
1. Vergrendel het apparaat.
2. Verwijder gemorst voedsel. Gebruik hiervoor een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
3. Reinig het apparaat dagelijks. Gebruik hiervoor een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
4. Droog het apparaat. Gebruik hiervoor papieren handdoeken of een droge theedoek.
5. Reinig in geval van ernstige vervuiling het apparaat met een speciaal voor een inductie-apparaat geschikt
reinigingsmiddel.
6. Als op de bedieningselementen wordt gemorst, kan het apparaat een pieptoon geven en zichzelf uitschakelen.
Neem wat is gemorst met een natte doek op en maak het gebied droog voordat u het apparaat weer inschakelt.
7
De afzuigkap reinigen en onderhouden
HET ROOSTER EN VETFILTER REINIGEN
Het vetfilter filtert het vet uit de kookdampen. Om te zorgen dat het vetfilter goed blijft werken, moet u het regelmatig
reinigen.
•
Gebruik het apparaat nooit als het vetfilter niet is geplaatst.
•
Reinig het vetfilter regelmatig. Aanbevolen wordt om het vetfilter iedere 7 dagen te reinigen.
•
Werk niet met open vuur in de buurt van het apparaat (bijv. flamberen).
Waarschuwing:
Brandgevaar.
Vetdeeltjes in het vetfilter kunnen vlam vatten.
(Figuur 4)
1. Verwijder het rooster.
2. Neem het vetfilter uit het apparaat.
Opmerking:
Vet kan zich op de bodem van het vetfilter verzamelen. Zorg dat u het vetfilter horizontaal houdt, om
te voorkomen dat verzameld vet uit het filter loopt.
3. Reinig het rooster en vetfilter door deze in heet sop te weken.
a. Reinig het rooster en vetfilter met een borstel.
b. Gebruik geen bijtende, zure of basische reinigingsproducten.
c. Gebruik indien nodig een speciaal vetoplosmiddel.
4. Spoel het rooster en vetfilter grondig af.
5. Laat het vetfilter leeglopen.
6. Droog de onderdelen. Gebruik hiervoor een droge theedoek.
7. Reinig indien nodig het vetfilter in de vaatwasser bij een maximumtemperatuur van 70°C.
Opmerking:
Het vetfilter kan na het reinigen verkleuren. Dit is normaal.
DE LONGLIFE KOOLSTOFFILTERS REINIGEN EN VERVANGEN
Reinig de longlife koolstoffilters regelmatig voor blijvende goede werking van de filters. Als het bedieningspaneel
"FC"weergeeft, betekent dit dat het longlife koolstoffilter moet worden vervangen.
Nederlands
•
19