Publicité
losgekoppeld van de stroomvoorziening!
3.3.
Werken met het apparaat
GEBRUIKSVOORWAARDEN
a) Lasten moeten worden gehesen met de laagst mogelijke snelheid van de lier.
b) Controleer voordat u met de machine gaat werken of de kabel goed op de trommel (D) is
gewikkeld.
c)
De staalkabel moet altijd strak staan voordat de last wordt gehesen.
d) De liermotor is voorzien van oververhittingsbeveiliging (OTP). Als het systeem tijdens de
werking oververhit raakt, wordt de werking gestopt en hervat nadat de aandrijfcomponenten
zijn afgekoeld.
e) Let op! Het apparaat is niet uitgerust met een draagvermogensensor. Als de machine de last
niet kan tillen, is de maximale capaciteit van de lier overschreden. Probeer de last niet opnieuw
op te tillen! Wacht tot de aandrijfelementen van het apparaat volledig zijn afgekoeld voordat u
weer met het apparaat gaat werken.
f)
Het is verboden om de eindschakelaars te gebruiken als routinematige uitschakelmethode voor
de machine. Dit zijn eindschakelaars en noodschakelaars die de veiligheid op de werkplek
waarborgen.
g) Controleer voordat u met het apparaat gaat werken of de last goed vastzit aan de haak (5) van
de draagkabel of aan het blok van de lier.
h) Houd bij het werken met het apparaat een veilige afstand aan tussen de last en de lierkabel.
i)
De kabel (4) moet altijd in goede staat zijn. Mogelijke schade aan de kabel Afb. E.
BEDIENING VAN DE EENHEID
a) Controleer voor iedere werkzaamheden aan het apparaat of de noodstopschakelaar en het
bedieningspaneel technisch in orde zijn.
b) De belasting wordt bediend door de knoppen (pijlen) van de afstandsbediening (F): omhoog
(14), omlaag (15), links (16), rechts (17).
c)
Indien de bediener bij het "omhoog" bewegen van de last de aandrijving van de machine niet
onder het niveau van de eindschakelaarhendel (7) stopt, zal de eindvergrendeling (6) de hendel
(7) omhoog bewegen en de eindschakelaar worden geactiveerd. De werking van het apparaat
wordt gestopt.
d) Als de bediener bij het "omlaag" sturen van de last de aandrijving van de machine niet stopt
boven de veilige grens van de staalkabel op de trommel, wordt de hendel van de onderste
eindschakelaar geactiveerd en stopt de machine.
e) LET OP: In geval van nood, druk onmiddellijk op de rode noodstopknop (13)! De werking van
het apparaat wordt gestopt!
f)
Het apparaat kan niet werken als de noodstop (13) is ingedrukt.
g) Om het apparaat weer in werking te stellen nadat de noodstop is geactiveerd, ontgrendelt u de
noodstopknop (13) door deze te draaien in de richting die wordt aangegeven door de pijlen op
de knop.
3.4.
Reiniging en onderhoud
LET OP!
NL
Publicité
