15. Problemen oplossen / foutcodes
De volgende tabel toont storingssymptomen en beschrijft hoe u deze op kunt lossen, als uw machine niet goed werkt. Als
u het probleem hiermee niet kunt vinden en kan oplossen, neem dan contact op met uw service-werkplaats.
15.1 Storingstabel
Storing
Mogelijke oorzaak
De maaier start niet
Maaier of laadstation
niet aangesloten op het
Ledlampje op
stroomnet.
laadstation brandt niet
Begrenzingsdraad is
Ledlampje op
niet aangesloten of
laadstation knippert rood
doorgeknipt/gebroken.
De maaier maait niet
Messen zijn versleten.
goed
De maaier start op
Datum/tijd verkeerd
ongebruikelijke/
ingesteld.
verkeerde tijden
Ongeschikt terrein/
De maaier blijft steken
obstakel
15.2 Foutcodes
Foutcode Betekenis
Regensensorver-
----
traging
Maaier buiten de
E1
werkomgeving
Wielmotor geblok-
E2
keerd
Messchijf geblok-
E3
keerd
Obstakel-
E4
sensor-trigger niet
hersteld
De maaier werd
E5
opgetild
90 | NL
Oplossing
• Sluit de voedingsadapter aan op een geschikte stroombron
• Neem, zo nodig, contact op met een vakman
• Begrenzingsdraad aansluiten/repareren
• Messen vervangen
• Stel de juiste datum en tijd in
• Het terrein/obstakel aanpassen aan de eisen van de robotmaaier
• Pas de positie van de begrenzingsdraad overeenkomstig aan
Oplossing
• -
1. Controleer of de maaier zich in de werkomgeving bevindt.
2. Zorg ervoor dat het laadstation goed is aangesloten op de oplader en controleer of
de oplader is aangesloten op een geschikte stroomvoorziening.
3. Controleer of de begrenzingsdraden correct zijn vastgeklemd en vervang ze in-
dien nodig.
1. Schakel de maaier uit. Verplaats de maaier naar een plek die vrij is van obstakels.
Druk op de toets „START" en vervolgens op de toets „OK".
2. Als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven, schakelt u het product uit. Draai
de maaier ondersteboven en controleer of de wielen worden gehinderd.
3. Verwijder de voorwerpen die het wiel/de wielen blokkeren, draai de maaier.
4. Druk op de toets „START" en vervolgens op de toets „OK".
1. Schakel de maaier uit.
2. Draai de maaier ondersteboven en controleer wat het draaien van het mes verhin-
dert.
3. Verwijder de voorwerpen en draai de maaier.
4. Plaats de maaier in een gebied met kort gras.
5. Druk op de toets „START" en vervolgens op de toets „OK".
1. Neem contact op met uw leverancier als de fout nog steeds optreedt.
1. Schakel de maaier uit.
2. Verplaats de maaier naar een plek die vrij is van obstakels. Druk op de toets „START"
en vervolgens op de toets „OK".
3. Als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven, schakelt u het product uit. Draai
de maaier ondersteboven en controleer of er iets is dat de beweging van de vooras
verhindert.
4. Verwijder alle hindernissen, draai de maaier om en schakel hem in. Druk op de toets
„START" en vervolgens op de toets „OK".