Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
reparaties aan het apparaat
11.4
de moToR VeRVANGeN
De volgende procedure mag alleen worden
i
uitgevoerd door een geautoriseerd servicecenter
van Titan.
1. Open het ontluchtingsventiel, ventielpositie PRIME
(k-circulatie).
Schakel de eenheid UIT. Verwijder de
stekker uit het stopcontact.
2. Draai de twee schroeven van de motorkap los en haal ze
eruit (fig. 16, onderdeel 1). Verwijder de motorkap (2).
3. Draai de drie schroeven van de buikpan los (3). Verwijder
de buikkap (4).
4. Trek aan de achterkant van de motor de draad afkomstig
van de potentiometer en de draad afkomstig van de
omvormer los. Ontkoppel ook de twee draden die uit het
centrale bedieningspaneelbord komen (zie het elektrische
schema in de sectie Onderdelenlijst van deze handleiding).
5. Haal de vier bevestigingsschroeven (5) van het
bedieningspaneel
uit.
(6) naar achteren om toegang te krijgen tot het
bedieningspaneelbord.
6. Trek op het bedieningspaneelbord de twee draden die
uit de motor komen los (zie het elektrische schema in de
sectie Onderdelenlijst van deze handleiding).
7. Draai de vier schroeven (7) van de motorbevestiging los
en haal ze eruit.
8. Trek de motor (8) uit het pomphuis.
Als de motor niet van het pomphuis loskomt:
i
•
Verwijder de voorste afdekplaat.
•
Gebruik een rubberen hamer en tik
voorzichtig op de voorzijde van de
motorkrukas die door de schuifcombinatie
komt.
9. Controleer, als de motor verwijderd is, de transmissie in
het pomphuis op schade of overmatige slijtage. Vervang
de transmissie indien nodig.
10. Plaats de nieuwe motor (8) in het pomphuis.
11. Draai de vier bevestigingsschroeven (7) van de motor vast.
12. Sluit de draden weer aan (zie het elektrische schema in de
sectie Onderdelenlijst van deze handleiding).
13. Plaats het bedieningspaneel (6) op het pomphuis en
bevestig het met de vier bevestigingsschroeven (5) van
het bedieningspaneel.
14. Plaats opnieuw de buikpan (4). Bevestig die met de drie
schroeven voor de buikpan (3).
80
Trek
het
bedieningspaneel
15. Schuif de motorkap (2) over de motor. Bevestig de
motorkap met de twee motorkapbevestigingsschroeven
(1).
5
6
Impact 540
2
8
7
1
4
3
Publicité
