Blocfor™ 20R En 30R; Carol; Carol™ R; Carol™ Ts - Tractel blocfor 20R Manuel D'installation, D'emploi Et D'entretien

4.1. blocfor™ 20R en 30R
De blocfor™ 20R en 30R valbeveiliger is een
automatisch blokkerende valbeveiliger conform EN
360; zie sectie 4 van de bijgevoegde handleiding
blocfor™ ESD - EN 360.
• De blocfor™ 20R en 30R met een kabel van
gegalvaniseerd staal zijn getest om te garanderen
dat ze het gewicht kunnen dragen van een operator
NL
die, uitgerust met zijn gereedschap en apparatuur,
maximaal 150 kg weegt.
• De blocfor™ davitrac-steun is getest om te
garanderen dat deze het gewicht kan dragen van
een operator die, uitgerust met zijn gereedschap en
apparatuur, maximaal 150 kg weegt.
Hij is uitgerust met een reddingstoestel dat werkt
door omhoog of omlaag te hijsen (EN 1496 klasse B):
herstelfunctie waarmee de reddingswerker de operator
na een val kan ophijsen en/of neerlaten. Hij wordt
verticaal gebruikt als hij op de davitrac-steun wordt
geïnstalleerd.
Dit toestel wordt uitgeschakeld als de blocfor™ in
gebruik is als valbeveiliger.
De omlaaggaande reddingsfunctie is beperkt tot een
maximale daling van 2 m. Boven deze hoogte gebruikt
u afdalingsmateriaal volgens EN 341.

4.2. caRol™

De caRol™ davitrac-steun kan worden gebruikt voor
het bevestigen van:
• Een lier voor een reddingshefinstallatie, caRol™ R;
• Een lier voor het heffen van lasten, caRol™ TS; en
• Een lier voor het heffen van lasten of lijntoegang,
overeenkomstig Richtlijn 2001/45/EG, caRol™
MO.
4.2.1. caRol™ R
Gebruik bij reddingshefwerkzaamheden
De caRol™ R-lier is een EN 1496-reddingshefinstallatie.
In deze configuratie is de maximale capaciteit 150 kg.
De herstelfunctie stelt de reddingswerker in staat de
operator na een val omhoog en/of omlaag te bewegen.
Gebruik bij het heffen van lasten
De caRol™ R-lier is een lier voor het heffen van lasten
conform Richtlijn 2006/42/EG met een max. WLL van
250 kg. Met de heffunctie kan de operator een max. last
van 250 kg heffen en/of laten zakken.
4.2.2. caRol™ TS
De caRol™ TS-lier is een lier voor het heffen van lasten
conform Richtlijn 2006/42/EG met een max. WLL van
54
500 kg. Met de heffunctie kan de operator een max. last
van 500 kg heffen en/of laten zakken.
4.2.3. caRol™ MO
De caRol™ MO-lier is een gemotoriseerde lier voor het
heffen van lasten conform Richtlijn 2006/42/EG met
een max. WLL van 500 kg. Met de heffunctie kan de
operator een max. last van 500 kg heffen en/of laten
zakken.
Bij gebruik voor lijntoegang kan slechts één operator
worden aangesloten op de caRol™ MO-lier. Hij moet
altijd worden aangesloten op een valbeveiliger met een
herstelfunctie. Zie de handleiding van caRol™ MO.
4.3. scafor™ R
De scafor™ davitrac-steun kan worden gebruikt om
een scafor™-lier te bevestigen.
Gebruik bij reddingshefwerkzaamheden
De scafor™ R-lier is een EN 1496-reddingshefinstallatie.
In deze configuratie is de maximale capaciteit 150 kg.
De herstelfunctie stelt de reddingswerker in staat de
operator na een val omhoog en/of omlaag te bewegen.
Gebruik bij het heffen van lasten
De scafor™ R-lier is een lier voor het heffen van lasten
conform Richtlijn 2006/42/EG met een max. WLL van
500 kg. Met de heffunctie kan de operator een max. last
van 500 kg heffen en/of laten zakken.

5. Installatie

Raadpleeg de bedieningsinstructies die bij elk systeem
zijn geleverd voor informatie over het gebruik van de
systemen die aan de steunen zijn bevestigd.
Voordat de davitrac-steun op de mast van de davitrac
wordt geplaatst, moet de operator ervoor zorgen dat
de mast correct op de basis is geplaatst en dat de
basis stevig aan de constructie is bevestigd volgens de
instructies van de davitrac-basis.
De davitrac-ankersteun mag alleen aan de mast van de
davitrac worden bevestigd.
Deze zijn uitgerust met een sleutelsysteem dat is
ontworpen om de steun aan de boven- of onderkant
aan de davitrac-mast te plaatsen.
De davitrac-steunen
vergrendelingspennen met een veiligheidspen, die met
een stalen kabeltje verbonden zijn.
zijn voorzien van