Tractel blocfor 20R Manuel D'installation, D'emploi Et D'entretien page 50

Inhoudsopgave
1. Belangrijke instructies .......................................... 51
2. Definities en pictogrammen ................................. 52
2.1. Definities ..................................................... 52
2.2. Pictogrammen ............................................. 52
3. Bedrijfsomstandigheden ...................................... 52
3.1. Controles voor gebruik ................................ 52
NL
3.1.1. blocfor™ 20R en 30R .......................... 53
4. Functies en beschrijvingen .................................. 53
4.1. blocfor™ 20R en 30R ................................. 54
4.2. caRol™ ....................................................... 54
4.2.1. caRol™ R ............................................ 54
4.2.2. caRol™ TS .......................................... 54
4.2.3. caRol™ MO ......................................... 54
4.3. scafor™ R ................................................... 54
5. Installatie.............................................................. 54
5.1. blocfor™ 20R en 30R ................................. 55
5.1.1. Installatie van de blocfor™ 20R en
30R op de blocfor™ davitrac-steun ..... 55
5.1.2. Installatie van de blocfor™ davitrac-
steun aan de mast van de davitrac ...... 55
5.1.3. Demontage van de blocfor™-steun
van de davitrac-mast ........................... 55
5.2. caRol™ ....................................................... 55
5.2.1. Installatie van caRol™-lieren op de
caRol™ davitrac-steun ........................ 55
5.2.2. Installatie van de caRol™ davitrac-
steun aan de mast van de davitrac ...... 56
5.2.3. Demontage van de caRol™ davitrac-
steun .................................................... 56
5.3. scafor™ R ................................................... 56
5.3.1. Installatie van de scafor™ R-lier op
de scafor™ davitrac-steun ................... 56
5.3.2. Installatie van de scafor™ davitrac-
steun aan de mast van de davitrac ...... 56
5.3.3. Demontage van de scafor™ R
davitrac-steun ...................................... 56
6. Gebruik ............................................................... 56
6.1. blocfor™ 20R en 30R ................................. 57
6.1.1. Reddingsoperatie met blocfor™ R ...... 57
6.1.1.1. De herstelfunctie activeren ... 57
6.1.1.2. Terugkeren naar de
6.2. caRol™ ....................................................... 57
6.2.1. caRol™ R ............................................ 57
6.2.1.1. Reddingsoperatie met de
50
valbeveiligingsfunctie ............ 57
caRol™ R-lier ........................ 57
6.2.1.2. Hefwerkzaamheden met
lasten..................................... 57
6.2.2. caRol™ TS .......................................... 57
6.2.3. caRol™ MO ......................................... 57
6.3. scafor™ R ................................................... 58
7. Verboden gebruik................................................. 58
8. Bijbehorende apparatuur ..................................... 58
8.1. PBM ............................................................ 58
8.2. Heffen ........................................................ 58
9. Transport en opslag ............................................ 58
10. Conformiteit met apparatuur ................................ 58
11. Markering ............................................................. 59
12. Periodieke inspectie en reparaties ...................... 59
12.1. De kabel controleren ................................... 60
12.1.1. Samenstelling van de kabel ................. 60
12.1.2. De algemene toestand van de kabel
controleren ........................................... 60
12.2. De blocfor™ R controleren ......................... 60
12.2.1. Controle van de markeringen .............. 60
12.2.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren ........................ 60
12.2.3. De algemene toestand van de
valbeveiliger controleren ..................... 60
12.2.4. De algemene toestand van de kabel
controleren .......................................... 61
12.2.5. De algemene toestand van de
afscheurbare schokdemper
controleren .......................................... 61
12.2.6. De valbeveiligingsfunctie controleren ... 61
12.2.7. Het reddingshefsysteem controleren ... 61
12.3. De lieren van de caRol™ R, caRol™
TS en caRol™ MO controleren ................... 61
12.3.1. Controle van de markeringen .............. 61
12.3.2. De aanwezigheid van de verplichte
onderdelen controleren ........................ 62
12.3.3. De algemene toestand van de
caRol™-lier controleren ...................... 62
12.3.4. Voor de caRol™ MO ............................ 62
12.3.5. De algemene toestand van de kabel
controleren ........................................... 62
12.3.6. Het correct functioneren van de
caRol™-lier controleren ....................... 62
12.3.6.1. Extra controle voor de
caRol MO .............................. 62
12.4. De scafor™ R controleren .......................... 63
12.5. De steunen van de blocfor™, caRol™ en
scafor™ controleren .................................... 63
12.5.1. Controle van de markeringen .............. 63