Télécharger Imprimer la page

T.I.P. AJ 4 Plus 100/57 AUT Traduction Du Mode D'emploi D'origine page 46

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Geleid het in de leveringsomvang opgenomen lostouw, zoals u in afb.1 kunt zien, door de drie ogen bovenaan de
pomp. Vervolgens fixeert u het touw met een dubbele knoop (afb.2). Let op dat het lostouw goed op de pomp is
gefixeerd.
5.4.
Positie van de pomp
Voor het neerlaten of optrekken mag enkel een geschikte neerlaatkabel en in geen geval de
drukslang of de aansluitkabel worden gebruikt.
De pomp mag enkel met een daarvoor geschikte neerlaatkabel in de vloeistof worden neergelaten en eruit
worden getrokken. Gebruik een kabel uit roestvrij staal of synthetische materialen zoals nylon. Kabels die als
gevolg van weersinvloeden en vocht neigen tot roestvorming, verwering, verrotting enz., mogen omwille van het
daarmee verbonden gevaar voor scheuren niet worden gebruikt. De kabel moet niet alleen het gewicht van de
pomp, van de met water gevulde drukleiding en van de aansluitkabel kunnen dragen, maar moet daarnaast ook
bestand zijn tegen de belastingen, die bij de werking optreden.
De standaard uitrusting van dit model omvat een hoogwaardige neerlaatkabel (1).
Voor de bevestiging van de neerlaatkabel dienen twee ogen (2) aan het bovenste gedeelte van de pomp.
Zorg ervoor dat de pomp in een verticale positie hangt, wanneer ze aan de kabel wordt opgetrokken.
De neerlaatkabel, de aansluitkabel (3) en de drukleiding moeten met een geschikte tape of met kabelbinders op
afstanden van ongeveer twee meter worden samengebonden, zodat ze bij het neerlaten of optrekken van de
pomp niet in elkaar verwikkeld geraken.
Laat de pomp met de neerlaatkabel voorzichtig in de pompvloeistof zakken. Bij het neerlaten moet de pomp
verticaal hangen. Zorg ervoor dat het apparaat niet tegen de rand van de put slaat of hiertegen schuurt. De pomp
moet volledig in de vloeistof worden ondergedompeld. De afstand tot de grond moet minstens 0,5 m bedragen,
om het aanzuigen van slib, zand, stenen enz. te verhinderen.
Om dit te kunnen waarborgen, adviseren wij de pomp tot op de bodem van de bronschacht neer te laten, en de
zo gemeten diepte op het gespannen touw te markeren. Maak nu een tweede markering 0,5 meter daaronder
(richting pomp). Trek nu de pomp 50 cm. naar boven en fixeer het apparaat in deze positie met in acht neming
van de tweede markering. Let op dat de maximale diepte van de pomp in vloeistof 20 m. is.
6. Elektrische aansluiting
Het toestel beschikt over een netsnoer met stekker. Om gevaren te voorkomen, mogen het netsnoer en de
stekker uitsluitend door een vakman worden vervangen. Draag de pomp nooit aan het netsnoer en gebruik het
snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken. Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
De gebruikte netspanning moet met de in de technische gegevens aangegeven waarden
overeenstemmen. De persoon die verantwoordelijk is voor de installatie moet verzekeren, dat
de elektrische aansluiting beschikt over een aarding die beantwoordt aan de norm.
De elektrische aansluiting moet van een gevoelige aardlekschakelaar (FI-schakelaar) zijn
voorzien: ∆ = 30 mA (DIN VDE 0100-739).
Verlengkabels mogen geen kleinere doorsnede hebben dan rubberslangen met het symbool
H07RN-F (3 x 1,0 mm²) conform VDE. Netstekkers en koppelingen moeten spatwaterdicht
zijn.
7. Ingebruikname
Tijdens het gebruik van de pomp mogen zich geen personen in het water bevinden.
De pomp mag uitsluitend voor het op het typeplaatje aangegeven toepassingsgebied worden
gebruikt.
Drooglopen - het pompen van het toestel zonder waterdoorvoer - moet worden voorkomen,
omdat de pomp bij watergebrek oververhit kan raken. Dit kan aanzienlijke schade aan het
toestel veroorzaken.
Zorg ervoor dat de elektrische steekverbindingen zich buiten het bereik van overstromend
water bevinden.
44
4

Publicité

loading