Montage - Bosch D-tect 150 SV Professional Notice Originale

Masquer les pouces Voir aussi pour D-tect 150 SV Professional:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 22
OBJ_BUCH-1478-003.book Page 54 Tuesday, March 8, 2016 9:07 AM
54 | Nederlands

Montage

Batterijen inzetten of vervangen
Als u het batterijvakdeksel 4 wilt openen, drukt u op de ver-
grendeling 5 in de richting van de pijl en verwijdert u het bat-
terijvakdeksel. Plaats de batterijen of accucellen. Let daarbij
op de juiste poolaansluitingen overeenkomstig de afbeelding
in het batterijvak.
De batterij-indicatie b in de bovenste statusregel in het dis-
play 16 geeft de oplaadtoestand van de batterijen of accucel-
len aan.
Opmerking: Let op het veranderende batterijsymbool om de
batterijen of accucellen op tijd te vervangen.
Als in het display 16 de waar-
Batterij vervangen
schuwing „Batterij vervan-
gen" verschijnt, worden de
instellingen opgeslagen en
wordt het meetgereedschap
automatisch uitgeschakeld.
Metingen zijn niet meer mo-
gelijk. Vervang de batterijen of de accu's.
Als u een batterij of accucel wilt verwijderen, drukt u op de
achterkant van een batterij of accucel, zoals op de afbeelding
weergegeven ( ). De voorkant van de batterij of accucel
komt uit het batterijvak ( ), zodat u de batterij of accucel ge-
makkelijk kunt verwijderen.
Vervang altijd alle batterijen of accu's tegelijkertijd. Gebruik
alleen batterijen of accu's van één fabrikant en met dezelfde
capaciteit.
 Neem de batterijen of accu's uit het meetgereedschap
als u het langdurig niet gebruikt. Als de batterijen of ac-
cu's lang worden bewaard, kunnen deze gaan roesten en
leegraken.
Gebruik
 Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
 Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij
grote temperatuurschommelingen eerst op de juiste
temperatuur komen voordat u het inschakelt. Bij extre-
me temperaturen of temperatuurschommelingen kan de
nauwkeurigheid van het meetgereedschap en de weergave
in het display nadelig worden beïnvloed.
 Breng in de buurt van de sensor 9 aan de achterzijde
van het meetgereedschap geen stickers of plaatjes
aan. In het bijzonder plaatjes van metaal beïnvloeden de
meetresultaten.
 Het gebruik of de activiteit van zendinstallaties zoals
WLAN, UMTS, vluchtradar, zendmasten of microgolven
in de nabije omgeving kan de meetfunctie beïnvloeden.
 De meetresultaten kunnen principieel door bepaalde
omgevingsomstandigheden beïnvloed worden. Daar-
toe behoren bijv. de nabijheid van toestellen die sterke
elektrische, magnetische of elektromagnetische vel-
den opwekken, natheid, metaalhoudende bouwmateri-
1 609 92A 27E | (8.3.16)
alen, met aluminium gecoate isolatiematerialen alsook
geleidend behangselpapier of geleidende tegels. Neem
daarom voor het boren, zagen of frezen in muren, plafonds
of vloeren ook andere informatiebronnen in acht (bijv.
bouwplannen).
Werking (zie afbeelding B)
Met het meetgereedschap
wordt de ondergrond van het
sensorbereik 9 in meetrich-
A
ting A tot aan de weergegeven
meetdiepte gecontroleerd.
S E
S E
N S
N S
De meting is alleen mogelijk
O
O
O R
tijdens de beweging van het
meetgereedschap in verplaat-
9
singsrichting B en bij een mi-
nimummeettraject van
10 cm. Beweeg het meetge-
B
reedschap altijd in een rech-
te lijn met lichte druk over
B
de muur, zodat de wielen
een goed contact met de
muur hebben. Herkend worden voorwerpen van een an-
der materiaal dan het materiaal van de muur. In het dis-
play worden de voorwerpdiepte en, indien mogelijk, het
voorwerpmateriaal weergegeven.
Optimale resultaten worden bereikt wanneer het meettraject
minstens 40 cm bedraagt en het meetgereedschap langzaam
over het volledige te onderzoeken gedeelte verplaatst wordt.
Vanwege de werking van het meetgereedschap worden alleen
dwars op de bewegingsrichting van het meetgereedschap
verlopende bovenkanten van voorwerpen gevonden.
Beweeg daarom altijd kruiselings over het te onderzoe-
ken gedeelte.
Als zich meer voorwerpen boven elkaar in de muur bevinden,
wordt in het display het voorwerp aangegeven dat het dichtst
bij het oppervlak ligt.
De weergave van de gevonden voorwerpen in het display 16
kan van de feitelijke eigenschappen van het voorwerp afwij-
ken. In het bijzonder zeer dunne voorwerpen worden in het
display dikker weergegeven. Grote cilindrische voorwerpen
(zoals kunststof- en waterbuizen) kunnen in het display smal-
ler worden weergegeven dan deze in feite zijn.
Voorwerpen die kunnen worden gevonden
– Kunststof buizen (water bevattende kunststof buizen zoals
vloer- en muurverwarming met een diameter van minstens
10 mm, lege buizen met een diameter van minstens
20 mm)
– Elektrische leidingen (ongeacht of deze spanningvoerend
zijn of niet)
– Driefasedraaistroomleidingen (bijvoorbeeld naar een for-
nuis)
– Laagspanningsleidingen (bijvoorbeeld deurbel en tele-
foon)
– Metalen buizen, stangen en dragers van allerlei aard (bij-
voorbeeld staal, koper en aluminium)
– Betonwapening
– Houten balken
– Holle ruimten
Bosch Power Tools

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières