Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
4.2 TEMPERATUURINSTELLING
1.
Druk op de Mode-knop (B2) om de gebruikersinstelling te selecteren.
2.
Druk op de Adjust-knop (B1) om de instelling van de koelkast aan te
passen. Een lagere instelling betekent een lagere temperatuur.
3.
Deze koelkast is geschikt om voedingsmiddelen in te vriezen.
Smart-modus
Druk op de Mode-knop (B2) om de Smart-modus te selecteren.
Het apparaat functioneert automatisch volgens de omgevingstemperatuur
rond het apparaat.
Super-modus
Druk op de Mode-knop (B2) om de Super-modus te selecteren. Het apparaat
draait om het vriesvak zo koud mogelijk te maken. Na 54 uur wordt de
oorspronkelijk ingestelde temperatuur automatisch hersteld.
Het apparaat uitschakelen
Houd de Adjust-knop (B1) gedurende 5 seconden ingedrukt en het apparaat
schakelt uit. Druk nogmaals 5 seconden op de knop om het apparaat in te
schakelen.
Deuralarm
Het alarm gaat af als de deur 90 seconden blijft openstaan; het stopt
wanneer de deur wordt gesloten.
O mgevingstemperatuur
De interne temperatuur van het apparaat kan variëren onder invloed van
de omgevingstemperatuur, de hoeveelheid opgeslagen producten en de
frequentie waarmee de deur wordt geopend.
Onder normale omstandigheden wordt aanbevolen om de temperatuur in
te stellen op 3 - 4. In de zomer, wanneer de omgevings- temperatuur hoog
is, wordt aanbevolen de temperatuur in te stellen op 4 - 5. In de winter,
wanneer de omgevingstemperatuur laag is, wordt aanbevolen om het
apparaat op 2 - 3 in te stellen.
19
Publicité
