NEDERLANDS
DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
Controle
1.
Controleer of de zijborstels de juiste hoogte en kanteling vanaf de vloer hebben. Ga als volgt te werk:
•
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
•
Zet de machine stil, laat de zijborstels volledig zakken en laat deze enkele seconden draaien.
•
Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u de machine verplaatst.
•
Controleer of de indruk van de zijborstels in de breedte en richting als volgt is:
–
de zijborstel rechts moet de vloer raken in een draaicirkel tussen 11 uur en 4 uur (1, Afb. AJ).
–
de zijborstel links moet de vloer raken in een draaicirkel tussen 8 uur en 1 uur (2, Afb. AJ).
•
Stel de hoogte van de borstels af als de indrukken anders zijn dan in de vorige punten wordt beschreven.
2.
Trek de parkeerrem met de hendel (13, Afb. E) aan.
3.
Draai de contactsleutel (24, Afb. D) in stand 'UIT' en verwijder de sleutel.
Afstelling van de hoogte van de zijborstels
4.
Draai aan beide kanten van de machine aan de zelfborgende spanningsmoer (3, Afb. AK) van de veer (4), overwegende dat:
•
losdraaien van de moer (3) doet de borstel zakken;
•
vastdraaien van de moer (3) doet de borstel omhoog gaan.
5.
Voer punt 1 opnieuw uit.
Regeling van de voorwaartse hellingshoek (5, Afb. AK) van de zijborstels
6.
Draai aan beide kanten van de machine de contramoeren (6 en 7, Afb. AK) los en regel de voorwaartse hellingshoek (5) door
een hendel in de opening (9) te voeren en te draaien aan de trekband (8).
7.
Vergrendel, na het afregelen, de contramoeren (6) en (7).
8.
Voer punt 1 opnieuw uit.
Regeling van de zijwaartse hellingshoek (10, Afb. AK) van de zijborstels
9.
Draai aan beide kanten van de machine de schroeven (11 en 12, Afb. AK) los en regel de zijwaartse hellingshoek (10). Als de
afstelling is uitgevoerd, de schroeven (11) en (12) vastdraaien.
10.
Voer punt 1 opnieuw uit.
Afstelling van de zijwaartse positie van de zijborstels
11.
Dit afstellen is nuttig om de zijwaartse positie van de borstels te optimaliseren ten opzichte van de aanzuigmond (17, Afb. G).
12.
Schroef voor de afstelling de zelfborgende moeren (1 en/of 2, Afb. AL) los/vast, waardoor de zijwaartse positie van de borstels
varieert. In de optimale afstelling staan de armen met een lichte druk naar buiten.
13.
Als de borstels door overmatige slijtage niet meer kunnen worden afgesteld, moeten de borstels zoals in het betreffende deel
worden vervangen.
36
GEBRUIKSAANWIJZING
33018305(3)2010-01 A
RS 851