Nilfisk RS 1300 Manuel D'utilisation page 193

Masquer les pouces Voir aussi pour RS 1300:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

De machine opstellen in de werkmodus
Ga voor het opstellen van de machine in werkmodus als volgt te werk:
18.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de specifi eke paragraaf.
19.
Controleer of de afvalcontainer (6, Afb. G) omlaag staat en dat het betreffende controlelampje (3, Afb. D) uit is.
20.
De beveiligingsstekker van de derde borstel van positie (1, Afb. H) (ingeschakeld) in positie (2) (uitgeschakeld) zetten door te
trekken en tegelijkertijd te draaien aan de geschikte hendel.
21.
Start het draaien van de zijborstels met de eerste slag van de schakelaar (29, Afb. D) en het draaien van de derde borstel met
de tweede slag van de schakelaar (29).
22.
De arm (23, Afb. G) van de derde borstel bewegen van de ruststand (gesloten arm) naar de werkstand (open arm) door de
manipulator naar rechts te brengen (46, Afb. D). De beweging stopt automatisch wanneer deze niet verder kan.
LET OP!
Het is alleen mogelijk om de arm (23, Afb. G) van de derde borstel veilig naar rechts of naar links te bewegen
wanneer de betreffende onderarm (22) zich in de uiterste stand rechts of links bevindt.
In een dergelijke situatie wordt de beweging van de arm op juiste wijze beperkt door de geschikte
veiligheidsmechanismen.
Als dat niet het geval is, kan de hieruit volgende overmatige beweging sommige onderdelen van de machine
beschadigen en instabiliteit veroorzaken.
Het is daarom aanbevolen om de onderarm (22, Afb. G) van de derde borstel altijd naar de uiterste stand links of
rechts te brengen.
23.
Tref voorbereidingen om de machine links of rechts te reinigen door als volgt te werk te gaan.
Voor de reiniging rechts:
Via de schakelaar terugkeer met veer (34, Afb. D), controleren of de onderarm (22, Afb. G) van de derde borstel in de
uiterste stand staat. Breng deze anders in die stand door de schakelaar (34, Afb. D) ingedrukt te houden.
De draairichting tegen de klok in van de derde borstel selecteren met de keuzeschakelaar (25, Afb. D).
De kanteling van de derde borstel afstellen zodat het afval middenin de aanzuigmond komt. Gebruik voor dat doel de
schakelaar (22, Afb. D) en plaats de borstel (1, Afb. AK) zoals afgebeeld (de afbeelding toont de kanteling van de derde
borstel gezien vanaf de bestuurdersstoel).
Voor de reiniging links:
De schakelaar terugkeer met veer (34, Afb. D) ingedrukt houden om de onderarm (22, Afb. G) van de derde borstel in de
uiterste stand links te bewegen. De beweging stopt automatisch wanneer deze niet verder kan.
De draairichting met de klok mee van de derde borstel selecteren met de keuzeschakelaar (25, Afb. D).
De kanteling van de derde borstel afstellen zodat het afval middenin de aanzuigmond komt. Gebruik voor dat doel de
schakelaar (22, Afb. D) en plaats de borstel (2, Afb. AK) zoals afgebeeld (de afbeelding toont de kanteling van de derde
borstel gezien vanaf de bestuurdersstoel).
24.
Zet de gashendel van de motor (16, Afb. E) langzaam naar voren en stel het toerental op het display (17, Afb. D) als volgt in:
minmaal, 1.800 toeren/min.
maximaal, 2.000 toeren/min.
WAARSCHUWING!
Als tijdens het werk 2.050 toeren/min. worden overschreden, stopt een beveiligingssysteem het draaien van de
borstels.
25.
Start de aanzuigventilator met de schakelaar (30, Afb. D).
26.
De aanzuigmond en de zijborstels omlaag brengen door op de knop te drukken (37, Afb. D).
27.
De derde borstel omlaag brengen door de manipulator naar voren te brengen (46, Afb. D). Indien het nodig mocht zijn om de
borstel tijdens het werk omhoog te brengen, de manipulator (46) naar achteren brengen.
28.
Het water in de tanks van de installatie voor stofbestrijding controleren en indien nodig bijvullen en controleren welke van de
drie controlelampjes (49, 50, 51, Afb. D) blijft branden:
Controlelampje volle watertanks (groen) (49, Afb. D)
Controlelampje secundaire volle watertank (geel) (50, Afb. D)
Controlelampje lege watertanks (rood) (51, Afb. D). Wanneer dit controlelampje gaat branden, stoppen de pompen
automatisch.
29.
Doe indien nodig de kraantjes van het water van de installatie voor stofbestrijding (10, 11, 12, Afb. E) aan met inachtneming
van de volgende aanwijzingen:
Kraantje (10, Afb. E) van de spuitmonden van de installatie voor stofbestrijding van de aanzuigslang: altijd aandoen,
behalve als het te reinigen wegdek nat is. Dit kraantje stuurt het water ook naar de spuitmond van de installatie voor
stofbestrijding van de aanzuigslang aan de achterkant (optioneel).
Kraantje (11, Afb. E) van de spuitmonden van de installatie voor stofbestrijding van de zijborstels: aandoen wanneer het
wegdek droog en stoffi g is.
Kraantje (12, Afb. E) van de spuitmonden van de installatie voor stofbestrijding van de derde borstel: aandoen wanneer het
wegdek droog en stoffi g is.
GEBRUIKSAANWIJZING
RS 1300
33014091(3)2008-02 A
NEDERLANDS
21

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières