Bosch HTD 8 Serie Notice Originale page 111

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 44
R
"C": afwijking van het knikpunt van de verticale
richting (ook als knikhoek bekend). De waarde wordt
altijd als absolute waarde weergegeven; de volgende
eenheden zijn mogelijk:
%, cm / 10 m, graden
R
"D": afwijking van het knikpunt van de horizontale
richting. De waarde wordt altijd als absolute waarde
weergegeven; de volgende eenheden zijn mogelijk:
%, cm / 10 m, graden
R
"α": hoek tussen de "schouder" en het horizontale
deel van de helder-donkergrens (bij het asymmetri-
sche dimlicht ook gierhoek genoemd).
R
"b": hoek tussen het linkerdeel van de helder-donker-
grens en de horizontale lijn (ook rolhoek genoemd,
bedraagt in de regel 0°).
4.3
Groot licht
De volgende afbeelding illustreert de belangrijkste
meetgrootheden voor het groot licht.
v'
E
h
HV
H
v
Fig. 16:
Meetgrootheden voor groot licht
R
"E": nulpunt van het koplampinstelapparaat (centrum
van de koplamp). Dit punt is de basis voor de meet-
waarden. Afwijkingen worden vanuit dit punt geme-
ten.
R
"F": tolerantiebereik. De hotspot van het groot licht
moet zich binnen dit veld bevinden.
R
"G": hotspot.
R
"H": horizontale afstand van de hotspot van het
middelpunt. De volgende eenheden zijn mogelijk:
%, cm / 10 m, graden
R
"I": verticale afstand van de hotspot van het middel-
punt. De volgende eenheden zijn mogelijk:
%, cm / 10 m, graden
4.4
Mistlamp
De mistlamp wordt op gelijkaardige manier als het dim-
licht gemeten. Het verschil bestaat erin dat de helder-
donkergrens niet knikt, maar een doorlopende horizon-
tale lijn vormt.
Robert Bosch GmbH
F
h'
G
I
Bediening | HTD 8xx | 111
5.
Bediening
5.1
Voorbereidende maatregelen
5.1.1
Werkvlak
Om de koplampen exact te kunnen instellen, moet het
standvlak effen zijn. Als dat niet mogelijk is, moeten het
koplampinstelapparaat en het voertuig op zijn minst op
een oppervlak met gelijkmatig hoogteverschil geplaatst
worden. Deze mag een helling van max. 0,5 % hebben.
Fig. 17:
Bodemhelling van het werkvlak
5.1.2
Horizontale opstelling
De horizontale opstelling van het koplampinstel-
apparaat wordt met de waterpas in de lichtkast gecon-
troleerd.
1. Het koplampinstelapparaat in het werkbereik
positioneren.
2. De horizontale positie met de waterpas in het
binnenste van de lichtkast controleren.
Fig. 18:
Waterpas
3. Als de positie niet correct genivelleerd is, het instel-
systeem aan de rolwagen veranderen. Drie wielen
kunnen in de hoogte versteld worden.
$
Wielbevestigingsschroef lichtjes losdraaien.
$
De helling door het draaien van de daarboven
voorhanden instelschroef verstellen.
$
De wielbevestigingsschroef opnieuw stevig vast-
draaien
$
Indien nodig de hoogte van de andere wielen
bijstellen.
nl
|
1 692 104 611
2014-10-15

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières