Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Anleitung_NMC_355_SPK7:_
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing: Bij gebruik van elektrische
gereedschappen dienen de fundamentele
veiligheidsmaatregelen in acht te worden
genomen om het gevaar voor brand, elektrische
schok en verwondingen van personen uit te
sluiten.
Neem al deze voorschriften in acht voordat en
terwijl u met de zaag werkt.
1. Lees deze veiligheidsvoorschriften voor uw eigen
veiligheid voordat u het gereedschap in werking
stelt. Leer het toepassingsgebied en de grenzen
kennen alsook de bijzondere gevaren die eraan
verbonden zijn.
2. Verwijder geen veiligheidsinrichtingen en
afdekkingen.
3. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
Draag een veiligheidsbril. Een normale bril is
geen veiligheidsbril. Gebruik bij stofverwekkende
werkzaamheden een stofmasker.
4. Laat geen gereedschapssleutels steken.
Controleer of sleutels en instelgereedschappen
zijn verwijderd alvorens de machine in te
schakelen.
5. Hou uw werkplaats netjes. Wanorde in het
werkgebied kan ongevallen tot gevolg hebben.
6. Vermijdt gevaarlijke omgevingsinvloeden.
Gebruik gereedschappen niet in vochtige of natte
omgeving en stel ze niet bloot aan de regen. Hou
uw werkgebied schoon. Zorg voor voldoende
vrije ruimte binnen het werkgebied.
7. Hou kinderen weg. Laat geen andere personen
en kinderen het gereedschap of de kabels raken.
Hou ze weg van uw werkplaats.
8. Maak uw gereedschap kinderveilig. d.m.v. een
hangslot, hoofdschakelaar of door het
verwijderen van de startsleutel.
9. Overbelast uw gereedschap niet. U werkt beter
en veiliger in het opgegeven vermogensgebied.
10. Gebruik het juiste gereedschap. Gebruik
gereedschappen niet voor werkzaamheden waar
ze niet voor bedoeld zijn.
11. Draag de gepaste werkkledij. Draag geen wijde
kleding of sieraden, ze kunnen door bewegende
delen worden gegrepen. Slipvast schoeisel is
aan te bevelen. Draag bij lang haar een
haarbescherming.
12. Beveilig het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen
of een bankschroef teneinde het werkstuk vast te
zetten. Het wordt zodoende veiliger
vastgehouden dan met de hand.
13. Onderhoudt uw gereedschap zorgvuldig. Hou de
gereedschappen scherp en schoon om beter en
24.09.2008
9:47 Uhr
Seite 25
veiliger te kunnen werken. Neem de
onderhoudsvoorschriften en de instructies voor
het verwisselen van gereedschappen in acht.
Controleer regelmatig de kabel van het
gereedschap en laat hem bij beschadiging door
een erkende vakman vervangen. Controleer
verlengkabels regelmatig en vervang ze indien
ze beschadigd zijn. Hou handgrepen droog en
vrij van olie en vet.
14. Trek de stekker uit het stopcontact. Bij niet-
gebruik van de zaagmachine, vóór het
onderhoud en vóór het verwisselen van
gereedschappen.
15. Gebruik enkel aanbevolen accessoires.
Raadpleeg uw gebruiksaanwijzing voor
aanbevolen accessoires. Volg de bij de
accessoires gevoegde instructies op. Het gebruik
van ongeschikte accessoires kan gevaarlijk zijn.
16. Ga niet op het gereedschap staan. Er bestaat
blessurerisico omdat het gereedschap zou
kunnen kantelen.
17. Controleer het gereedschap op eventuele
beschadigingen. Veiligheidsinrichtingen of licht
beschadigde onderdelen zorgvuldig op hun
behoorlijke en reglementaire werkwijze
controleren alvorens het gereedschap verder te
gebruiken. Controleer of de beweeglijke
onderdelen naar behoren werken en niet klem
zitten alsook of onderdelen beschadigd zijn. Alle
onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en
alle voorwaarden vervullen om de behoorlijke
werkwijze van het gereedschap te waarborgen.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en
onderdelen dienen deskundig door een erkende
vakwerkplaats te worden hersteld of vervangen
tenzij in deze handleiding anders vermeld. Laat
beschadigde schakelaars door een
klantendienst-werkplaats vervangen. Gebruik
geen gereedschappen waarvan de schakelaar
niet kan worden in- of uitgeschakeld.
18. Werkrichting. Vergewis u er zich van dat de
draairichtingspijl in richting van het werkstuk
wijst.
19. Laat draaiende gereedschappen niet onbeheerd.
Zet het gereedschap uit als u weggaat van de
machine. Wacht tot de machine helemaal tot
stilstand is gekomen.
20. Aardt uw gereedschap. Indien het gereedschap
voorzien is van een aansluiting voor
veiligheidsleider, mag het enkel worden
aangesloten op een daarvoor voorzien
stopcontact.
21. Hou rekening met de omgevingsinvloeden. Stel
gereedschappen niet bloot aan de regen.
Gebruik gereedschappen niet in vochtige of natte
omgeving. Zorg voor een goede verlichting.
NL
25
Publicité
