3.3.1. De lasmethode kiezen
Normaal MIG/MAG-lassen:
Normaal MIG/MAG-lassen met een afzonderlijke draadaanvoer en spanningregeling kan worden
gekozen in de stand 1-MIG. Curve nummer "00" zorgt voor een vrij draadaanvoerbereik tussen
1-18 m/min. De stroom kan, afhankelijk van de draadaanvoer, worden ingesteld tussen speciale
voorgeprogrammeerde grenswaarden. Als curve "01" is geselecteerd, zijn de draadaanvoersnelheid
en spanning onafhankelijk van elkaar.
Synergic MIG/MAG-lassen (1-MIG)
Synergic MIG/MAG-lassen (1-MIG): bij MIG-lassen bepaalt de draadaanvoersnelheid de waarden
van alle andere lasparameters, de lasstroom kan dan met één knop worden ingesteld. Kies de juiste
synergy curve voor de vuldraad en het beschermgas om het effect van de draadaanvoersnelheid
op de pulsparameters te bepalen.
Synergic Puls MIG-lassen:
Met deze lasmethode wordt door de lasstroom te pulseren het lasmetaal op het werkstuk spatvrij
gehouden. De pulsparameters van de stroombron veranderen automatisch (synergy) waardoor de
lasstroom kan worden geregeld met één knop. Kies de juiste synergy curve voor de vuldraad en
het beschermgas om het effect van de draadaanvoersnelheid op de pulsparameters te bepalen.
3.3.2. 1-MIG/Puls MIG synergy-curves selecteren
Het programmanummer voor de synergy curve wordt geselecteerd met de plus- en minknop. Dit wordt
weergegeven onder "SYNERGIC PRG".
De middelste display is voor de actuele materiaalgroep (bijv. AL, CUS, FE). De draaddiameter (mm) is
zichtbaar aan de rechterzijde. Deze gegevens worden slechts enige tijd weergegeven.
Druk op de knop "PRG INFO" voor meer informatie over de curve.
Na een keer drukken gaat de display terug naar de materiaalgroep en diameter, na twee keer drukken wordt
het typenummer van het materiaal en na drie keer worden componenten voor gasconsistentie één voor één
weergegeven.
© KEMPPI OY
KEMPACT™ PULSE 2800 AUTOMOTIVE / 0709 – 9