Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 26
– <Koudezoeker>
In deze meetfunctie worden alleen de koudere temperatu-
ren in het meetbereik als warmtebeeld weergegeven. Het
gedeelte buiten deze koudere temperaturen wordt als
echt beeld in grijstinten weergegeven om gekleurde ob-
jecten niet abusievelijk met temperaturen in verbinding te
brengen (bijv. blauw kozijn bij het zoeken naar gebrekkige
isolatie). Pas de verdeelschaal met de pijltoets
omhoog (7) en omlaag (12) aan. Het weergegeven tem-
peratuurbereik wordt daardoor als warmtebeeld vergroot
of verkleind. Het meetgereedschap meet minimum- en
maximumtemperaturen verder mee en geeft deze aan de
uiteinden van de verdeelschaal (h) weer.
– <Handmatig>
Als sterk afwijkende temperaturen in het warmtebeeld
worden gemeten (bijv. radiator als heet object bij onder-
zoek van koudebruggen), dan worden de beschikbare
kleuren over een groot aantal temperatuurwaarden in het
bereik tussen maximum- en minimumtemperatuur ver-
deeld. Dit kan ertoe leiden dat fijne temperatuurverschil-
len niet meer gedetailleerd kunnen worden weergegeven.
Om een weergave van het te onderzoeken temperatuur-
bereik met meer details te verkrijgen, gaat u als volgt te
werk: nadat u naar de modus <Handmatig> bent gegaan,
kunt u de maximum- of minimumtemperatuur instellen.
Zo kunt u het temperatuurbereik vastleggen dat voor u re-
levant is en waarin u fijne verschillen wilt herkennen. De
instelling <Verdeelschaal terugzetten> past de verdeel-
schaal weer automatisch aan de gemeten waarden in het
gezichtsveld van de infraroodsensor aan.

Hoofdmenu

Om in het hoofdmenu te komen, drukt u eerst op de
toets Func (8) om de meetfuncties op te vragen. Druk nu op
de rechter functietoets (9).
– <Meting>
▪ <Emissiegraad> (d)
Voor enkele van de meest voorkomende materialen
kan er worden gekozen uit opgeslagen emissiegraden.
Om het zoeken gemakkelijker te maken, zijn de waar-
den samengevoegd tot groepen in de emissiegraadca-
talogus. Selecteer in het menupunt <Materiaal> eerst
de juiste categorie en dan het juiste materiaal. De bij-
behorende emissiegraad verschijnt in de regel eron-
der. Wanneer u de precieze emissiegraad van uw mee-
tobject kent, kunt u deze ook als getalswaarde in het
menupunt <Emissiegraad> instellen.
Als u vaak dezelfde materialen meet, kunt u vijf emis-
siegraden als favoriet opslaan en deze snel via de bo-
venste balk (genummerd van 1 tot 5) opvragen.
▪ <Reflectietemp.> (c)
De instelling van deze parameter kan het meetresul-
taat vooral bij materialen met een lage emissiegraad
(= hoge reflectie) verbeteren. In sommige situaties
(vooral binnenshuis) komt de gereflecteerde tempera-
tuur overeen met de omgevingstemperatuur. Wanneer
objecten met sterk afwijkende temperaturen in de
Bosch Power Tools
buurt van sterk reflecterende objecten de meting kun-
nen beïnvloeden, dan moet u deze waarde aanpassen.
– <Indicatie>
▪ <Middelpunt> (l)
De punt wordt in het midden van het warmtebeeld
weergegeven en geeft u de gemeten temperatuurwaar-
de op deze plek aan.
▪ <Hotspot> (k): <AAN>/<UIT>
Het heetste punt (= meetpixel) wordt door een rood
dradenkruis in het warmtebeeld gemarkeerd. Dit
maakt het zoeken naar kritische punten (bijv. losse
contactklem in de schakelkast) gemakkelijker. Voor
een zo nauwkeurig mogelijke meting focusseert u het
meetobject in het centrum van het display
(85 × 64 px). Op deze manier wordt de betreffende
temperatuurwaarde van dit meetobject ook weergege-
ven.
▪ <Coldspot> (m): <AAN>/<UIT>
Het koudste punt (= meetpixel) wordt door een blauw
dradenkruis in het warmtebeeld gemarkeerd. Dit
maakt het zoeken naar kritische punten (bijv. ondichte
plek bij het raam) gemakkelijker. Voor een zo nauw-
keurig mogelijke meting focusseert u het meetobject in
het centrum van het display (85 × 64 px).
▪ <Kleurenschaal> (h): <AAN>/<UIT>
▪ <Gemiddelde temp.> (b): <AAN>/<UIT>
De gemiddelde temperatuur (b) wordt linksboven in
het warmtebeeld weergegeven (gemiddelde tempera-
tuur van alle gemeten waarden in het warmtebeeld).
Dit kan het voor u gemakkelijker maken om de gere-
flecteerde temperatuur te bepalen.
– <WiFi> (e): <AAN>/<UIT>
(zie „Gegevensoverdracht", Pagina 76)
– <Toestel>
▪ <Taal>
Onder dit menupunt kunt u de in de aanduiding ge-
bruikte taal selecteren.
▪ <Tijd & datum> (a)
Voor het wijzigen van tijd en datum in het meetgereed-
schap opent u het submenu <Tijd & datum>. In dit
submenu kunt u naast de instelling van tijd en datum
ook de betreffende formaten ervan wijzigen. Voor het
verlaten van het submenu <Tijd> en <Datum> drukt u
ofwel op de rechter functietoets (9) om de instellingen
op te slaan, ofwel op de linker functietoets (16) om de
wijzigingen te verwerpen.
▪ <Uitschakeltijd>
Onder dit menupunt kunt u het tijdsinterval kiezen
waarna het meetgereedschap automatisch moet uit-
schakelen, wanneer op geen enkele toets wordt ge-
drukt. U kunt het automatisch uitschakelen ook deacti-
veren door de instelling <Nooit> te kiezen.
▪ <WiFi kanaal>
Onder dit menupunt kunt u een ander WiFi-kanaal in-
stellen.
▪ <Hoge audiokwaliteit>
Onder dit menupunt kunt u de kwaliteit van het opge-
nomen audiobestand via spraaknotitie aanpassen. Let
Nederlands | 75
1 609 92A 4UF | (14.01.2021)

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières