Table des Matières
Publicité
8.2 Leidraad
STORING
De elektropomp start niet.
De hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Het groene lampje is uit.
De elektropomp start of stopt
als de pomp reeds in werking is.
De hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Het groene lampje is aan.
Het rode lampje is aan
(*** x knipperen).
De verbruikers zijn gesloten.
De elektropomp is in werking met in de installatie.
cyclishe verhoging en verlaging
van de snelheid.
Het groene lampje is aan.
Het gele lampje is aan.
Het rode lampje is uit.
De verbruikers zijn open.
De elektropomp start niet.
Het groene lampje is aan.
Het gele lampje is uit.
Het rode lampje is uit.
De elektropomp is in werking.
Er zijn trillingen in de pomp of
in de buurt van de pomp.
De elektropomp is in werking.
Veelvuldig starten en stoppen.
De elektropomp is altijd op de
maximum snelheid in werking.
MOGELIJKE OORZAAK
Geen spanning
voorhanden.
Thermische magneetschakelaar
ingeschakeld.
*** = 2 x knipperen
Overbelasting van de motor.
Stator van de motor beschadigd.
*** = 3 x knipperen
Oververhitting van de omzetter.
*** = 4 x knipperen
Oververhitting van de motor (als
de PTC beveiliging op het
klemmenblok aanwezig is).
*** = 5 x knipperen
Eventuele beveiliging tegen
drooglopen ingeschakeld.
*** = 6 x knipperen
Problemen aan de druktransmitter. De transmitter en de betreffende
*** = 7 x knipperen
De voedingsspanning is te laag.
laag.
Waterlekken uit de balkeerklep of
Eventuele tank ondermaats.
Membraan van eventuele tank
kapot.
Instelling van het werkpunt niet
geschikt voor de installatie (waarde
hoger dan de druk die door de
pomp geleverd kan worden).
Instelling van het werkpunt niet
geschikt voor de installatie
(waardegelijk aan nul).
Werkpunt niet geschikt voor de
installatie (waarde lager dan de
minimum druk die door de pomp
geleverd kan worden).
Mogelijke problemen aan de
vlotterschakelaar in de aanzuigbak. bak controleren.
Mogelijke problemen aan de
druktransmitter.
MOGELIJKE OORZAAK
De spanning weer
inschakelen.
De schakelaar resetten.
De werkomstandigheden van
de elektropomp controleren.
De motor controleren.
Controleren of niets de juiste
koeling van de omzetter
belemmert.
De werkomstandigheden van
de elektropomp controleren.
Het waterniveau controleren.
De uitwendige inrichting en de
betreffende aansluitkabels
aansluitkabel controleren.
De installatie controleren om lekken
te lokaliseren. De onderdelen
repareren of vervangen.
De werkomstandigheden van
de elektropomp controleren.
De membraan vervangen.
Het systeem opnieuw instellen.
Het systeem opnieuw instellen.
Het systeem opnieuw instellen.
De vlotterschakelaar en de
De hydraulische aansluiting
tussen de transmitter en de
installatie controleren.
nl
91
Publicité
Table des Matières
Dépannage
