Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Bescherming van het apparaat
Bescherm het apparaat tegen vocht en fel zonlicht.
s
Vuil in de eindstukken kan leiden tot corrosie of contactonderbreking.
s
Houd de eindstukken altijd schoon.
Wanneer het apparaat langdurig niet wordt gebruikt, moeten de bat-
s
terijen worden verwijderd (gevaar voor corrosie).
Vervoer het apparaat in het beschermetui 30 en berg het daarin ook op.
s
Batterijen inzetten of vervangen
Gebruik uitsluitend alkali-mangaanbatterijen of accu's.
Met accucellen van 1,2 V is een kleiner aantal metingen mogelijk.
Druk aan beide zijden op de blokkering 19 van het eindstuk en verwijder
het eindstuk 17 of 18.
Plaats de meegeleverde batterijen. Let bij het plaatsen van de batterijen
op de juiste polen. Breng het eindstuk 17 of 18 weer aan.
Nadat het batterijsymbool
gen mogelijk.
Als het batterijsymbool knippert, moeten de batterijen worden vervangen.
Metingen zijn niet meer mogelijk.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk.
Ingebruikneming
In- en uitschakelen
Inschakelen:
Druk op de aan/uit-knop „on/off" 6 of druk de toets Meten 7 verder in.
Uitschakelen:
Druk op de aan/uit-knop „on/off" 6.
Als na ongeveer 5 min geen meting heeft plaatsgevonden, wordt het ap-
paraat automatisch uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
Bij de automatisch uitschakeling worden behalve de opgeslagen meet-
waarden ook de huidige weergave en de instellingen van het apparaat op-
geslagen. Bij het opnieuw inschakelen bevindt het apparaat zich weer in
dezelfde functie en worden dezelfde waarden weergegeven als voor het
automatisch uitschakelen.
Meten
Het apparaat heeft een aantal meetfuncties die door het indrukken van de
bijbehorende functietoetsen kunnen worden geselecteerd (zie het gedeel-
te Meetfuncties). Na het inschakelen werkt het apparaat in de functie
„Lengtemeting".
Druk voor het wisselen van de meetfunctie op de toets voor de gewenste
functie. Na het selecteren van de meetfunctie vinden alle overige stappen
plaats door het indrukken van de toets Meten 7.
Plaats het apparaat met de achterkant (eindstuk) tegen de gewenste
meetrand (bijvoorbeeld een muur). De achterkant van het apparaat is de
referentieplaats van de meting.
1 609 929 E99 • (03.09) T
wordt weergegeven zijn nog min. 100 metin-
Nederlands–4
Publicité
Table des Matières
