3M Protecta 3590520 Manuel D'utilisation page 28

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 34
1.0 TOEPASSINGEN
1.1
DOEL: De zelfintrekkende valstopapparaten (Self Retracting Device, SRD) van 3M zijn ontworpen als onderdeel van een
persoonlijk systeem voor valbescherming (Personal Fall Arrest System, PFAS). Afbeelding 1 toont valstopapparaten die
in deze gebruiksaanwijzing behandeld worden, evenals typische toepassingen ervan. Deze systemen kunnen gebruikt
worden in de meeste situaties waarin een combinatie van mobiliteit voor de werknemer en valbeveiliging is vereist, zoals bij
inspectiewerkzaamheden, algemene bouwwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, olieproductie, werkzaamheden in
besloten ruimten, enz.
1.2
NORMEN: Uw valstopapparaat voldoet aan de nationale of regionale norm(en) die staan vermeld op de omslag van deze
instructies.
1.3
TRAINING: Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik door personen die getraind zijn in de juiste toepassing en het juiste
gebruik. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen bekend te zijn met deze instructies en getraind
te zijn in het juiste onderhoud en gebruik van deze apparatuur. Gebruikers moeten bovendien op de hoogte zijn van de
operationele eigenschappen, toepassingsbeperkingen en gevolgen van onjuist gebruik.
1.4
BEPERKINGEN: Houd tijdens het installeren of gebruiken van deze apparatuur altijd rekening met de volgende beperkingen
en eisen:
Capaciteit: Dit valstopapparaat werd getest op geschiktheid voor gebruik door één persoon met een totaalgewicht
(kleding, uitrusting, enz.) van 59 kg (130 lbs) tot 141 kg (310 lbs).
juiste capaciteit hebben voor uw toepassing.
Verankering: De verankeringsstructuur voor het valstopapparaat moet in staat zijn om een belasting van 10 kN
(2.248 lbs) te dragen. Verankeringsonderdelen moeten voldoen aan EN795.
Blokkeersnelheid: Situaties waarin geen vrij valpad is, dienen vermeden te worden. Wanneer er gewerkt wordt
in besloten of nauwe ruimten, kan het lichaam tijdens een val mogelijk niet voldoende snelheid bereiken om de
vergrendeling van het valstopapparaat bij een val te activeren. Wanneer er gewerkt wordt op zich langzaam verplaatsende
materialen, zoals zand of korrelig materiaal, wordt er wellicht onvoldoende snelheid gemaakt om de vergrendeling van het
valstopapparaat te activeren. Om positieve vergrendeling van het valstopapparaat te garanderen, is een vrij valpad nodig.
Vrije val: Bij correct gebruik zullen valstopapparaten de vrijevalafstand beperken tot 61 cm (2 voet). Om grotere
valafstanden te vermijden, dient u niet boven de verankering te werken. Verleng valstopapparaten niet door er een
lijn of soortgelijk onderdeel aan te koppelen zonder dat u 3M hebt geraadpleegd. Klem of bind de reddingslijn
niet vast en voorkom dat de reddingslijn niet kan worden ingetrokken of dat de reddingslijn niet strak kan komen te staan.
Vermijd speling.
Scheef vallen: Een scheve val doet zich voor wanneer het verankeringspunt zich niet direct boven het valpunt bevindt.
De kracht waarmee een voorwerp tijdens een scheve val geraakt kan worden, kan ernstig letsel veroorzaken (zie
afbeelding 3A). Minimaliseer scheef vallen door zo recht mogelijk onder het ankerpunt te werken.
Vrije valspeling: Afbeeldingen 3B en 3C laten de vrije valspeling zien. SRD-valstopsystemen moeten een minimale vrije
valspeling hebben van 2 m (6 voet) voor vallen vanuit een staande positie waarbij het valstopapparaat direct boven het
hoofd is verankerd (afbeelding 3B). Voor vallen vanaf een kniel- of kruippositie is 1 meter (3 voet) extra vrije valspeling
vereist. Bij een scheve val (afbeelding 3C) is de totale verticale valafstand groter dan wanneer de gebruiker recht
onder het verankeringspunt gevallen zou zijn. Daardoor neemt mogelijk de benodigde vrije valspeling toe. Afbeelding
4 en de bijbehorende tabel definiëren de maximale werkradius (C) voor verschillende SRD-verankeringshoogten (A) en
vrijevalspelingen (B). De aanbevolen werkzone is beperkt tot het gebied binnen de maximale werkradius.
Gevaren: Als deze uitrusting in zones met omgevingsgevaar wordt gebruikt, kan het zijn dat extra maatregelen nodig
zijn om de kans op letsel of schade aan de uitrusting te verkleinen. De gevaren kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt
tot: hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve omgevingen, hoogspanningsleidingen, explosieve of giftige gassen, bewegende
machines en materiaal boven het hoofd dat kan vallen en de gebruiker of het valstopsysteem kan raken. Vermijd
werkzaamheden in situaties waarin uw reddingslijn de reddingslijn van een collega kan kruisen of daarmee verstrengeld
kan raken. Vermijd werkzaamheden in situaties waarin een voorwerp kan vallen en de reddingslijn kan treffen, waardoor
u uw evenwicht verliest of waardoor de reddingslijn beschadigd raakt. Voorkom dat de reddingslijn onder armen of tussen
benen door loopt.
Scherpe randen: Vermijd werken waar de reddingslijn in contact kan komen met onbeschermde of scherpe randen, of er
langs kan schuren. Als contact met een scherpe rand onvermijdelijk is, bedek die rand dan met beschermingsmateriaal.
2.0 GEBRUIK
2.1
REDDINGSPLAN: Wanneer deze apparatuur wordt gebruikt, dient de werkgever te beschikken over een reddingsplan. Ook
moet de werkgever de middelen binnen bereik hebben om het reddingsplan te implementeren en te communiceren met
gebruikers, bevoegde personen en reddingswerkers.
2.2
INSPECTIEFREQUENTIE: Valstopapparaten moeten vóór elk gebruik worden geïnspecteerd door een bevoegde persoon
reddingswerker
(zie tabel 2). Bovendien dient een andere deskundige persoon dan de gebruiker
3
inspecteren met intervallen van maximaal één jaar. Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.)
kunnen vereisen dat de frequentie van inspecties door deskundigen wordt opgevoerd. De inspectieprocedures zijn beschreven
in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" (tabel 3). De resultaten van de inspectie door de deskundige moeten worden
geregistreerd in het "Logboek voor inspectie en onderhoud" of met het RFID-systeem worden geregistreerd (zie sectie 5).
2.3
NORMAAL GEBRUIK: Bij normale werkzaamheden kan de reddingslijn zonder onregelmatigheden uit- en intrekken wanneer
de medewerker met normale snelheid beweegt. Wanneer er een val plaatsvindt, zal het snelheidsgevoelige remsysteem
geactiveerd worden. Daardoor wordt de val gestopt en wordt veel van de vrijgekomen energie geabsorbeerd. Tijdens normale
werkzaamheden dienen plotselinge of snelle bewegingen vermeden te worden; hierdoor kan het valstopapparaat vergrendeld
worden. Voor valpartijen die zich voordoen terwijl de reddingslijn bijna helemaal is uitgetrokken, is een reservereddingslijn of
energieabsorberende inrichting opgenomen, zodat de valstop een beperkte impact heeft. Als het valstopapparaat onderworpen
is geweest aan valstopkrachten, moet u het uit dienst nemen en als "ONBRUIKBAAR" markeren of etiketteren. Inspecteer en
onderhoud het zoals voorgeschreven in de secties 5 en 6.
1 Capaciteit:
CE-valstopapparaten hebben een maximale capaciteit van 141 kg (310 lbs). Valstopapparaten met een 3-weg terughaalsysteem hebben een maximale
hefbelasting van 135 kg (298 lbs).
2 Bevoegd persoon:
Een persoon die door de werkgever aangewezen is om werk uit te voeren op een locatie waar de persoon blootgesteld wordt aan een
valrisico.
3 Redder:
Een andere persoon of andere personen dan de te redden persoon, die optreedt of optreden om een geassisteerde redding uit te voeren door middel van
een reddingssysteem.
4 Deskundige:
Een persoon die door zijn werkgever is aangeduid als verantwoordelijke voor de directe supervisie, uitvoering en opvolging van het door de
werkgever beheerde programma voor valbescherming die op basis van zijn opleiding en kennis in staat is de bestaande en potentiële valrisico's te identificeren, te
evalueren en aan te pakken, en die van de werkgever de bevoegdheid heeft gekregen om onmiddellijk corrigerende maatregelen te nemen in verband met dergelijke
risico's.
Zorg ervoor dat alle onderdelen van uw systeem de
1
28
of
2
het apparaat periodiek te
4

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières