Weerstation
Q
j
T eken het boorgat (ø ca. 7 mm) af op de muur.
j
B oor het gat met een boormachine.
j
S teek de plug
j
D raai de schroef
vendraaier in de plug
j
H ang het weerstation met de ophanginrichting
aan de schroef
20
Buitensensor
Q
j
T eken het boorgat (ø ca. 5 mm) af op de muur.
j
B oor het gat met een boormachine.
j
S teek de plug
j
D raai de schroef
vendraaier in de plug
j
H ang de buitensensor met de ophanginrichting
aan de schroef
26
Opmerking: kies een overdekte standplaats voor
de buitensensor en plaats hem niet direct naast het
weerstation (bijv. gescheiden door een wand). Waar-
borg dat de buitensensor niet met water of directe
zonnestraling in contact komt. Elektronische appa-
raten kunnen de radiografische ontvangst storen.
Weerstation plaatsen
Q
j
S teek de standvoet
het weerstation.
Bediening
Q
De ontvangst van het DCF-signaal kan op de stand-
plaats van het weerstation gestoord resp. onderbro-
36 NL/BE
in het boorgat.
23
met een kruiskopschroe-
24
.
23
.
24
in het boorgat.
28
met een kruiskopschroe-
29
.
28
.
29
aan de onderzijde in
22