Installatie - Dovre 2520GA Instructions D'installation Et Mode D'emploi

1.4 Installatie

1.4.1 Het inbouwen in een nieuwe schouw
U plaatst de inzethaard op de gewenste plaats op een vlakke, vuurvast sokkel of
metselwerk. Let erop dat de haard waterpas staat.De kier van 5 mm onderaan het
toestel steeds open houden.
Maak de aansluiting tussen inzethaard en rookgaskanaal. Hiervoor alleen
geëigende materialen gebruiken. Zorg ervoor dat het rookgaskanaal niet op de
haard draagt.
Plaats nooit isolatie tegen zij- en achterwand van het toestel. Isoleer best wel de
inbouwnis.
Zorg tevens voor een goede ventilatie van het toestel door minimaal 15 mm ruimte
te laten tussen het toestel en de zij- en achterwand.
Indien U rond uw toestel een kader wenst, is het noodzakelijk, nu eerst de
klemplaatjes aan het toestel te bevestigen die er toe dienen later, na het opbouwen
van de schouw, het kader aan het toestel te bevestigen. Lees hiervoor
desbetreffende paragraaf voor het plaatsen van het kader.
Maak de gasaansluiting (zie paragraaf 1.2).
Begin met het metselwerk rond de voet van de inzethaard, metsel de sierschouw
verder op tot bovenkant toestel. Zorg ervoor dat er 2 mm speling blijft tussen het
metselwerk en de haard.
Metselwerk boven het toestel mag niet op het de convectiekast rusten. hiervoor
evt. een draagijzer gebruiken. Tussen draagijzer en convectiekast minstens 3 mm
speling laten. Dit voorkomt spanningen in het materiaal, waardoor de bovenbouw
zou kunnen scheuren. Het draagijzer kunt U laten steunen op de zijopbouw of met
trekstangen aan de muur bevestigen.
Uw inzethaard biedt U eveneens de mogelijkheid om de warme convectielucht van
bovenop het toestel af te tappen. U kunt deze dan afvoeren naar een aanpalende of
hoger gelegen ruimte. Om dit te verwezenlijken monteert U twee aansluitkragen
van diameter 125 mm bovenop de convectiekast (in optie verkrijgbaar) nadat U de
twee drukplaten heeft verwijderd (met hamer uitslaan). U sluit hierop twee
flexibele buizen met een diameter van 125 mm aan. Deze flexibel buizen kan U
dan vervolgens naar de gewenste uitlaatopeningen leiden en aansluiten op de
uitlaatroosters.
De uitlaatroosters moeten minimum 30 cm van het plafond verwijderd zijn.
7